100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Orthopedagogiek en Disability Studies $6.95   Add to cart

Summary

Samenvatting: Orthopedagogiek en Disability Studies

2 reviews
 113 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de ppt’s en eigen notities van het vak Orthopedagogiek en disability studies.

Preview 10 out of 120  pages

  • October 24, 2019
  • 120
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: Myosotis • 1 year ago

review-writer-avatar

By: sophievdb • 4 year ago

avatar-seller
Orthopedagogiek en disabilty studies

1. Personen met een verstandelijke beperking
1.1 Inleiding

American Association on Intellectual and Development Disabilities= gerespecteerde organisatie die
sinds 1876 een overzicht maken over het fenomeen verstandelijke beperking.

Vanaf 2007 : ‘verstandelijke beperking’ ipv ‘mentale retardatie’.

In 1992: paradigma verandering:

▪ Een verstandelijke beperking niet langer een persoonskenmerk, maar een gevolg van een
complex samenspel tussen mogelijkheden en beperkingen van een persoon met de eisen van
de omgeving
▪ Veel meer aandacht naar de kwaliteit van de contexten waarin de personen vertoeven
▪ Ondersteuning als centraal concept. Aangepaste ondersteuning moest geboden worden, om
zo afstand te nemen van het paradigma dat mensen vooral bekeken werden vanuit datgene
wat ze niet kunnen

→ Hedendaags en wetenschappelijk onderbouwd (kennis uit verschillende wetenschapsgebieden)

1.2 Historiek

1.2.1 Stelling




Als wij Inge als rolstoelpatiënte
zien, gaan we haar ook zo gaan
behandelen.




Mensbeeld beperking: ze is een held, ze kon het
niet, maar heft het toch gedaan.

In de media worden mensen met beperkingen
worden vaak als held gezien.
→ Gevaar:
- Kan ontmoedigend zijn voor mensen die
dit niet kunnen
- Betekent niet dat je beter bent
- Pas als je in de media komt, word je als
‘held’ gezien




1

, Mensbeeld beperking: ze is ‘ziek’ en kan niet
genezen dus ze zit in een rolstoel.
Ze wordt enkel gezien als rolstoelpatiënte.




Definitie verstandelijke handicap

Iemand met moeilijkheden op cognitief vlak (IQ < 70), iemand die niet voldoet aan de normen van de
maatschappij.
Kernwoord: ondersteuning, inclusie
Rol cultuur: kinderen van andere cultuur vallen uit de IQ test. Elk wordt teveel op individuele
gefocust, zonder context mee in te nemen.


1.2.2 Mensbeelden

= onaangepasten, sukkelaars, (genetische) afwijking, burger




Verlichting (John Locke):
Algemene desinteresse: humanisme -> vrij, ontwikkelde,
werden verwaarloosd en in levensvrije mens Testpsychologie Alfred Binet: eerste
asielen geplaatst intelligentietest: Afwijkend IQ, te
Katholieke kerk: Mensen helpen,
weinig capaciteiten
ze zijn sukkelaars, we moeten
ervoor zorgen (patheologische Kallikal: zuivere bloedlijn
visie) (gevolg: holocaust, Hitler,..)




2

,In 1962: Erkenning dat verstandelijke beperking niet enkel bij individu ligt, maar ook breder bekeken
moet worden (nieuwe manier van kijken).

Jaren 60: Hippiebeweging, vrouwenemancipatie, disability rights movements, Martin Luther King,..

1960: ondersteuning, Qualitu of Life, rechten, participatie: volwaardige burgers, draaien mee in de
maatschappij, kunnen dankzij ondersteuning deelneen aan alle aspecten van de samenleving.
Incluse: geen reden tot afzonderlijke woon-, vrije tijd-, werk- of relatieomgeving.



1.2.3 Enkele pioniers

Pinel (1745-1826) - Vader van de psychiatrie
- Systematische beschrijving van psychiatrische
ziektebeelden
- Start studie en observatie (gesprekken)
- Bouwde voorziening voor vrouwen
- Ipv kettingen gebruikte hij stoffen dwangbuizen
Itard (1774-1938) - ‘De wilde van Aveyron’ 1801: wild wolvenkind dat hij
opvoedde via medische pedagogische benadering
- Volgorde benadering: sensorische elementen, dan pas
taal en dan pas abstract denken
- Sensualisme: kennis start bij ervaring
Séguin (1812-1880) - Zette het werk van Itard verder
- Richtte school voor idioten op met als onderwijsmethode
het stimuleren van zintuiglijke functies
- Naast sensualisme ook morele training: focus op
zelfbeeld, emoties, intellectuele stimulatie
- Aandacht voor pedagogische benaderen van mensen met
een verstandelijke beperking
In Vlaanderen:
Kannunik Triest (1760-1836) - Oprichter ‘broeders van liefde’
- Heeft Guislan aangesteld om iets te doen met de mensen
die in de kerkers opgesloten waren, hen hieruit halen.

