,1 Atoombouw
Sterrenstof
Praktijk
1 aHet is een proces dat een paar honderdduizend jaar duurt.
b Er zijn zo veel sterren in elk stadium dat we door al deze gegevens te combineren ons een goed beeld
kunnen vormen.
2 H, He, C, O, Si
3 aNee, bij een chemische reactie blijven de atoomsoorten behouden. Dat is hier niet het geval.
b De massa van de waterstofkernen is groter dan de massa van een heliumkern. Het verschil in massa
wordt in energie omgezet.
4 ade zwaartekracht en de gasdruk
b De zwaartekracht is niet groot genoeg om de deeltjes in het binnenste van de ster bij elkaar te
houden. De gasdruk overheerst dan en de materie in de ster wordt naar buiten gedrukt. Er ontstaat
een rode reus.
c De massa in de kern is zó groot dat de zwaartekracht de overhand heeft. Onder invloed hiervan
implodeert de ster.
1 Atoommodel
1 aDalton nam aan dat alle stoffen zijn opgebouwd uit kleine bouwstenen die hij atomen noemde. In
zijn benadering waren atomen ondeelbare massieve deeltjes.
b Men nam al ruim tweeduizend jaar aan dat alles was opgebouwd uit de vier elementen aarde, water,
lucht en vuur. Het bestaan van atomen werd tot die tijd ontkend.
2 • De ontdekking van positieve en negatieve lading in het atoom (Thomson). De gedachte dat een
atoom ‘niet-deelbaar’ is, ging hierdoor niet meer op. Toch is de naam atoom behouden gebleven.
• De ontdekking dat het atoom bestaat uit een heel kleine, positief geladen kern met daaromheen een
wolk van negatief geladen elektronen. Het grootste deel van het atoom bestaat uit lege ruimte
(Rutherford).
• Meer inzichten over de positie die de elektronen in de elektronenwolk innemen (Bohr).
• De ontdekking van neutronen in de kern (Chadwick).
3 aDe elektronen in de buitenste schil zijn valentie-elektronen.
b Ar heeft 18 elektronen met de elektronenconfiguratie 2,8,8.
c Uit de elektronenconfiguratie volgt dat er acht elektronen in de buitenste schil zitten. Er zijn dus acht
valentie-elektronen.
, deeltje plaats in atoom massa (u) lading (e)
proton in de kern 1,0 1+
neutron in de kern 1,0 0
elektron in schillen om de kern 0,000 55 1–
5 adoor het aantal protonen in de kern
b het aantal protonen + het aantal neutronen
16
6 a 16O en 8 O
39
K
b K-39 en 19
c 79Br en Br-79
7 aH heeft atoomnummer 1. Hieruit volgt dat er 1 proton in de kern is. Het massagetal is 1.
Er zijn dus 1 – 1 = 0 neutronen in de kern.
Het aantal elektronen is even groot als het aantal protonen. Er is dus 1 elektron.
Deze bevindt zich in de eerste (K) schil.
Het atoommodel H-1 ziet er als volgt uit:
b C heeft atoomnummer 6. Hieruit volgt dat er 6 protonen in de kern zijn. Het massagetal is 12.
Er zijn dus 12 – 6 = 6 neutronen in de kern.
Het aantal elektronen is even groot als het aantal protonen. Er zijn dus 6 elektronen die als volgt
verdeeld zijn over de schillen:
K-schil: 2
L-schil: 4
Het atoommodel C-12 ziet er als volgt uit:
, c F heeft atoomnummer 9. Hieruit volgt dat er 9 protonen in de kern zijn. Het massagetal is 19.
Er zijn dus 19 – 9 = 10 neutronen in de kern.
Het aantal elektronen is even groot als het aantal protonen. Er zijn dus 9 elektronen die als volgt
verdeeld zijn over de schillen:
K-schil: 2
L-schil: 7
Het atoommodel F-19 ziet er als volgt uit:
symbool atoomnummer aantal aantal massagetal aantal
protonen elektronen neutronen
C 6 6 6 12 6
Fe 26 26 26 56 30
U 92 92 92 234 142
Kr 36 36 36 82 46
O 8 8 8 16 8
Au 79 79 79 197 118
Ra 88 88 88 226 138
9 aIsotopen zijn atomen met hetzelfde atoomnummer, maar met een verschillend massagetal.
Ze hebben dus hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal neutronen.
b Br-79 en Br-81
c Br 79: Br heeft atoomnummer 35 en heeft dus 35 protonen in de kern. Het aantal neutronen in de
kern is 79 – 35 = 44. Er zijn 35 elektronen (verdeeld over vier schillen: 2, 8, 18, 7).
Br 81: Br heeft atoomnummer 35 en heeft dus 35 protonen in de kern. Het aantal neutronen in de
kern is 81 – 35 = 46. Er zijn 35 elektronen (verdeeld over vier schillen: 2, 8, 18, 7).
10 a 3He: 2 protonen, 1 neutron; 4He: 2 protonen, 2 neutronen; 6He: 2 protonen, 4 neutronen
b Nee, alleen He-3 en He-4. Dat volgt uit de gegevens in Binas tabel 25A.
*11 aDe stof wordt niet echt verbrand, want het is geen reactie met zuurstof.
1
b Voor elke 6500 H-atomen is er 1 deuteriumatoom. Percentage is dus 100% 0, 015% .
6500
c Ja, dat klopt helemaal: Binas geeft ook 0,015%.
d De kernen ontstonden door fusie van neutronen en protonen.
e Die vielen weer uiteen.
f De kernen fuseerden verder tot heliumkernen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chemistrymaster2012. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.