Communicatievaardigheden
Hoofdstuk 1: Doelgroepgericht schrijven
1.1 Bepaal je doelgroep
Tot wie wil je je richten? Met een goede kennis vd doelgroep zal je tekst beter zijn en meer effect
hebben.
Ijkpersoon: fictieve persoon die model staat voor de hele groep.
- Belangrijk om zijn situatie te schetsen.
1.2 Pas je inhoud aan
Bv. een tekst van en voor artsen zal veel moeilijker en ingewikkelder zijn ( → vaktaal) terwijl een tekst van
artsen voor de gewone medemens eenvoudiger zal zijn.
⇒ Tekst aanpassen aan je doelgroep
1.3 Hanteer de juiste taal
Woordkeuze is een belangrijke factor. We willen dat de lezer begrijpt wat je schrijft.
Wanneer kiezen we voor vaktaal of jargon?
- Vaktermen zijn voor insiders. Indien je schrijft voor een bepaalde doelgroep → artsen kun je
complexere woorden gebruiken. Indien je voor een ruim publiek schrijft gebruik je het best een
simpele tekst en minder technische woorden.
Ook de lengte vd tekst is v belang → lange zinnen voor een wetenschappelijke tekst, korte zinnen voor
teksten gericht aan kinderen.
Juiste taal heeft ook met tone of voice te maken. Dat is de stijl waarin een bedrijf of merk
communiceert met de doelgroep.
Wanneer kies je voor “u”, wanneer “je”?
- ‘U’ is formeel, staat voor zakelijk en afstand. ‘Jij’ is informeel, staat voor nabijheid, vriendschap &
vertrouwen.
1.4 Zorg voor een aantrekkelijke lay-out
Een aantrekkelijke opmaak nodigt meer uit tot lezen & zorgt voor extra leescomfort. Lay-out verschilt
van je doelgroep.
- Kies een goed lettertype en een aangepast lettergrootte. (zorg dat het leesbaar is)
- Zorg voor voldoende witruimte.
- Wees zuinig met de opmaakmogelijkheden.
- Gebruik functionele afbeeldingen, grafieken, tabellen & schema’s.
Hoofdstuk 2: Doelgericht schrijven
Je tekst heeft een doel nodig:
- Informeren
- Overtuigen
- Activeren
- Amuseren
2.1 Informerend schrijven
Een informerende tekst geeft alleen feiten (= objectief). Je wilt kennis overbrengen
→ (kranten)artikels, verslagen, reportages …
Kenmerken:
- 5W’s + H (wie, wat, waar, wanneer, waarom & hoe) wordt beantwoord. Je begint automatisch met
de belangrijkste informatie.
- Principe vd omgekeerde piramide of de oprolbaarheid ⇒ lezer is ih begin geïnteresseerd en
geconcentreerd, naarmate hij verder leest verliest hij interesse en concentratie. Daarom is het
belangrijk om met de kernboodschap te beginnen.
2.2 Overtuigend schrijven
Je wilt je mening overbrengen en hoopt dat je hem kan overtuigen om je standpunt te delen (=
subjectief). → betogen, recensies, lezersbrieven.
, Kenmerken:
- Onmiddellijk duidelijk zijn. ⇒ Wat moet wie veranderen?
- Moet een overtuigde mening bevatten.
- Je standpunt met heldere argumenten onderbouwen.
- Oplossing voorstellen.
2.3 Activerend schrijven
Variant ve overtuigende tekst. Als schrijver wil je dat je lezer iets gaat doen, maar daarvoor moet je
hem eerst overtuigen. → advertenties, affiches, uitnodigingen …
Kenmerken:
- Oproep tot actie → Vraag nu een offerte aan.
- Kop moet belangrijk & verleidelijk zijn.
- Boodschap is simpel.
- Voordelen worden opgesomd.
- Bewijs leveren → door onderzoek of recensies
Drempels weghouden → garantie geven
Urgentie toevoegen (koper indruk geven dat hij iets gaat missen).
2.4 Onderhoudend schrijven
Je wilt je lezer vermaken. → romans, verhalen, strips …
Kenmerken:
- Verhaalcomponenten (je verhaal bevat personen, dieren, dingen).
- Meer nadruk op emoties dan feiten.
- Beeldend en gedetailleerd geschreven.
- Veel aandacht ad 1ste zin.
2.5 Samenvattend schrijven
Beknopte weergave ve (voor)gelezen tekst.
Stap 1: Lees eerst de tekst oriënterend en globaal.
Stap 2: Lees de tekst intensief.
Stap 3: Maak een schema door de tekst te analyseren.
Stap 4: Schrijf een kladversie.
Stap 5: Corrigeer en controleer je kladversie.
Hoofdstuk 3: Gestructureerd schrijven
3.1 Inleiding, midden en slot
Inleiding:
- Staat ih begin.
- Hier moet de lezer alle belangrijke informatie vinden.
- Zorgt ervoor dat de lezer nieuwsgierig wordt en zin heeft od tekst te beginnen lezen.
Midden:
- Onderwerp wordt uitgediept.
- Deelonderwerpen
Slot:
- Afrondende functie
- Centrale thema (essentie) wordt vermeld
- Samenvatting, conclusie, toekomstverwachting
3.2 Alineaopbouw, kernzinnen en tussentitels
Alinea:
= Kleinste eenheid van je tekst.
- Bestaat uit zinnen die bij elkaar horen en samen een deelaspect vh tekstonderwerp bevatten.
Kernzin:
- Bevatten onderwerp & hoofdgedachte.
1ste zin: kernzin, 2de zin: verklaring
Indien je kernzin de 2de zin is, dan is de 1ste zin een schakelzin.
Tussentitels:
Ze maken structuur overzichtelijker.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janamertens2004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.31. You're not tied to anything after your purchase.