Samenvatting van alle stof uit het eerste jaar wat gekend moet worden voor de OAT in jaar 2. Zowel anatomie, fysiologie en pathologie zitten in dit document bij elkaar.
Voor 7,00 ook via Facebook of te koop ;)
ALGEMEEN
Sensorische input = prikkels van de buitenwereld.
Motorische output = beweging die gemaakt wordt.
CENTRALE ZENUWSTELSEL
Hersenen en ruggenmerg
Wordt beschermd door botten. De buitenste laag van de hersenen heet hersenschors. Hierin liggen cellichamen
van neuronen met gliacellen ertussen zorgt voor de grijze kleur (grijze stof). De binnenzijde bevat uitlopers
van neuronen met daaromheen myeline zorgt voor witte kleur (witte stof).
Meerdere zenuwvezels worden hier tractus of fasciculus genoemd.
Ascenderende (sensorische) vezels = zenuwvezels die sensorische informatie binnen het centrale zenuwstelsel
craniaal versturen. Bv. pijnbanen.
Descenderende (motorische) vezels = zenuwvezels die motorische informatie binnen het centrale zenuwvezels
caudaal versturen.
PERIFERE ZENUWSTELSEL
12 paar hersenzenuws en 31 paar spinale ruggenmergzenuwen
Deze zenuwen verbinden het perifere met het centrale. Alle structuren die door een ruggenmergzenuw
bediend worden vormen een segment.
Meerdere zenuwvezels worden hier zenuw of perifere zenuw genoemd. Meerdere zenuwen worden plexus
genoemd.
Afferente (sensorische) vezels = zenuwvezels die sensorische informatie naar het centrale zenuwstelsel.
Efferente (motorische) vezels = zenuwvezels die prikkels van het centrale zenuwstelsel naar de periferie
sturen.
Sensoriek = de verwerking van alle soorten prikkels waarvoor wij gevoelig zijn. Bv. geluid, licht, druk.
Sensibiliteit = alleen de tast. Bv. kou, warmte, pijn. Ook de houdings- en bewegingszin behoren hiertoe.
GLOBAAL WERKINGSPRINCIPE
Visceraal/vegetatief = heeft met inwendige omstandigheden te maken. Interne regulatie = homeostase. Het
wordt ook wel het autonome zenuwstelsel genoemd.
Gladde spieren
Somatisch/animaal = heeft met de uitwendige omstandigheden te maken. Heeft met de wil te maken, maar
gebeurt niet altijd bewust.
Dwarsgestreepte skeletspieren
Propriocepsis
Parasympatisch = rust en herstel. Er gaat meer bloed naar de ingewanden.
Orthosympatisch = actie. Er gaat meer bloed naar de spieren, luchtpijp zet uit en zweetklieren maken meer
zweet aan. Bloeddruk en hartslag nemen, toe spijsvertering neemt af.
Naomi Bosma - Overall Toets Jaar 1
,HERSENVLIEZEN
Er liggen drie vliezen om de hersenen en het ruggenmerg heen = hersenvliezen of meningen. Van binnen naar
buiten zijn dit:
Hard hersenvlies = dura mater. Zit stevig vast aan het schedel en de binnenkant van het wervelkanaal.
Het heeft een beschermende functie.
Spinnenwebvlies = Arachnoïdea. Afdeklaag van de subarachnoïdale ruimte, ruimte bestaande
spinnenwebdraden en liquor. Het heeft een schok dempende functie.
Zacht hersenvlies = pia mater. Volgt de oppervlakte van de hersenen en het ruggenmerg.
RUGGENMERG
GRIJZE STOF. Is het deel van de centrale zenuwstelsel dat de cellichamen van de zenuwcellen, de dendrieten
en de korte axonen bevatten. De grijze stof bevindt zich in de hersenen aan de buitenkant en in het
ruggenmerg aan de binnenkant. De grijze stof heeft als functie het verwerken van informatie. De grijze kleur
komt door het mengsel van bloedvaten en cellichamen van zenuwcellen.
Achterhoorn: schakelneuronen, sensorische informatie komt binnen
Zijhoorn: visceromotorisch
Voorhoorn: somatomotorisch, alfamotorneuronen, lopen naar skeletspieren toe.
WITTE STOF. Is het deel van het centraal zenuwstelsel dat de axonen, de gemyeliniseerde uitlopers van
zenuwcellen bevatten. Deze axonen verbinden de verschillende hersengebieden met grijze stof met elkaar en
geleiden de zenuwimpulsen tussen neuronen. Als functie heeft de witte stof de verzorging van de
communicatie tussen de zenuwcellen/De witte kleur is het gevolg van de myelinescheden van de zenuwvezels.
Zenuwvezels die in de lengte richting van het ruggenmerg lopen.
REFLEXEN
Bij een reflex wordt een prikkel door het zenuwstelsel in een min of meer stereotiepe reactie vertaald.
Fasisch = kortdurend en snel.
Tonisch = lang en aanhoudend.
Monosegmentale reflex. Een reflex binnen een bepaald segment (kniepeesreflex).
SOMATISCH REFLEX. Prikkels van de buitenwereld komen via de huid of het bewegingsapparaat binnen.
Impulsen bereiken via somato-afferenten en achterwortel het ruggenmerg en hebben hun effect via somato-
efferenten op de dwarsgestreepte spieren.
Somato-somatisch = somatisch, reflex van de spieren (kniepeesreflex).
Somato-visceraal = prikkel van buitenaf en er komt een reactie van binnen af (aanraking van de huid
en een verhoogde hartslag).
