Hoofdstuk 1 De veranderende rol van informatie en informatietechnologie
Wanneer we kijken naar de redenen waarom organisaties informatietechnologie inzetten,
blijkt dat kostenbesparingen of effectiviteit lang niet altijd de belangrijkste overweging zijn.
Veiligheid is een andere belangrijke reden.
Als de rol van informatietechnologie groeit, neemt ook de afhankelijkheid tussen organisatie
en informatietechnologie en de noodzaak voor een betere afstemming tussen de 2
elementen toe. In deze ontwikkeling zijn een aantal fasen het herkennen die door Richard
Nolan in een algemeen model verwerkt zijn dat is opgebouwd uit 3 opeenvolgende
tijdperken die elk bestaan uit 3 verschillende fasen; het Nolan-model.
Tussen 2 opeenvolgende tijdperken is er
steeds sprake van een discontinuïteit,
een periode van grote veranderingen
waarin een organisatie het ene tijdperk
verlaat en het volgende tijdperk
binnenstapt.
Tussen het dataverwerkingstijdperk en
het informatieseringstijdperk is er
sprake van een technologische
discontinuïteit doordat de organisatie
op dat moment ingrijpende
veranderingen aanbrengt in de gebruikte
informatietechnologieën.
Bij de overgang van het
informatiseringstijdperk naar het
netwerktijdperk ligt de aard van de discontinuïteit veel meer in veranderingen in de
werkprocessen en de organisatiestructuur van de organisatie. Er wordt gesproken van
organisatorische discontinuïteit omdat de veranderingen te maken hebben met de invloed
die de technologie heeft op de werkwijze en de structuur van de bestaande organisatie. De
meer traditionele organisatievormen zijn niet erg geschikt om snel op de wensen van
externe partners in te spelen vandaar de organisatorische veranderingen.
De invloed die informatietechnologie op de organisatie heeft neemt in het Nolan-model in
principe steeds toe. In de eerste fasen is er vooral sprake van automatisering. Daarbij gaat
het om applicaties die moeten leiden tot meer efficiënte en effectieve processen binnen de
organisatie. De aard van de processen die worden geautomatiseerd verandert niet of
nauwelijks.
Een meer vergaande vorm van organisatieverandering door informatietechnologie betreft
rationalisering van procedures; in dit geval leidt de inzet van informatietechnologie tot het
wegnemen van allerlei knelpunten in processen. Bestaande procedures worden
geoptimaliseerd.
,In het geval van reengineering gaat de invloed van informatietechnologie nog verder,
aangezien in dit geval het gehele bedrijfsproces opnieuw wordt geanalyseerd en her
ontworpen.
De meest radicale vorm van organisatieverandering, ook wel aangeduid met de term
bedrijfstransformatie, vindt plaats indien de hele doelstelling en structuur van de
organisatie opnieuw wordt ingericht door de inzet van informatietechnologie.
Dataverwerkingstijdperk:
Het eerste tijdperk in het Nolan-model is een periode waarin de relatie tussen
informatietechnologie en de organisatie erg ongestructureerd is de volgende fasen worden
herkend:
1. Initiatie: In deze fase worden de computers binnen de organisatie geïntroduceerd. Er
is nauwelijks of geen sprake van bemoeienis of interesse van het management
2. Uitbreiding: het gebruik van computers verspreidt zich binnen de organisatie over
meerdere functionele gebieden. Het management bemoeit zich nog steeds
nauwelijks met het automatiseringsgebeuren en van enige centrale sturing is nog
geen sprake
3. Beheersing: in deze fase lopen de kosten van de automatisering sterk op door steeds
toenemende vraag van eindgebruikers, het management wordt daardoor gedwongen
zich met informatietechnologie te gaan bemoeien.
Het dataverwerkingstijdperk kenmerkt zich door een sterke groei van de rol van
informatietechnologie zonder dat daar veel sturing of beheersing van het management
tegenover staat. Er wordt wel gesproken van eilandautomatisering, waar elke applicatie een
op zichzelf staande functie heeft binnen de informatievoorziening van een organisatie.
