Aantekeningen colleges en PowerPoints Goederenrecht
College 1 t/m 7
College 1
Bij goederenrecht staat het relatie tussen persoon en zijn goed centraal.
Enkele juridische begrippen
Relatief recht: Uitsluitend van toepassing op en van belang voor bepaalde personen die
met elkaar in een rechtsrelatie staan.
Voorbeeld: verbintenis.
Absoluut recht: Recht dat niet alleen te handhaven is t.o.v. bepaalde personen, maar in
beginsel tegenover iedereen.
(Exclusief: je hoeft niet te dulden dat een ander jouw recht gebruikt).
Voorbeeld: eigendomsrecht.
Goed, zaak en (vermogensrecht)
Art. 3:1 BW > goederen zijn alle zaken en vermogensrechten.
Opbouw BW: boek 3 geldt voor goederen, boek 5 alleen voor zaken.
Art. 3:2 BW > zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffen.
NB: iedere zaak is een goed, maar niet ieder goed is een zaak. ‘Goed’ is overkoepelend.
Art. 3:3 BW > onroerende en roerende zaak.
Onroerend zijn: De grond.
Nog niet gewonnen delfstoffen.
De met de grond verenigde beplantingen en gebouwen.
Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
(hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of
werken).
Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn.
Natrekking
Art. 5:3 BW > eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen.
Zie voor natrekking ook art. 5:14 BW.
Vermogensrechten
Art. 3:6 BW > Specifiek recht (dus geen zaak) dat een financiële waarde in zich
, draagt.
Recht dat een bepaald persoon toekomt.
Uitwerking absoluut recht
In Nederland kennen we acht absolute rechten:
1. Eigendom. 6. Vruchtgebruik.
2. Erfdienstbaarheid. 7. Pand.
3. Erfpacht. 8. Hypotheek.
4. Opstal.
5. Appartementsrecht.
Absolute rechten
Zowel op een
Enkel op een
zaak als op
zaak
vermogensrecht
Art. 5:1 BW: Meest omvattende recht dat bestaat. Je mag het goed waarop het recht rust
overdragen, gebruiken, bezwaren met een recht, revindiceren, beschermen en
de ‘vruchten’ er van gebruiken.
Absolute rechten
Kenmerken: Exclusiviteit.
Zaaksgevolg (droit de suite).
Gesloten systeem (drie in boek 3 en vijf in boek 5.
Moederrechten < > beperkte rechten
Beperkt recht: recht dat uit meeromvattend recht is afgeleid (welk met beperkt recht is
bezwaard).
Het meeromvattende recht wordt aangeduid als moederrecht.
Bijv. eigendom of erfpacht.
1e hoofdregel: Eigendomsrecht is moederrecht en alle andere absolute rechten zijn
beperkte rechten.
2e hoofdregel: Naast eigendomsrecht kunnen alle andere absolute rechten (die beperkte
rechten zijn t.o.v. het eigendomsrecht) op hun beurt als moederrechten
optreden m.b.t. een ander absoluut recht.
,Juridisch gezien kan je alleen eigenaar zijn van zaken en niet van vermogensrechten. Je bent
geen eigenaar van een vermogensrecht, maar rechthebbende.
Vermogensrecht
Art. 3:6 BW > Specifiek recht (dus geen zaak) dat een financiële waarde in zich
draagt.
Recht dat een bepaald persoon toekomt.
(Dus niet een stoffelijk object dat geldwaarde heeft).
Levering van onroerende zaken
Levering: Opmaken notariële akte.
Gevolgd door inschrijving (afschrift/uittreksel) van deze akte in openbare
registers (art. 3:89 BW).
Openbare registers
Negatief stelsel: werkelijke toestand kan afwijken van hetgeen in registers is vermeld.
NB: handelsregister: positief stelsel.
Inschrijfbaarheid registers
Welke feiten zijn inschrijfbaar? > art. 3:17 BW. (Zie ook art. 7:3 BW).
Niet inschrijfbaar: huur- en pachtovereenkomsten (art. 3:17 lid 2 BW).
Bescherming tegen onvolledige registers (art. 3:24 BW):
Indien op tijdstip van inschrijving van rechtshandeling tot verkrijging onder bijzondere titel van
recht op registergoed een eveneens voor inschrijving vatbaar feit m.b.t. dat registergoed niet is
ingeschreven > dit feit kan niet aan verkrijger worden tegengeworpen, tenzij hij het kende.
Prioriteit naar gelang tijdstip van inschrijving
Art. 3:21 BW: prioriteitsstelsel bepaald van tijdstop van inschrijving:
1. Tijdstip van inschrijvingsakte.
2. Indien gelijk: tijdstip opmaken akte.
BEZIT EN HOUDERSCHAP
Titel 3.5.
Bezit is het houden van een goed voor zichzelf (art. 3:107 lid 1 BW).
(Bezitter word ook wel possessor genoemd).
Houderschap is het houden van een goed voor een ander.
(Houder wordt ook wel detentor genoemd).
Alle goederen zijn vatbaar voor bezit en houderschap (bestanddelen niet).
, Art. 3:107 lid 2-4 BW:
Lid 2: Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem
houdt.
Lid 3: Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed
voor hem houdt.
Lid 4: Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.
Art. 3:109 BW > wie houdt, wordt vermoed dit voor zichzelf te houden.
Art. 3:118 BW:
1. Een bezitter is te goeder trouw , wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich
ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.
2. Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.
3. Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken van goede trouw moet
worden bewezen.
Bezit
Goederenrechtelijke functie
Bezitsverschaffing is de vorm van leveringen (dus) standaardeis voor overdracht van roerende
niet-registerzaken en andere vordering dan vordering op naam (art. 3:90, 91 en 93 BW).
Bewijsfunctie
Art. 3:119 BW: bezitter goed wordt vermoed rechthebbende te zijn.
NB: geldt niet voor registergoederen.
Aansprakelijkheidsfunctie
Bijv. voor bezit van motorrijtuig (art. 185 jo. Lid 1 en 2 WVW), gebrekkige roerende zaken
(art. 6:173 BW), gebrekkige opstallen (art. 6:174 BW) en dieren (art. 6:179 BW).
Verkrijging en verlies van bezit
Art. 3:112 BW > Bezit wordt verkregen door inbezitneming, door overdracht of door
opvolging onder algemene titel.
NB: let op art. 3:111 BW: interversie van houderschap.
Art. 3:113 lid 1 BW: inbezitneming (occupatie), (bijvoorbeeld door dief).
Overdracht bezitsverschaffing
Roerende zaak wordt feitelijk in macht van verkrijger gesteld:
a. Door bezitsverschaffing (art. 3:90 lid 1 BW).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Matt7711. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.