Guislan (1797-1860) - Guislan richtte het oude Guislanziekenhuis op (rust &
wetenschappelijke behandeling
- Hij pleitte in de politiek om meer aandacht te hebben
voor mensen met een beperking


1.2.3 Het ontstaan van inrichtingen

Guggenbuhl (1816-1863): Zwitserse arts
Liet zich inspireren door de Duitse natuurfilosofie en psychiatrie: de psyche is niet ziek, God heeft die
geschapen.
Abendberg: instelling in de natuur: positieve invloed op de mentale zwakken. Voedingsrijk dieet,
geneeskrachtige kruidenbaden, elektriciteitsbehandelingen en medicamenteuze preparaten.

Samuel Howe (1801-1876): Amerikaanse arts
Startte zorg voor personen met verstandelijke beperking in de VS (samen met Séguin): eerste
blindeninstituut: Perkins



3

,1.2.4 Pedagogisch optimisme in de verdrukking

Een groeiende belangstelling voor lichaam en hersenen

▪ Down: ‘mongolisme’
▪ Stamboomstudies/ eugenetica: The Jukes (Dugdale, 1874) en Kallikak (Goddard, 1912).
Deze studies brachten een verstandelijke beperking in verband met criminaliteit, armoede en
leven aan de zijkant van de maatschappij in een zuiver erfelijkheidsperpectief.

→ GEVOLG: uitstoting van mensen met een beperking: onderbrengen in inrichtingen ter
bescherming van de maatschappij + sterilisatiewetten in de VS: voedingsbodem voor theorieën en
praktijken van naziregime: uitroeiing

1.2.5 Psychometrische inrichting

▪ Binet (1857-1911): Binet-Simon test (1905): kinderen met een lichte verstandelijke beperking
opsporen. Werd geïnterpreteerd als test die aangeboren intelligentie zou meten.
Mental age vs chronological age
▪ Terman: maakte test van Binet makkelijker hanteerbaar
→invoeren term ‘intelligentiequotiënt’: IQ erfelijk en onveranderlijk
▪ Testbeweging: grote vlucht -> aandacht verschoof van zwaardere vormen van verstandelijke
beperking naar lichtere vormen: Buo

1.2.6 Na 1950

Bowlby en Spitz: een deel van de tegenstroom: wezen op het gevaar voor ontwikkelingsstoornissen
bij mensen die lange tijd in inrichtingen verbleven (hospitalisatiesyndroom: emotionele deprivatie
door meerdere verzorgers en aangeleerde hulpeloosheid)

Goffman: beschreef organisaties als total institutions (kazernes, kloosters, gevangenissen en
instellingen voor personen met een beperking): barrière tegenover sociaal contact met de
buitenwereld, menselijke behoeften geregeld op basis van bureaucratische organisatie, alledaagse
dingen verkopen volgens een vooropgesteld schema, opgesteld door anderen- met als resultaat
beperk contact tussen beide partijen. Je structuur en leven wordt overgenomen, dit tast je persoon
aan en is zeer beperkend voor persoonlijke ontwikkeling

5 categorieën:
1. De ‘onbekwamen’: blinden, wezen, ouderen, mensen met een handicap
2. Gevaar voor zichzelf, mogelijke bedreiging samenleving: geesteszieken
3. Gevaar voor samenleving: gevangenissen, strafinrichtingen
4. Specifiek werk-gerelateerd: leger, werkkamp, internaat, schepen
5. Religieuze trainingsinstituten en -orders: kloosters

Gevolgen Total insitutions:
1. Aantasting persoonlijkheid
2. Aantasting persoonlijke veiligheid
3. Aantasting privacy
4. Extreme sociale controle
5. Verlies van mogelijkheden om autonoom te handelen




4

,1.2.7 Normalisatieprincipe

Normalisatieprincipe van Nirje en Bank Mikkelsen:
“Let the mentally retarded obtain an existence as close to the normal as possible”
“the great majority of the retarded are people with an ordinary person’s need”
Alle personen met een beperking moeten in levensomstandigheden gebracht worden die zo dicht
mogelijk de gewone omstandigheden van de samenleving benaderen.
- Normaal dagritme
- Normaal levensritme
- Normaal jaarritme
- Normale beleving levenscyclus
- Respect voor eigen keuzes en wensen
- Leven in een biseksuele wereld (man-vrouw gemengd)
- Normale economische standaarden (geld krijgen als je werkt)
- Het recht om te leven, werken en spelen in normale gemeenschappen, toegang tot zelfde
faciliteiten