Informatiseringstijdperk
Heeft in belangrijke mate betrekking op de vormgeving van de interne
informatietechnologie binnen organisaties. In dit tijdperk ontstaat een samenhangende IT-
organisatie door de integratie van systemen en gegevens en door het goed plannen van de
voor de informatievoorziening benodigde technologie, de volgende fasen worden
onderscheden:
4. Integratie: de bestaande losstaande systemen binnen de organisatie moeten worden
geïntegreerd om verdere groei mogelijk te maken. Dit vraagt om planning,
afstemming en sturing, waardoor de rol van het management in het
automatiseringsproces toeneemt.
5. Gegevensbeheer: bij eindgebruikers verschuift de behoefte aan applicaties naar een
behoefte aan gegevens en informatie. Daarmee komt er meer nadruk op het
(centrale) beheer van gegevens binnen de organisatie.
6. Volwassenheid: informatietechnologie is een integraal onderdeel van het
functioneren van de organisatie en wordt ook als zodanig door het management
behandeld. De IT-ontwikkeling wordt op strategisch niveau gepland.
Een belangrijk kenmerk van het informatiseringstijdperk is dat de gebruikte
informatiesystemen beter op de behoeften van de gebruikers worden afgestemd. Daarbij
gaat het zowel om de toegankelijkheid van systemen als om de groeiende functionaliteit
waardoor informatietechnologie bij steeds meer verschillende taken in de organisatie kan
, worden ingezetOm de toenemende kosten die zijn verbonden aan de inzet van
informatietechnologie beter in de hand te kunnen houden is er in dit tijdperk veel aandacht
voor standaardisaties en integratie van de gebruikte informatiesystemen, op het gebied van
zowel hardware als software.
Netwerktijdperk
Het netwerktijdperk kenmerkt zich door het gebruik van informatietechnologie om de
relatie met handelspartners te intensiveren. De rol en daarmee ook de planning van
informatietechnologie beperkt zich nu niet meer tot de eigen organisatie maar heeft
betrekking op de samenwerking die er tussen verschillende organisaties plaatsvindt. De
volgende 3 fasen worden onderscheden:
7. Functionele infrastructuur: in deze fase gaat de aandacht vooral uit naar het
inrichten van een goed afgestemde infrastructuur zodat IT-faciliteiten goed
bereikbaar zijn voor alle onderdelen van de organisatie. Daarnaast moet de
infrastructuur zodanig flexibel zijn ingericht dat zij geen knelpunt vormt bij het
inrichten van nieuwe IT-toepassingen in latere fasen.
8. Groei op maat: in deze fase richt de organisatie zich geheel op de wensen van haar
klanten door middel van de ontwikkeling van allerlei nieuwe toepassingen. De in de
vorige fase ingerichte infrastructuur zorgt ervoor dat nieuwe toepassingen niet
worden belemmerd door een gebrekkige IT-voorzieningen.
9. Snelle respons: nadat er in de vorige fase een sterke groei in nieuwe applicaties in
opgetreden, richt deze laatste fase zich op de finale afstemming tussen de inmiddels
zeer dynamische bedrijfsprocessen en de ondersteuning van de teams van gebruikers
die binnen de organisatie actief zijn.
Daar waar het dataverwerkingstijdperk zich vooral kenmerkt door de inzet van
informatietechnologie voor efficiëntie en het informatiseringstijdperk wordt gekenmerkt
door een nadruk op effectiviteit, is de rol van informatietechnologie in het netwerktijdperk
primair gericht op flexibiliteit. De informatietechnologie moet erop gericht zijn dat de
organisatie zich snel kan aanpassen aan veranderingen in haar omgeving, zoals de wensen
van klanten of de samenwerking met leveranciers.
Op het eerste gezicht lijkt het Nolan-model sterk op een beschrijving van de historische
ontwikkeling van computersystemen (historisch model). Daarbij valt vooral op hoe de fasen
van het Nolan-model overlappen met de tijdperken die er in de ontwikkeling van met name
hardware te onderscheiden zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemiekrozema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.