De centrale vraag is: wat is cultuur en waarin verschillen culturen van elkaar?
Het 3 stappenplan van Pinto is de rode draad in deze formulen:
1. Leer je eigen waarden, normen en gedragscodes kennen. Welke hebben invloed op
jouw denken, handelen en communiceren?
2. Leer de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander
kennen. Scheidt meningen van feiten. Wat is de functie van het vreemde gedrag
van de ander?
3. Hoe ga je om met de verschillen? Waar ligt jouw grens van aanpassing aan en
acceptie van de ander?
Cultuur is het geheel van veronderstellingen, opvattingen,
waarden, normen en de materiële uitdrukking ervan die in de
samenleving of groep gedeeld en overgeleverd worden. Het is
de mentale programmering = ‘software of the mind’.
Het ui-diagram van G. Hofstede
Allemaal andersdenkende
Een cultuur is een evoluerend systeem van generatie op generatie doorgeven van
regels. Aan deze regels gehoorzaamd een groep mensen, vaak onbewust. Bovendien
zijn deze regels ook een referentiekader van en voor het gedrag en het bepaalt de kijk
op de wereld.
Er zijn twee soorten culturen volgens David Pinto; de G-culturen en de F-culturen.
De F-cultuur: fijnmazige cultuur/ structuur van gedragsregels, voor vrijwel iedere
situatie bestaan gedetailleerde gedragsregels. Het individu leeft deze regels na; het
heeft veel en sterke affectieve bindingen.
De G-cultuur; grofmazige cultuur / structuur van gedragsregels. Er bestaan algemene
gedragsregels. Het individu dient deze zelf te vertalen naar gedragsregels voor de
specifieke situatie, er zijn minder en minder sterke affectieve bindingen.
Voor de grofmazige cultuur gebruikt David Pinto de piramide van Maslow om (in
volgorde van belangrijkheid) de waarden van de betreffende cultuur weer te geven:
-Zekerheid; acceptatie; erkenning
en zelfontwikkeling.
Ook voor de fijnmazige cultuur
gebruikt Pinto een piramide om (in
volgorde van belangrijkheid) de
waarden van de betreffende cultuur
weer te geven:
-Het behagen van de groep; de
goede naam van de groep; de eer.
1
,Volgens Hofstede verschillen culturen in
elkaar volgens;
De dichotome indeling van culturen is
veel te ongenuanceerd. Hij onderscheid
de zes dimensies van nationale cultuur:
q Machtsafstand
q Individualisme/collectivisme
q Masculien/feminien
q Onzekerheidsvermijding
q Lange/korte termijnoriëntatie
q Hedonisme/soberheid
Zo zal de factor macht in een cultuur belangrijker zijn dan in een andere. Hoe
dan ook, de vastgestelde machtsfactor leverde in ieder geval voldoende bijdrage
om de betreffende groep/volk/cultuur te laten overleven in de omstandigheden
waarin ze verkeerden.
Hetzelfde geldt voor de overige dimensies.
De dimensie collectivisme/individualisme geeft aan waar het collectief als
geheel een bijdrage had in het overleven en voortbestaan van de groep en waar
de rol van het individu daarin van belang was.
Op de dimensie masculien/feminien is zichtbaar in hoeverre een cultuur strikt
gescheiden rollen heeft voor mannen en vrouwen. Strikte regels om te overleven
kunnen ook regels zijn om geweld in de groep te voorkomen. Dit kan immers tot
de ondergang van de groep leiden.
Onzekerheidsvermijding is vasthouden aan het bestaande. Dat wat je weet is
goed genoeg en heeft tot dusverre gewerkt. Waarom zou je dan risico’s gaan
nemen? Maar aan de andere kant zie je ook dat als er wel wordt afgeweken van
de voorzichtige lijn en ook verbeteringen kunnen voorkomen uit de nieuw
ingeslagen weg. Je weet niet hoe lang het voort zal duren maar het is beter dan
het was. Maar hoe zal het aflopen?
Over lange/korte termijn oriëntatie lijkt het wel of we gedurende de
ontwikkeling van de mensheid we in de moderne wereld langzaam steeds meer
aan korte termijn orientatie zijn gaan doen. Was het pure overleven in het verre
verleden toekomstgericht (alle acties gericht op het voortbestaan), de moderne
mens heeft zoveel zekerheden dat hij/zij kan kiezen wat en wanneer te doen. De
persoonlijke belangen prefaleren boven die van de (kleine) groep.
