Dit document bevat alle stof die je nodig hebt voor het tentamen van media-ethiek in jaar 2 van de opleiding Creative Business op de HvA. Het bevat samenvattingen van de stof uit de screenshots van boeken, aantekeningen van de werkcolleges, stof die je nodig hebt voor de schrijfopdracht en een kort...
1.
Ethiek: gedragswetenschap die zich bezighoudt met reflectie op de moraal
Moraal: geheel van normen en waarden
Waarden: idealen:
- Persoonlijk: respect, integriteit, betrouwbaarheid, vrijheid, rechtvaardigheid bijvoorbeeld
- Professioneel: deskundigheid, zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, integriteit en kwaliteit
bijvoorbeeld
Normen: concrete gedragsregels, richtlijnen voor handelen
Ethisch dilemma: conflict van waarden
2.
Media ethiek/communicatie-ethiek: houdt zich bezig met de reflectie op het functioneren van de
massamedia
Beroepsethiek: vakethiek van journalist, communicatieprofessional en reclamemaker
Communicatiewetenschap: houdt zich bezig met de bestudering van informatievoorziening die op
een beroeps- en/of bedrijfsmatige basis plaatsvindt aan een algemeen dan wel professioneel
ontvangerspubliek
Een journalist onderscheidt zich van medeburgers door de vakmatigheid. Journalisten vormen geen
stand en houden er geen ethiek op na, ze wensen be- en geoordeeld te worden als alle andere
burgers.
The social responsibility theory of the press (van Cuilenburg na WO II in de VS): kleine groep had
zeggenschap over de pers: de eigenaars van de media. De macht en omvang van kranten en
tijdschriften groeiden sterk door de toename van het advertentievolume -> persconcentratie. De
media namen toe in omvang en macht, terwijl ze in handen kwamen van een kleine groep -> meer
kritiek: uitgevers, journalisten en de overheid in de VS gingen zich bezinnen op de taak en de functie
van de pers in de samenleving -> ontwikkeling
Vijf eisen die samenleving aan de pers mag stellen:
1. De media moeten nauwgezet, betrouwbaar en veelzijdig berichten. Nieuws en commentaar
moeten worden gescheiden. Objectiviteit is het hoogste goed.
2. De pers moet een podium bieden voor het uiten van opinie en kritiek.
3. De pers moet een representatief beeld van de groepen in de samenleving schetsen.
4. De media zijn verantwoordelijk voor de presentatie en verduidelijking van de doelen en waarden
van de samenleving.
5. De pers moet zorgen voor volledige toegang tot de dagelijkse intelligentie, zodat het publiek zo
volledig en veelzijdig mogelijk wordt geïnformeerd.
Professionaliseringsproces: meer aandacht aan beroepsethische vorming en verantwoordelijkheid
van de pers Verantwoordelijkheid heeft ook collectief aspect: verantwoordelijkheid van gehele
,redactie, afdeling, bedrijf en beroepsorganisatie.
Met Van der Meiden kunnen we vier niveaus van normen onderscheiden:
1. Persoonlijke normen: morele opvattingen die iedereen in zich draagt en die bepalen of gedrag kan
2. Organisatienormen: normen binnen een bedrijf
3. Beroepsnormen: geheel van morele normen zoals die gelden in de beroepsorganisatie voor de
wijze waarop het vak beoefend dient te worden
4. Maatschappelijke normen: de algemeen in de samenleving geldende morele opvattingen
- Beledigende publicatie: publicatie is onnodig grievend/kwetsend
- Onrechtmatige publicatie: wanneer die publicatie onjuist of onvolledig is
Zorgvuldigheidsnorm: optreden tegen onjuiste, onvolledige of beledigende publicaties, inbreuken op
de privacy en tegen bepaalde methoden van nieuwsgaring
Drie redenen voor noodzaak tot reflectie op de journalistieke beroepsethiek:
1. Ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie: kritiek op de journalistieke
beroepsbeoefening en op het karakter van de journalistiek:
- Computer en databanken hebben mogelijkheden tot informatievoorziening vergroot
- Televisie en opmars beeldcultuur geven nieuwe middelen om werkelijkheid vorm te geven
Ethiek van het beeld: beelden zijn schokkender en harder geworden
2. Toename commerciële druk op nieuwsorganisaties en gevolgen voor de journalistieke praktijk:
meer concurrentie en minder onafhankelijkheid. Dit niet hoeft te betekenen dat ethische normen in
het gedrang komen, want geloofwaardigheid, onafhankelijkheid en objectiviteit van journalistiek is
ook een groot goed.