VISCERAAL REFLEX. Autonome reflexen worden opgewekt door stimulatie van interceptoren, bereiken
ruggenmerg of hersenstam via autonome of viscero-afferente vezels en hebben hun effect via autonome- of
viscero-efferente vezels. Vele reflexen komen zowel via orthosympatisch als parasympatisch zenuwstelsel tot
stand, maar ook reflexen die zich vooral richten op 1 van de 2.
Viscero-somatisch = prikkel van binnen af en er komt een reactie naar buiten toe (koud en daardoor
klappertanden).
Viscero-visceraal = visceraal, reflex in de organen (maagkleppen sluiten bij opkomend maagzuur)
Naomi Bosma - Overall Toets Jaar 1
, Zenuwstelsel
Centraal (CS) Perifeer (PS)
binnen vliezen buiten vliezen
Grote hersenen Hersenzenuwen
Kleine hersenen Spinale zenuwen
Hersenstam Vertakkingen
Ruggenmerg
REFLEX MODEL
Prikkels worden door sensoren opgevangen, door het CZS verwerkt en door spieren in reacties omgezet. Dit
model schiet vaak te kort! Gedrag is niet altijd op een eenvoudige manier terug te voeren op een “uitlokkende
prikkel”.
Deterministisch: de prikkel is bepalend voor een min of meer stereotiepe reactie.
Echter is de relatie tussen stimulus en respons onvoorspelbaar. Het hangt af van verschillende factoren:
perceptie, arousal, geheugen, emotie, cognitie en context. Al deze factoren zijn van invloed bij de beslissing tot
handelen.
Bij de segmentale opbouw van het zenuwstelsel kan je onderscheid maken in twee systemen.
1. Segmentale niveaus (horizontaal)
a. Grijze stof
b. Wortels/plexus/zenuwen
c. Geïnnerveerde structuren
2. Longitudinale niveaus (verticaal)
a. Ascenderende banen
b. Descenderende banen
c. Verbinden de segmentale niveaus
MONOSEGMENTALE REFLEXEN. Reflex die beperkt blijft tot een segment. Een voorbeeld is het
kniepeesreflex. Door een tik op de pees ontstaat een korte rek van de m. Quadriceps en hiervoor wordt de
Naomi Bosma - Overall Toets Jaar 1
, spierspoel geprikkeld. Via Ia- en II-vezels worden de motoneuronen van de m. Quadriceps geactiveerd. Er
ontstaat een korte contractie van de spier. Fasisch reflex.
MULTISEGMENTALE REFLEXEN . Reflexen die over meerdere segmenten verlopen en zo dus ook effect
hebben op meerdere spieren. Voorbeelden:
1. Terugtrekreflex/flexiereflex
2. Tonische halsreflex
3. Labyrinthreflex
4. Nekoprichtreflex
LONGLOOPREFLEXEN. Prikkels stijgen op naar de hersenschors en worden vanaf daar verder vervoerd via
afdalende banen en motoneuronen naar de spieren.
PARALLELE REFLEXROUTES . Een prikkel legt verschillende routes af. Er zijn na prikkeling drie responsen te
zien.
1. Spinaal: loopt over een of meer segmenten
2. Hersenstam: medullaire respons = laag. Pontiene spons = hoog.
3. Cerebrum: corticale respons, maar ook responsen over diencephalon, limbisch systeem of basale
kernen.
Tijdens normaal functioneren vloeien de responsen in elkaar over.
Anticipatiereactie: voordat de prikkel feitelijk optreedt is er al een rectie.
FEEDBACK EN FEEDFORWARD .
1. Externe invloeden: feedbacksysteem.
a. Waarnemen en corrigeren van de houdingsafwijkingen.
b. Evenwicht, zicht, propriocepsis en stabiliteit
2. Eigen bewegingen: feedforwardsysteem.
a. Andere strategie kiezen
b. Houdingsmaatregelen gekoppeld
DE SPIERSPOEL EN DE MYOTATISCHE REFLEX . Bij houdingsregulatie neemt de spierspoel de
sleutelpositie in. De spier spoelen liggen parallel aan de spiervezels en rekken wanneer deze gerekt wordt. De
mate van rekking en rekkingsveranderingen wordt omgezet in actiepotentiaal reeksen die via Ia- en II-vezels
naar het ruggenmerg geleid worden.
Ia-vezels = fasisch-tonische respons. Registreren de lengte en de snelheid van lengte verandering.
II-vezels = tonische respons. Geven de heersende lengte weer.
Een lengtetoename van een spier veroorzaakt daardoor een actieve contractie van de spier myotatisch
reflex. De lengte van de spier wordt geprobeerd hiermee zo constant mogelijk te houden.
HET FUSIMOTORE SYSTEEM . Via de gamma-motoneuronen kan de gevoeligheid van de spierspoel worden
‘ingesteld’. Er zijn twee groepen gammamotoneuronen.
1. Dynamische gamma-1-neuronen maken de myotatisch reflexxboog als het ware meer alert op
lengteveranderingen.
2. Statische gamma-2-motoneuronen zorgen ervoor dat het spierspoelsysteem is ingesteld op een
kortere lengte.
OPBOUW BEPAALDE LICHAAMSHOUDINGEN .
Via myotatisch reflex wordt de lengte van de spier zo constant mogelijk gehouden.
Lengte wordt ingestekd door gamma-motoneuronen.
Spieren bepalen welke hoek er in de gewrichten gehandhaafd moet worden.
Alle gewrichtshoeken = bepaalde houding
Iedere lichaamshouding wordt opgelegd door een specifieke activiteit van gamma-motoneuronen.
Handhaven door: spierspoel-feedback-systemen.
Naomi Bosma - Overall Toets Jaar 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaomiBosma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.