De laatste en nieuwste dimensie is die van soberheid/hedonisme. Het
hedonisme was in het verleden vooral een voorrecht dat gebonden was aan de
sociale positie in de groep/samenleving. Dat was dus een gewilde positie die door
de bevoorrechten werd beschermd door het te verbinden aan regels en wetten
die voor de meeste leden ontoegankelijk waren. Daarnaast werd soberheid vaak
aangeprezen als een deugd die op veel waardering kon rekenen. Om geweld te
voorkomen waren er in veel culturen gebruiken om de onvrede over deze
ongelijkheid op controleerbare wijzen te ventileren.
Deze opsomming van de dimensies van Hofstede en korte impressie van het
belang vanuit cultureel antropologisch oogpunt laat zien dat er veel samenhang
is/kan zijn tussen de verschillende dimensies. Zo speelt macht een belangrijke rol
in de verschillende dimensies. In de ene meer dan in de andere afhankelijk van
de overlevingsstrategie van de betreffende groep/samenleving.
2
, Week 2:
Dimensie macht
De zes dimensies van hofstede;
De eerste is de machtsafstand; de mate waarin een samenleving het feit accepteert,
dat macht in instituties en organisaties ongelijk is verdeeld. Bijv hoe verhoud jij je tot
je ouders, grootouders, docent of je baas.
De staat heeft het Monopolie op geweld. Zoals we eerder in de bijeenkomst over
Affectieve Bindingen bij sociologie zagen is impulsbeheersing in het verleden aan het
hof (primaire emoties) verder ontwikkeld in de samenleving en via opvoeding
geïnternaliseerd. Angst voor sancties of voor schuld- of schaamtegevoel heeft ertoe
geleid dat mensen zichzelf corrigeren bij het verlies van beheersing (Selbstzwang).
Maar geweld in een samenleving is niet altijd door Selbstzwang te beteugelen. Dan
moet van buitenaf geweld worden ingezet om weer controle over de situatie te
verkrijgen. In onze samenleving hebben we het geweld gemonopoliseerd bij de
overheid en op deze manier geïntegreerd in het politiek bestel. De overheid heeft
daarvoor een politieapparaat ingericht voor het handhaven van de rechtsorde binnen
de grenzen van onze soevereine staat en een leger opgezet voor het geval van
dreiging van buiten de soevereine staat. De dreiging van fysiek geweld door de staat
of de daadwerkelijke inzet hiervan wordt aangeduid met Fremdzwang (externe
druk). Voorwaarden verbonden aan dit monopolie is dat er sprake is van stabiel
geweldsmonopolie. Onpersoonlijke regels en enkel het toezicht houden op - en het
handhaven van wetgeving is hierbij van groot belang. Hierin onderscheidt een
democratie zich van een ondemocratisch bestel.
De centrale vraag in deze week is: hoe verloopt het beeldvormingsproces en wat zijn
stereotypen en vooroordelen?
Door selectieve waarneming: selective exposure, selective perception,
selectie retention en selectie reproduction.
Het kijken naar de werkelijkheid heeft een objectieve- en subjectieve kant. De meest
objectieve wijze is het doen van onderzoek. Hierbij gaat het om het verzamelen van
feiten die een beeld geven van de werkelijkheid. Dit is een uitgebreide procedure die
veel tijd kost maar wel betrouwbaar is. Dat is een hele andere benadering van de
werkelijkheid dan wanneer een persoon (subject) de werkelijkheid op zijn/haar manier
waarneemt.
De persoon (lees: iedere persoon) neigt ertoe om bepaalde aspecten van de
complexe werkelijkheid waarmee hij te maken krijgt selectief in zich op te nemen en
op te slaan in zijn mindset. De sleutel voor de selectie is gebaseerd op
overtuigingen, geloof, houding, perspectief en besluitvorming (selective expo-
sure). Dit hebben we in het socialisatieproces (cultureel bepaald) ontwikkeld.
De waargenomen onsympathieke werkelijkheid wordt niet tot de mindset
toegelaten. Het wordt uitgefilterd of het wordt zodanig aangepast dat het wel
geaccepteerd kan worden en toegelaten tot de mindset. Het wordt dan alsnog een
onderdeel van de bestaande persoonlijke opvattingen (selective perception).
Alle waargenomen en na selectie opgeslagen herinneringen komen vervolgens in
een verwerkingsproces waardoor personen een betere en nauwkeurige herinnering
hebben aan informatie die aansluit bij hun persoonlijke interesse, waarden en
overtuigingen. Informatie die daar niet bij past wordt alsnog uitgefilterd. Zo vindt er
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elineverstegen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.