Pedagogische vragen in historisch perspectief (PVIHP)
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
StudentVrijeUniversiteit
Reviews received
Content preview
Samenvatting “de creatie van het
mondige kind”
Weijers (2013)
Inleiding
De geschiedenis van de historische pedagogiek
De historische opvoedingspraktijken, waar de ideeën zich toe verhielden, kwamen
nauwelijks in beeld. Pas in de jaren zestig kwam hierin verandering. Een sleutelrol speelde
daarbij het werk van de Fransman Philip Ariès. Ariès kwam tot de slotsom dat vanaf de
achttiende eeuw een ‘muur van het privé-leven’ was opgetrokken tussen het gezin en de
samenleving. (Als eerste bij de maatschappelijke elite) was het oude gemeenschapsleven
verloren gegaan en was men zich steeds sterker naar binnen gaan keren, binnen de kleine
kring van het gezinsleven. In het gezin stond het kind centraal. Moralisten in de 17e en 18e
eeuw bepleitten zedelijke hervorming van de samenleving, met het belang centraal dat
kinderen onderwijs dienden te volgen. De nadruk op onderwijs zag Ariès als ‘quarantaine’,
een periode van maatschappelijke isolatie om later toe te kunnen treden tot de volwassen
wereld.
De affectieve benadering
Het werk van Ariès zorgde op twee punten voor een vernieuwing in de historische
pedagogiek:
1. Bronnenmateriaal: Ariès maakte duidelijk dat empirische gegevens inzichten konden
opleveren voor onze kennis van de opvoeding in het verleden. Tot dat toe werden
alleen wijsgerige verhandelingen gebruikt.
2. Historische pedagogiek: Deze bracht nieuwe invalshoeken op het kind, de kindertijd
en de opvoeding die het kind met zich meebracht.
Midden jaren zeventig kwamen in aansluiting op
de visie van Ariès drie nieuwe gezichtspunten
naar voren:
1. Llyod de Mause zag de geschiedenis van de kindertijd als een ‘nachtmerrie’: hoe
verder we teruggaan in de geschiedenis, hoe slechter het volgens hem was gesteld
met de zorg voor het kind. Hoe kind-onvriendelijker de cultuur, hoe onpedagogischer
de denkbeelden.
2. Edwin Shorter bevestigde dat het in zichzelf gekeerde gezin een recent verschijnsel
is, maar hij accentueerde daarbij de moederliefde.
3. Lawrence Stone zag voorafgaande de achttiende eeuw een afstandelijke, harde
benadering van het kind.
Kritiek
In de jaren tachtig kwam er veel kritiek op deze ‘Sentiments Approach’ van onderzoekers
als Ariès, De Mause, Shorter en Stone. Een nieuwe generatie historisch geschoolde
onderzoekers verzette zich tegen het vaak speculatieve karakter van hun uitspraken en bij
,nadere beschouwing bleken verschillende inzichten van deze auteurs onhoudbaar. De
kritiek leidde tot twee reacties:
- Methodologische terughoudendheid: het onderzoek van de grondleggers zou
methodologisch gebrekkig en technisch ontoereikend zijn geweest.
- Inhoudelijke reactie: vanuit verschillende achtergronden begonnen een aantal
historici de gedachte van een omwenteling in de benadering van het kind in de
moderne tijd af te wijzen. Onverschilligheid en bruutheid tegen kinderen was altijd al
eerder een uitzondering dan een regel. Vanuit de studie werd naar voren gebracht
dat kinderen al veel langer werden grootgebracht volgens de ideeën waarmee Ariès
etc. nu kwamen.
De leerplicht en de kinderwetten in 1901 hebben een bepalende betekenis gehad voor de
twintigste-eeuwse benadering van het kind: het ‘schoolkind’.
Ideeëngeschiedenis
Sinds de jaren zestig is er vanuit verschillende historische invalshoeken en vanuit de
demografie en de pedagogiek een ware stroom van onderzoek op gang gekomen op deze
gebieden. Van meerdere kanten is de gedachte gekritiseerd dat de ideeëngeschiedenis zich
kon beperken tot de canon van de grote denkers. Hier zijn met name twee ontwikkelingen op
verwante terreinen van belang:
1. De beweging op het gebied van de geschiedenis van het politieke denken
2. De beweging op het gebied van het wetenschappelijke onderzoek.
Onafhankelijk van elkaar hebben zowel Duitsland als Engeland onderzoekers van de
geschiedenis van het westerse denken:
● Engeland: de taal van de politieke theoretici werden in de context van het
socialedenken en handelen van hun tijd geplaatst. Peter Laslett toonde aan dat de
stilzwijgende vooronderstelling van de traditionele ideeëngeschiedenis als een
dialoog tussen de grote denkers uit de canon niet klopte. Politieke teksten konden
slechts worden begrepen door grondige historische bestudering van hun sociale
contexten.