3. Vervaging van grenzen tussen informatie en entertainment en informatie en politiek: kunnen
afbreuk doen aan de geloofwaardigheid en feitelijkheid van informatieve programma’s.
Informatisering van de samenleving: meer info zorgt voor moeilijker om te verzekeren van de
aandacht van het publiek. Reclamemakers zoeken vaker grenzen op om op te vallen. Ook bij tv:
mensen kijken meer naar amusement en minder naar serieuze informatie -> infotainment.
Emotie-tv: formats waarin gewone mensen hun persoonlijk leven en diepste gevoelens presenteren
Nieuwe technische mogelijkheden: door bewerken veranderingen in nieuwsfoto’s zonder dat de
krantenlezer dit door heeft. Ook kunnen situaties worden gefotografeerd die niet echt bestonden.
Commerciële belangen: steeds belangrijker en bedreiging voor de journalistieke onafhankelijkheid:
- Schrijvende pers: advertorials, gesponsorde bijdragen, druk van directie op de redactie
- Publieke omroepen: sponsoring door het bedrijfsleven en de invloed op de inhoud daarvan
4.
Zelfregulering: professionals formuleren zelf normen van hun vak en houden toezicht op de naleving:
- Journalistiek: raad voor de journalistiek, ethische codes, ombudsman, rectificaties
- Communicatiebranche: beroepsverenigingen en genootschappen, gedragscodes
- Reclame: Reclame Code Commissie
- Media: Watchdogs
, Zelfregulering is complementair (=aanvullend) op wetgeving
Voordelen:
- Beroepsgenoten handelen volgens de in de branche levende opvattingen en normen
- Antwoord op protesten van het publiek (BV: in reclamebranche tegen misleidende reclame:
slechte reclame zorgt dat de consument zich afkeert van het product ->
reclameboodschappen moeten niet in strijd zijn met de in de samenleving geldende morele
opvattingen en met het algemeen belang)
- Het toetsen van bepaalde gedragingen wekt een morele discussie en overeenstemming
onder beroepsbeoefenaren op
- Zelfregulering scherpt het ethisch oordeel -> positief effect op de status van het beroep
- Een goed functionerend systeem voorkomt ingrijpen door de overheid
- Efficiënter en effectiever dan wettelijke maatregelen en procedures: toetsing sneller en
goedkoper en kritiek van vakgenoten komt harder dan van de rechter
Nadelen:
- Toetsing wordt verricht door een gezelschap dat deels bestaat uit vakgenoten: ze houden
elkaar de hand boven het hoofd. Men treedt onnodig streng op.
- Het geheel maakt een nogal vrijblijvende indruk
- Weinig/onvoldoende sancties
5. Chequeboekjournalistiek: betalen voor informatie.
Veel vinden dat dit verboden moet zijn, maar als het zorgt voor een goed verkocht blad krijgt iemand
daar terecht een vergoeding voor, wanneer iemand veel heeft moeten investeren in het verwerven
van kennis of deskundigheid of voor wie de tijd kostbaar is.
Leidt tot: niemand vertelt iets zonder geld te krijgen of de concurrent moet het dubbele betalen.
De betrouwbaarheid is moeilijk te controleren -> risico op verzonnen en aangedikte verhalen
Uitlokking: wanneer de persoon die betaald wordt een geheimhoudingsplicht heeft is er aan twee
kanten een strafbaar feit; de journalist is schuldig aan uitlokking en de geheimhouding plichtige
schendt zijn zwijgplicht.
6. Undercoverjournalistiek:
Een journalist verzwijgt zijn identiteit als journalist en speelt een rol om door te dringen in bepaalde
kringen om misstanden op te sporen en deze te onthullen. Code van Bordeaux: bij het verkrijgen van
nieuws, foto’s en documenten dient de journalistiek alleen faire methoden te gebruiken.
Geschiedenis:
Vreekamp: rollenspel: de methode waarbij de verslaggever zonder zich bekend te maken als
journalist zich gedraagt op een manier die stereotiep is voor een bepaalde groep. Door binnen te
dringen hoopt hij info te krijgen die hij niet op een andere manier kan bemachtigen.
1885 William Thomas Stead: reportage over vrouwenhandel in Londen. Vermomde zich als oude
rijkaard en ging naar de markt om een slavinnetje te kopen. Deze publicatie hielp mee aan de
verhoging van de wettelijke beschermde leeftijd van meisjes van 13 naar 16 jaar.
20e eeuw muckrakers (VS): maakten beroep van het onthullen van maatschappelijke misstanden
door noest speurwerk in dossiers te verrichten, maar soms namen ze een valse identiteit aan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merel001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.