100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bedrijfsbeheer (deel2) $5.38   Add to cart

Summary

Samenvatting bedrijfsbeheer (deel2)

 27 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Het tweede deel van bedrijfsbeheer samengevat.

Preview 3 out of 22  pages

  • October 24, 2019
  • 22
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Deel 2: Uitdiepen der klassen
Uitdieping klasse 1

Oprichting eenmanszaak of vennootschap

Eenmanszaak
 1 handelaar (man/vrouw)
 Geen aparte rechtspersoonlijkheid
 Personenbelasting: progressief = hoge winsten worden zwaarder belast
 Enkelvoudige boekhoudkundige boekhouding

Vennootschap
 Contract tussen 1 of meer vennoten
 Iedere vennoot: inbreng geld of natura (kapitaal)
 Eigen rechtspersoonlijkheid: onderneming heeft zelfstandig schulden en bezittingen en dus een eigen
afgescheiden vermogen
 Dubbele boekhouding
 Vennootschapsbelasting: basistarief bedraag 25% - geen gemeentebelastingen
 Verschillende vennootschapsvormen

BVBA
 Min. Kapitaal 18.550 EUR
 Ook 1 vennoot mogelijk, ebvba (min. 12.400,00 moet volstort zijn bij de oprichting)

NV
 Min. Kapitaal 61.500 EUR (volledig te volstorten bij de oprichting)
 Min. 2 vennoten
 Kapitaalvennootschap (grotere bedrijven)
• Anoniem kapitaal aantrekken

KMO-financiering
 Startkapitaal: het eigen vermogen (kapitaalvorming) ontstaat door storting in contanten of inbreng in
natura door de eigenaar(s)
 De onderneming moet beschikken over de vermogenscomponenten eigen vermogen en vreemd
vermogen (schulden op meer dan 1 jaar en schulden op ten hoogste 1 jaar), om haar activiteiten te
kunnen financieren
 Kapitaalvorming door storting in contanten: de eigenaar stelt geld permanent ter beschikking van de
onderneming
 Kapitaalvorming door inbreng in natura: de eigenaar stelt goederen permanent tot beschikking van de
onderneming. Door de inbreng zijn de goederen onderworpen aan de risico’s van de onderneming en
kunnen er registratierechten van toepassing zijn



Financieringsvormen:
 Eigen inbreng

,  Bootstrapping
 FFF
 Overheidssteun
 Bank
 Risicokapitaal
 Crowdfunding

Situering klasse 1




Eigen vermogen




10 Kapitaal
De financieringsmiddelen die door de ondernemers of de aandeelhouders bij oprichting of bij latere verhoging
permanent aan de onderneming werden toegewezen.

Kapitaal: Het verschil tussen het geplaatst kapitaal en het niet opgevraagde kapitaal, m.a.w. het volstort
kapitaal.
Geplaatst kapitaal: Het totaal door de aandeelhouders beloofde kapitaal.
Niet-opgevraagd kapitaal: Het gedeelte van het beloofde kapitaal dat de aandeelhouders nog moeten storten
en is dus een vordering op de vennoten.
Opmerking: De kosten van oprichting en van kapitaalverhoging, nodig voor het verdere bestaan van de
vennootschap kunnen op 2 manieren boekhoudkundig verwerkt worden:
 Onmiddellijk ten laste van het resultaat
 Activeren onder de rubriek ‘‘I. Oprichtingskosten’’ en afschrijven volgens een geformuleerde regel
(maximum 5 jaar)



11 Uitgiftepremies
Dit vermogen ontstaat bij het positief verschil tussen de uitgifteprijs van nieuwe aandelen en de nominale
waarde of de fractiewaarde en de nieuwe aandelen. Het verschil tussen de prijs van de bestaande en de nieuwe

, aandelen wordt in rubriek ‘uitgiftepremies’ geboekt. Dit is een wijze van bescherming van de waarde van de
bestaande aandelen.


12 Herwaarderingsmeerwaarden
Nietgerealiseerd herwaarderingsmeerwaarden op materiële en financiële vaste activa. Bepaalde vast activa
vertonen een duurzame meerwaarde tegenover de boekhoudkundige toestand. Vanwege de regel van het
balansevenwicht zal een niet-gerealiseerde waardestijging van het actief (aanwending van het vermogen)
tegenover een nietgerealiseerd eigen vermogen (bron van vermogen) worden geboekt.


13 Reserves
Het vermogen dat ontstaat door de winsten die niet door de ondernemer opgenomen worden en in de
onderneming blijven. Reserves zijn dus niet-uitgekeerde winsten.

130 Wettelijke reserves
Het gedeelte van de winst dat de onderneming wettelijk moet inhouden tot 10 % van het geplaatst kapitaal
bereikt wordt.
 De wettelijke reserve moet jaarlijks aangevuld worden totdat deze gelijk is aan 10% van het kapitaal.
Het bedrag dat afgehouden moet worden van de winst na belasting is minimum 5% van de winst van
het boekjaar.

131 Onbeschikbare reserves
 1310 (Reserve voor eigen aandelen): De onbeschikbare reserves worden opgenomen onder deze
rekening voor de verkrijging van de eigen ingekochte aandelen.
 1311 (Andere onbeschikbare reserves): Onder die post worden de reserves opgenomen waarover de
Algemene Vergadering volgens de statuten bij gewone meerderheid niet vrij kan beschikken of waarop
de vennoten in geval van uittreding of uitsluiting geen recht hebben.

132 Belastingvrije reserves
Omvatten de gerealiseerde meerwaarden op activa en de winsten die vrijgesteld zijn van belastingen, voor
zover in het vermogen van de onderneming behouden blijven.

133 Beschikbare reserves
Reserves waarover de Algemene Vergadering kan beschikken bij gewone meerderheid.

14 Overgedragen winst (+) / overgedragen verlies (-)
De winst (of verlies) waaraan op het einde van het boekjaar nog geen definitieve bestemming werd gegeven.
Winsten van het huidige boekjaar en voorgaande boekjaren die niet verdeeld of gereserveerd werden.
Verliezen die niet gecompenseerd werden door afnemingen op de reserves of het kapitaal.


15 Kapitaalsubsidies
Overheidssteun aan de onderneming in het kader van investeringen in vaste activa die de onderneming heeft
gefinancierd met eigen middelen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Doraa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38  1x  sold
  • (0)
  Add to cart