Wolfensberger: keert zich tegen het desindividualiseren binnen totaalinstituut
Normalisatie= De-institutionalisatie (weg van de instituten)
▪ Desindividualisering binnen instituten
▪ Mensen ‘apart’ plaatsen= anderen zien hen als echt verschillend van zichzelf
→’afwijkende’ mensen stellen steeds meer ‘anders en bizar’ gedrag
Echter: mensen ‘volwassener’ behandelen en sociaal waardevolle rollen helpen vervullen ->
mensen stellen meer ‘normaal’, positief gedrag
▪ Integratie waarbij contact tussen mensen met en zonder handicap essentieel is
▪ Grondlegger inclusief denken

KRITIEK op normalisatiedenken:
▪ Er wordt geen rekening gehouden met het ‘verschil’: het blijft aanpassen aan de norm
▪ Er wordt voorbij gegaan aan eigen belevingswereld van personen met een handicap: ze
moeten zich accultureren
▪ Gevaar van ‘micro-institutionalisatie’
▪ Beperkt tot het fysiek- structurele: een huis in de straat betekent nog geen contact en
verbondenheid, fysieke nabijheid is geen participatie

1.2.8 Zorg VS ondersteuning

Het mensbeeld zorg en ondersteuning verschilt omdat alle mensen gelijk zijn, iedereen heeft
ondersteuning nodig in bepaalde mate.

1.2.9 Paradigma- omslag ’90: emancipatie, empowerment, Disability studies, Quality of Life

’92: nieuwe AAIDD-definitie
Emancipatie vervangen door empowerment: het verlenen van kracht en macht. Veranderingen:
- Disability moet gezien worden in termen van sociale structuren
- Secundaire preventie ipv primaire
- Disability is een verschil ( geen anomalie= afwijking)
- De interactie tussen individu en samenleving staat centraal
- Inclusie is een publieke verantwoordelijkheid



5

,Dit heeft geleid tot de Disability studies, met als fundamentele uitgangspunten:
- Komaf maken met de overheersing van biomedisch model: dialectiek tussen in- en exclusie,
het mensenrechtendiscours en het zien van mensen met een beperking als
minderheidsgroep
- Multidisciplinair model
- Handicap als sociaal, politiek en economisch en cultureel fenomeen
- Niet enkel behandelen, ook structurele problemen blootleggen
- Zoveel mogelijk perspectieven aan bod brengen

Er ontstond ook het Quality-Of-Life gedachtegoed. Dit gaat ervan uit dat iedere persoon
gelijkwaardig is en dat zelfbepaling, inclusie, persoonlijke ontplooiing en ondersteuning voorop
staan. Focus op multidimensionale karakter van QoL
De QoL wordt beïnvloed door persoonlijke factoren, omgevingsfactoren en hun interactie → QoL
evalueren en meten op basis van subjectieve en objectieve indicatoren.
- Bij QoL gaat het om hetzelfde als dat wat belangrijk is voor iedereen
- QoL vergroot als mensen zelf participeren in de beslissingen over hun eigen leven
- QoL wordt vergroot door mensen in hun eigen plaatselijke samenleving te accepteren en te
integreren

Handicaps moeten gezien worden als een multidimensionele toestand van menselijk functioneren in
relatie tot eisen uit de omgeving. R zijn een aantal factoren van QoL : onafhankelijkheid (persoonlijke
ontwikkeling en zelfbepaling), sociale participatie (persoonlijke relaties, sociale inclusie en rechten)
en welzijn (emotioneel, fysiek en materieel).

Het nieuwste denken: persoonlijke toekomstplanning (=nadenken over wat je belangrijk vindt in het
leven en planen hoe je dit gaat bereiken), levensverhalen, inclusief onderwijs, self-advocacy
(=mensen met verstandelijke beperking individueel of in groep namens zichzelf of anderen het
woord nemen over zaken die mensen met een beperking aanbelangen).




6

, 1.3 Terminologie

1.3.1 Op zoek naar juiste terminologie

Examen: Wat is het verband tussen sociaal-ecologische definitie, quality of Life en
ondersteuningsdenken?

VROEGER: zwakzinnige, idioot, debiel, mongool, geestesziek, achterlijk, imbeciel, ..




- personen met een beperking
- verstandelijke beperking
- heeft autisme
- downsyndroom, trisomie 21
- klein van gestalte, persoon met
achondroplasie
- gebruikt rolstoel
-typisch ontwikkelde kinderen,
kinderen zonder beperkig (?)
- toegankelijke parking, wc, etc..




