Samenvatting Beïnvloeden
en veranderen van gedrag
Deel I H1, 2 & 3. Deel II H 4, 5 & 6. Deel III H7, 8
& 9.
Renske Buring
Januari 2014
Samenvatting van het boek Beïnvloeden en veranderen van gedrag, tweede druk, juni 2013. Auteur
Carina J. Wiekens.5870 woorden en 24 pagina’s.
,Inhoudsopgave
Deel 1 Waarom doe je wat je doet?........................................................................................................ 1
Hoofdstuk 1 Denken in termen van nurture ....................................................................................... 3
1.1 Mensbeelden ............................................................................................................................. 3
1.2 Impliciete theorieën: Incremental versus entity theories ......................................................... 3
1.3 In hoeverre zijn eigenschappen en gedrag beïnvloedbaar? ..................................................... 3
Hoofdstuk 2 Leren ............................................................................................................................... 5
2.1 Een aanpassingsproces aan de omgeving ................................................................................. 5
2.2 Klassieke conditionering (Pavlov) .............................................................................................. 5
2.3 Operante conditionering (Skinner)............................................................................................ 5
2.4 Sociaal leren ............................................................................................................................. 6
2.5 Cognitief leren ........................................................................................................................... 7
2.6 Samenvatting en conclusies ...................................................................................................... 8
Hoofdstuk 3 Behoeften, doelen ende theorie van gepland gedrag .................................................... 9
3.1 Waarom je doet wat je doet ..................................................................................................... 9
3.2 Behoeften .................................................................................................................................. 9
3.3 Doelen ....................................................................................................................................... 9
3.4 Verschillen tussen behoeften en doelen ................................................................................. 10
3.5 De theorie van het geplande gedrag ...................................................................................... 10
3.6 Samenvatting en conclusies .................................................................................................... 11
Deel 2 Het veranderen van je eigen gedrag .......................................................................................... 12
Hoofdstuk 4 Zelfregulatie: wat is dat? .............................................................................................. 12
4.1 Een definitie van zelfregulatie ................................................................................................. 12
4.2 Zelfregulatie in de hersenen.................................................................................................... 12
4.3 De ontwikkeling van zelfregulatie ........................................................................................... 13
4.4 Randvoorwaarden ................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 5 Zelfregulatie: het proces ............................................................................................... 14
5.1 Het stellen van concrete doelen.............................................................................................. 14
5.2 Het stellen van irrealistische doelen ....................................................................................... 14
5.3 Het opstellen van haalbare planningen .................................................................................. 14
5.4 De uitvoering van de planning ................................................................................................ 14
5.5 Het bijsturen van gedrag ......................................................................................................... 15
5.6 Zelfregulatie: Hoe vergroot je de kans op succes ................................................................... 15
Hoofdstuk 6 Synthese: zelfregulatie in de praktijk ........................................................................... 17
,Deel 3 Het beïnvloeden van het gedrag van anderen ........................................................................... 19
Hoofdstuk 7 De beïnvloeder.............................................................................................................. 19
7.1 Invloedrijke personen .............................................................................................................. 19
7.2 Macht, invloed en de beïnvloeder .......................................................................................... 19
7.3 Kenmerken van beïnvloeders .................................................................................................. 20
7.4 Wanneer welke beïnvloeder of leider? ................................................................................... 21
Hoofdstuk 8 Het beïnvloeden van gedrag ......................................................................................... 22
8.2 Het opstellen van een interventie ........................................................................................... 22
8.3 Beïnvloeding: het trekken van de aandacht ............................................................................ 22
8.4 Beïnvloeding: het overbrengen van een boodschap............................................................... 22
Hoofdstuk 9 Synthese: gedragsbeïnvloeding in de praktijk .............................................................. 25
9.1 Casus I: Beloningen.................................................................................................................. 25
9.2 Casus II: Het voorbereiden van een presentatie ..................................................................... 25
9.3 Casus III: Praktijksituatie van een preventieprogramma ........................................................ 25
9.4 Conclusies ................................................................................................................................ 25
,Deel 1 Waarom doe je wat je doet?
Hoofdstuk 1 Denken in termen van nurture
Nature vs. Nurture debat.
1.1 Mensbeelden
Een mensbeeld bevat ideeën over hoe je denkt dat mensen in elkaar zitten.
Eigenschappen die genetisch bepaald zijn heb je weinig invloed op. Eigenschappen die aangeleerd
zijn, kunnen verder ontwikkeld of weer afgeleerd worden.
Genetisch gedetermineerd Genen zijn bepalend bij het tot uiting komen van eigenschappen. De
omgeving heeft hier geen of nauwelijks invloed op.