● Duitsland: hierbij werd een benadering ontwikkeld: de Begriffsgeschichte.
Kenmerkend is dat de concentratie voor de historische omwentelingen, deze ligt op
periodes waarin vele veranderingen bij elkaar komen en een omslag in het denken
lijkt plaats te hebben. Nog radicaler dan de Engelsen distantieerden zij zich dus van
de veronderstelling dat er in de ideeëngeschiedenis sprake zou zijn van continuïteit
en dat de verschillende denkers steeds op dezelfde kwesties zouden kluiven. Deze
omslagperiode is de Sattelzei.
Wetenschapsonderzoek
Thomas Kuhn (1962) liet een ingrijpende verandering op gang komen in het onderzoek naar
de geschiedenis van de wetenschap. Sinds Kuhn is de aandacht in dit onderzoek verlegd
van een retrospectieve terugblik naar een analyse van de wetenschapper als actor in zijn
tijd. Kuhn spreekt hier van een ‘disciplinaire matrix’, waarmee hij doelt op het vocabulaire
waarvan een groep wetenschappers zich dient. Een goed begrip van de historische
betekenis vereist dat die wordt bestudeerd in hun specifieke context.
, hoofdstuk 1 - Het schoolkind
blz. 27
Studiehuis
Sinds 1998 kennen we het Studiehuis → didactisch concept voor de bovenbouw van
havo/vwo dat teruggrijpt op principes uit de vorige eeuw. centraal staat de
zelfredzaamheid en de leerling moet in zijn eigen tempo kunnen werken.
Het studiehuis ziet de school als een moment in de levenslange vorming, ‘éducation
permanente’. → De taak van de school: bijbrengen van de juiste leerattitude om in je
verdere leven kennis op te kunnen doen (het gaat dus echt om het leren leren, en niet alleen
om de school als plek om kennis slechts op te doen) (Daltonplan = onderwijssoort waarbij de
nadruk ligt op keuzevrijheid voor de leerling, samenwerking met andere leerlingen en de
ontwikkeling van zelfstandigheid)
twee verwachtingen van kennis in de huidige samenleving:
- kennis zal in onze samenleving een steeds belangrijkere rol krijgen
- men is ervan overtuigd dat kennis en inzicht in deze samenleving vergankelijker zijn
dan ooit (sneller dienen te worden bijgesteld als het gevolg van kennis en inzichten)
blz. 28
De vraag bij het studiehuis is of de toekomst(opvattingen/richtlijnen) wel uniform zijn. Daarop
is het moeilijk te anticiperen. Ook: Wat zijn de mogelijke negatieve sociale gevolgen van het
centraal stellen van het principe van zelfwerkzaamheid voor een deel van de leerlingen?
Waarom is historische kennis belangrijk voor de pedagogische praktijk?
Basale historische kennis kan een zinnige rol spelen in het nadenken over de toekomst van
het onderwijs. Hierdoor kun je realiseren in wat voor traditie we staan en in welke zin we juist
afwijken, en beseffen hoe de aandacht voor diverse pedagogische problemen zijn gegroeid
de afgelopen tijd. Historische kennis is van belang voor een goede beoordeling van actueel
beleid. Hierdoor kunnen we namelijk experimenteren, ideeën en inzichten kritisch tegen het
licht houden van eerdere, soms veel oudere inzichten en ervaringen en kan helpen
voorkomen dat we ons opnieuw het wiel proberen uit te vinden of een weg inslaan die in het
verleden al doodlopen is gebleken.
blz. 29
Ten minste twee problemen dienen zich dan aan waar de pleitbezorgers van dit principe een
oplossing voor dienen te vinden: het eerste probleem heeft betrekking op het principe van
zelfwerkzaamheid en het tweede op de gevolgen ervan. De twee aangestipte thema’s van
de zelfwerkzaamheid en van de maatschappelijke (on)gelijkheid lopen als rode draden door
het hoofdstuk. Een derde kwestie zal de schoolstrijd zijn.
blz. 31
παιδεία
(= onderwijs ‘Grieks’) Pas bij de Grieken kreeg de opvoeding een zelfstandige plaats als iets
waar systematische over werd nagedacht. In Mesopotamië (5000 jaar geleden) was het
onderwijs voor een kleine maatschappelijke elite en deze hebben gezorgd voor algemene
vorming en beroepsopleiding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentVrijeUniversiteit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.