7

, 1.3.2 Drie classificatiesystemen

AAMR (2002) APA (2013) WHO (ICD-2001, ICF-2007)
AAIDD (2010)
American Association on Mental American Psychiatric Association World Health Organization
Retardation

American
Association on
Intellectual and
Development
Disabilities
Doel: Doel: Doel:
- komen tot een diagnose VB - diagnose psychische - ICD 10 > diagnose –
- classificatiesysteem met stoornissen classificatie psychische en
subgroepen - vroeger: AS II gedragsstoornissen
- voorbereiden van - nu: DSM-5: “evenwaardige - ICF > momentopname,
ondersteuningsplan stoornis” communicatie/ taal over
- subtypes meerdere functiedomeinen
Sociaal – ecologisch – Stoornisdenken – Biopsychosociaal –
QoL Geen QoL QoL
(= niet enkel wat heft persoon als
ziekte, maar ook kwaliteit van leven)




1.3.3 Het AAMR/ AAIDD- systeem

5 voorwaarden voor goede terminologie:
1. SPECIFIEK: om differentiatie en communicatie mogelijk te maken
2. REPRESENTIEF: voor wetenschappelijke stand van zaken (geen verbloeming)
3. WAARDEN: respect en waardigheid, individu voorop
4. CONSISTENT: iedereen moet die gebruiken
5. MEERDERE DOELEINDEN: voor definitie, voor diagnose, helpend zijn

5 essentiële assumpties:
1. Beperkingen moeten gezien worden binnen een bepaalde context met bepaalde
verwachtingen
2. Een valide assessment is méér dan intelligentietesten en houdt rekening met de grote
variaties over contexten heen (m.a.w. een procesevaluatie)
3. Beperkingen kunnen nooit los gezien worden van de mogelijkheden
4. Inventariseren van iemands beperkingen, moeten altijd leiden tot een ondersteuningsplan
5. Gepersonaliseerde en aangepaste ondersteuning zal het functioneren en de levenskwaliteit
verbeteren



8

,Examen: waarin verschilt AAIDD model van de anderen? -> nemen essentiële assumpties voorop

1.3.4 AAIDD- Definitie in verandering

1959 AAMR: “mentale retardatie”
1973 Introductie van de standaarddeviatie om verstandelijke beperking te beschrijven
1980 Specifieke IQ-waarden met ranges
1992-2002 PARADIGMASHIFT: meer dan IQ + Context
AAMR-definitie (2002): “Mentale retardatie is een beperking gekenmerkt door
aanzienlijke beperkingen in zowel intellectueel als adaptief functioneren wat tot
uiting komt in een beperkte conceptuele, sociale en praktische adaptieve
vaardigheden. De beperking ontstaat voor de leeftijd van 18jaar”
2010 Mental retardation wordt Intellectual Developmental Disability (AAMR wordt
AAIDD)
AAIDD-definitie (2010): “Een verstandelijke beperking is een beperking gekenmerkt
door aanzienlijke beperkingen in zowel intellectueel als adaptief functioneren wat
tot uiting komt in beperkte conceptuele, sociale en praktische adaptieve
vaardigheden. De beperking ontstaat voor de leeftijd van 18 jaar.”
- Een verstandelijke beperking= beperkingen in het intellectuele
functioneren binnen een bepaalde CONTEXT met bepaalde verwachtingen
- Gekenmerkt door aanzienlijke beperkingen in het intellectueel
functioneren = intelligentie is een geheel aan vaardigheden zoals abstract
denken, oplossen van problemen, leren, begrijpen van complexe ideeën,
leren door ervaringen
- En adaptief functioneren wat tot uiting komt in beperkte conceptuele
sociale en praktische adaptieve (vaardigheden om te kunnen functioneren in de
maatschappij) vaardigheden= geheel aan vaardigheden nodig om in
alledaagse leven te functioneren (conceptueel, sociaal, praktisch)
- De beperking ontstaat voor de leeftijd van 18jaar=
ontwikkelingsproblematiek, geen verworven handicap, leeftijdsgrens is
cultureel bepaald


1.3.5 Voor- en nadelen van labelen van personen met ‘specifieke terminologie’

Voordelen:
▪ Ondersteuningsmaatregelen (financieel)
▪ Aansprankelijkheid
▪ Juridische context
▪ Specifieke ondersteuningsnoden
▪ Begrippenkader voor communicatie

Nadelen:
▪ Stereotypering, stigmatisering
▪ Self fulfilling prophecy
▪ Misbruik
▪ Er wordt geen rekening gehouden met individuele verschillen
▪ Vervreemding van de persoon door label




9

, 1.3.6 Keuze voor ‘verstandelijke beperking’




▪ Cfr. Construct handicap AAIDD
▪ Praktijk richt zich op functioneel gedrag (IQ+AB) en contextuele factoren
▪ Basis voor een individueel ondersteuningsplan
▪ Is minder aanstootgevend voor de persoon zelf
▪ Consistent met de internationale terminologie


1.4 Etiologie

1.4.1 Oorzaken




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller apc. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95  6x  sold
  • (2)
  Add to cart