100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Extramuraal samenvatting Blok 1 leerjaar 2 $4.37   Add to cart

Summary

Extramuraal samenvatting Blok 1 leerjaar 2

1 review
 55 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

alles voor extramuraal Blok 1 leerjaar 2. volgens de specificatietabel. Schouder, CWK, nekpijn, knie, enkel etc.

Preview 3 out of 26  pages

  • October 28, 2019
  • 26
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: RLW • 4 year ago

avatar-seller
Em hc1 week 1
- Dtf: directe toegankelijkheid fysiotherapie
- Screening:
 Aanmelding, anamnese, onderzoek
 Herkennen patroon (tekens en symptomen)
 Conclusie: pluis/ niet pluis
 Verslaglegging
- Screening:
 Patroon niet bekend
 Patroon bekend + therapeut is competent
 Patroon bekend + andere hulpverlener is (meer) competent
 Patroon bekend + verdenking ernstige pathologie
o Medicijngebruik
o Nachtelijke pijn
o Tractus anamnese (gal-blaas-lever etc.)
o Houdings/ bewegingsgerelateerd
o Beloop
o Inventarisatie hulpvraag
 Verklaring zoeken. Afgevallen zonder reden = rode vlag, dieet niet

klinische instabiliteit – panjabi
• passief kapsel ,ligamenten, bot
• actief musculatuur inclusief pezen
• controle centraal en perifeer zenuwstelsel

Neutrale zone: de zone waarin het lokaal stabiliserende systeem
het meest actief is, de zone waarin de passieve structuren de
minste stabiliteit verzorgen. In de neutrale zonde zijn de local
stabilizers meer actief. Er kan een verschuiving plaatsvinden van
de neutrale zonde, deze kan namelijk zo groot worden dat de
stabiliteit niet meer gewaarborgd kan worden.

- Afname neutrale zone -> hypomobiliteit
- Toename neutrale zone -> hypermobiliteit
 Lokaal
 Gegeneraliseerd
 Traumatisch
 Functioneel

Klinische instabiliteit: een significante vermindering van de capaciteit van het stabiliserende systeem van
het gewricht om de neutrale zone binnen fysiologische grenzen te houden, zodat neurologische
dysfunctie kan optreden en ongepaste pijn (SAPS) kan ontstaan.

Twee soorten instabiliteit:
- Instabiel bewegingstraject (functioneel)
 Toename/ vergroting neutrale zone
 Verminderde wrijving gewrichtsoppervlak
 Tijden de beweging vindt er instabiliteit plaats, dit ligt veelal aan het spiersysteem
- Instabiele eindstand (structureel)
 Toename ROM
 Remmende structuren zijn beschadigd

,Local stabiliser
- Aanspannen om de weerstand tegen bewegen te vergroten
- Aanspanning leidt niet tot bewegen (osteokinematica)
- Aanspannen leidt tot druk in het gewricht
- Aanspannen excentrisch
- Geen antagonisten
- Arthrokinematische sturing
- Activiteit onafankelijk van beweginsrichting
- Continu actief tijdens beweging
- Proprioceptieve input
- Overbruggen één gewricht
- Diep gelegen
 Dysfunctie:
o Reactie op pijn is afname functie
o Verlies van controle in de neurale zone

Global stabiliser
- Excentrisch controleren range of motion (rom)
- Concentrisch gedurende hele rom
- Isometrisch tegen de zwaartekracht
- Niet continu actief
- Beïnvloed door antagonisten
- Actief in bepaalde richtingen
 Dysfunctie:
o Reactie op pijn is hypertonie
o Verlies van controle tijdens (grote) bewegingen

Global mobiliser
- Torque (rotatie om een as)
- Beweging veroorzaken
- Concentrische functie  Dysfunctie:
- Actief in bepaalde richtingen o Reactie op pijn is hypertonie
- Schok absorptie o Verlies van controle tijdens (grote) bewegingen
- Korte duur aanspanning
- Oppervlakkig gelegen

Interventie
- Actief subsysteem het beste trainbaar:
 Locals en globals
- Passief subsysteem kan herstellen na schade
-wordt verzorgd door de vertebrae, de ligamenten en de disci.
 Dysfunctie van dit systeem kan een gevolg zijn van mechanische overbelasting, dit kan zowel
komen door een te grote/snelle belasting op een normale structuur (trauma) als door normale
belasting op een verzwakte structuur. Gevolg hiervan is afname van de stabiliserende capaciteit,
de neutrale zone neemt toe. Het actieve systeem moet in zo’n geval compenseren.
- Controle subsysteem door aanleren / herleren motorische patronen
 het controlesysteem, wordt verzorgd door de zenuwen en het centrale zenuwstelsel, dit
subsysteem monitort wat het actieve subsysteem moet doen om voor stabiliteit te zorgen. Krijgt
en verwerkt constant informatie via het passieve en actieve systeem. Na verwerking stuurt het
weer informatie terug zodat de stabiliteit in stand gehouden wordt, dit is een continu proces

, Optimaliseren van de voorwaarden voor herstel
- Voorlichting
- Rom
- Stabiliteitstraining (locals / globals) -> veilig en doelmatig bewegen
Wordt gedaan om het steunweefsel (bv. ligamenten) te laten helen, om de omliggende musculatuur
te versterken (krachtsluiting), om de bewegingscontrole (motor control) te herstellen en om te zorgen
voor veilige en doelmatige bewegingspatronen.
- Opbouw volgens magee:
 Verminder pijn
 Herstel mobiliteit
 Train propriocepsis
 Laat de eindstanden van het gewricht voelen
 Laat de middenstand van het gewricht zoeken
 Laat zelfstandig de eindstand zoeken
 Laten zelfstandig de middenstand zoeken
 Train de stabiliserende musculatuur statisch (eerst local stabilisers, dan global stabilisers)
 Train de stabiliserende musculatuur dynamisch (eerst excentrisch, dan concentrisch)
 Integreer in adl en sport

Hc2 schouderonderzoek
- De schouder is de meest mobiele regio van het lichaam
- Het kan het snelste bewegen van het lichaam
 Waarom? Vroeger: verdediging dmv werpen (speer)
 Scapulakop veel meer naar lateraal ipv craniaal
 De mens heeft een hele mobiele rug
- Complex gewricht
- Grote beweeglijkheid
- Kleine vormsluiting, vraagt om grote krachtsluiting
 Is gevoelig voor overbelasting

Wat doet een schouder:
- Rijken, Duwen, Trekken, Gooien, Tillen

Veel bewegingen vinden plaats in een keten.
- Bv. service of worp
 (benen, romp, schouder)

De optimale bewegingsuitslagen om adl-
activiteiten uit te voeren zijn:
- Anteflexie van 60 graden
- Retroflexie van 30 graden
- Exorotatie van 30 graden
- Endorotatie van 30 graden

glenohumeraal:
- Kleine vormsluiting
 Humeruskop, gleniod (kom) met labrum
 Veel kapsels en banden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fysm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79650 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.37  3x  sold
  • (1)
  Add to cart