Genetische predispositie Je hebt ergens aanleg voor of je hebt het niet. De omgeving heeft hier
invloed op.
Je mensbeeld bepaalt je gedrag en heeft invloed op de vraag in hoeverre je denkt dat het gedrag van
anderen beïnvloedbaar is.
Of je gelooft dat gedrag wordt bepaald door de menselijke natuur, of doordat het aangeleerd (of
door een specifieke situatie opgeroepen) wordt, heeft invloed op je inschatting van de
beïnvloedbaarheid van het gedrag.
Je visie op je eigen en andermans ‘natuur’ bepaalt ok hoe je over jezelf en anderen denkt/oordeelt.
1.2 Impliciete theorieën: Incremental versus entity theories
Incremental theory Bijvoorbeeld het geloof dat IQ trainbaar is/te ontwikkelen is.
Entity theory Bijvoorbeeld het geloof dat IQ vast staat en dus niet ontwikkeld kan worden.
Of je voor een bepaalde eigenschappen een Incremental of entity theory hebt, heeft invloed op hoe
je tegenover het testen van die eigenschap staat, hoe je de testsituatie ervaart en hoe je de
resultaten van de test interpreteert.
1.3 In hoeverre zijn eigenschappen en gedrag beïnvloedbaar?
1.3.1 Lichamelijke kenmerken en prestaties
Verschil in gewicht tussen mensen heeft een genetische basis. Echter blijft je gewicht wel
beïnvloedbaar (wisselwerking tussen aanleg, voedselinname en energieverbruik = lichaamsgewicht).
Het daadwerkelijke gewicht wordt grotendeels bepaald door gedrag.
1.3.2 Persoonlijkheid
Mensen vertonen een aangeboren verschil in temperament.
Verschillen in temperament stabiele vroeg optredende individuele verschillen in emotionaliteit,
energie, aandacht en volharding, reactiviteit en vriendelijkheid (waarschijnlijk genetische
verschillen).
Temperament kan voor 40% worden toegeschreven aan genetische variëteit.
toont aan dat temperament een genetische component heeft.
60% van de individuele verschillen wordt toegeschreven aan ‘specifieke omgevingsvariabelen’
(contact met vrienden, leraren, ziekten en ongelukken et cetera).
, Verschillen in persoonlijkheidskenmerken kunnen voor ongeveer 50% verklaard worden door
genetische verschillen. De invloed die genen op de eigenschappen van de Big Five hebben is
behoorlijk groot.
Big Five:
- Extraversie
- Neuroticisme
- Toegeeflijkheid
- Consiëntieusheid
- Openheid
Persoonlijkheidskenmerken zijn lastig te beïnvloeden maar dit is wel een mogelijkheid (theoretisch
gezien).
Eigenschappen zijn niet volledig gedetermineerd, ze kunnen beïnvloed worden door ‘specifieke
omgevingsvariabelen’.
Hamer en Copeland zeggen dat mensen worden geboren met bepaalde eigenschappen (traits). Wat
ze kunnen leren door ervaring is de mogelijkheid om controle over deze eigenschappen uit te
oefenen.
In plaats van persoonlijkheidskenmerken van een persoon te veranderen, richt je je op gedrag in
concrete situaties en ga je dat gedrag veranderen.
1.3.3 Cognitieve capaciteiten en prestaties
Uit onderzoek blijkt dat IQ voor 50% tot 80% genetisch bepaald is. Je intelligentie moet echter wel
ontwikkeld worden.
Voor 65% staat vast hoe snel je bijvoorbeeld informatie opneemt maar je hersenen zijn wel
trainbaar.
Hersenen zijn onder normale omstandigheden tot op hoge leeftijd trainbaar.
Hersenen zijn voortgekomen uit genetisch materiaal en gevormd door de (pre)natale omgeving.
Deliberate Practice Theory (bewuste oefening theorie) Verschillen tussen experts en amateurs
kunnen vervolgens verklaard worden door het verschil in het aantal uren van bewuste oefening.
Onder normale omstandigheden zijn cognitieve capaciteiten in hoge mate trainbaar.
Mensen met het geloof in de entity theory zullen de taak in kwestie vermijden na een mislukte
poging. Mensen met het geloof in de incrementel theory zullen juist meer gemotiveerd raken en juist
beter hun best doen ( kunnen uiteindelijk self fulfilling prophecies worden).
Geloof in het al dan niet kunnen verbeteren van je cognitieve prestaties hangt af van:
- Geloof of genen bepalend zijn
- Je zelfbeeld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Renske793. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.