100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen mediapsychologie, werkcolleges volledig uitgewerkt met duidelijke uitleg $4.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen mediapsychologie, werkcolleges volledig uitgewerkt met duidelijke uitleg

 73 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Omdat de sheets van de colleges niet altijd helemaal duidelijk zijn heb ik mij verdiept in de stof. Hierbij een samenvatting van de colleges, per leerdoel uitgewerkt. Ook verkrijgbaar in een bundel, samen met de samenvatting van het boek!

Preview 2 out of 12  pages

  • October 28, 2019
  • 12
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Werkcolleges mediapsychologie
Week 1: hoofdstuk 1 & 2
Wat is mediapsychologie en wat is het raakvlak met psychologie en sociale psychologie?
Mediapsychologie is ontstaan uit de behoefte van de toepassing van psychologische theorie en
onderzoek naar de impact van media. Het speelveld bestrijkt het gehele spectrum van de menselijke
beleving van media – affectief (emotie), cognitief (bewustzijn) en gedrag -in activiteiten,
gebeurtenissen, theorieën en praktijk. Media omvat alle vormen van gemedieerde communicatie,
zoals afbeeldingen, geluid, inhoud en nieuwe technologieën (‘emerging technologies’).
Mediapsychologie streeft naar het verwerven van inzicht in hoe mensen media begrijpen, gebruiken
en erop reageren in deze mediarijke wereld, en er waarde aan ontlenen bij het oplossen van
problemen en voordelen eruit halen.

Psychologie bestudeert het menselijk gedrag dat vertoond wordt in een bepaalde sociale omgeving.
Er is nog wel een verschil tussen waarneembaar en niet waarneembaar gedrag.
De sociale psychologie die de invloed van de sociale context op individuen onderzoekt, bijvoorbeeld
de invloed van groepen, zoals families, vrienden, collega’s of de gehele samenleving.

Belangrijke basis theorieën vanuit sociaal psychologie
Conformisme is het uitvoeren van een bepaalde reactie aan de groep om zo niet buiten de groep te
vallen. Dus stel iedereen kiest een fout antwoord, jij kiest ook het foute antwoord om zo hetzelfde te
zijn. Het gaat dus om groepsdruk in de mediapsychologie. (Experiment van Asch  lijntjes)

Psychologie van het beïnvloeden: Milgram experiment. Ondanks dat een autoriteit geen autoriteit
hoeft te zijn, zijn mensen daar heel gevoelig voor. In de naam van een autoriteit kunnen mensen heel
ver gaan. Stel je trekt een geel hesje aan, zullen veel mensen naar je luisteren. (Experiment Stanley
Milgram  schokken)

Stanford prison experiment. Studenten werden willekeurig in twee groepen van twaalf opgesplitst:
een gevangenengroep en een bewakersgroep. Na korte tijd begonnen de studenten zich naar hun rol
te gedragen: gevangenen werden onderdanig en bewakers kwamen in de verleiding om hun macht te
misbruiken. Het gaat erom hoe mensen met autoriteit omgaan. (Philip Zimbardo, doet dit met
studenten van Stanford University). Het was bedoeld om de bereidheid te meten van een deelnemer
om gehoor te geven aan opgedragen taken van een gezaghebbende die strijdig zijn met het
persoonlijke geweten van de deelnemer.

Mensen zijn beïnvloedbaar. (Enkele fundamentele voorbeelden uit de sociale psychologie)
Beïnvloeding door de omgeving, hoort bij de sociale psychologie.
Beïnvloeding door de media, hoort bij mediapsychologie. De media moet worden opgevat als een
sociale omgeving.
Mensen kunnen op een onbewuste manier beïnvloed worden. Mensen zijn te beïnvloeden op
verschillende klassen. Media kan invloed hebben op cognitief (kennis), affectief (emoties) en
gedragsmatige (wat ze doen) responsen.

Wanneer spreekt men vanuit de wetenschap over beïnvloeding? (oorzaak en gevolg)
Mediapsychologie is een wetenschap: de werkelijkheid wordt systematisch in kaart gebracht. Met het
wetenschappelijk perspectief in de media wordt bedoeld: het beschrijven, voorspellen en verklaren
van het omgaan van mensen met media. Wetenschappers kijken systematisch naar de werkelijkheid
en proberen verschijnselen te meten. Het gaat om verbanden tussen verschijnselen, oftewel om
relaties tussen variabelen A en B. Er zijn twee soorten verbanden, correlatie en causale verbanden.

, Correlatie heeft een verband, maar geen oorzaak en gevolg. Er zou heel goed een andere oorzaak
kunnen zijn. Een verandering binnen de ene variabel gaat gepaard met een verandering in de andere
variabel. Een positieve gaat gepaard met positief en negatief gaat gepaard met negatief. Hoe sterker
de correlatie is hoe beter we de aard van iemand gedachten kunnen voorspellen


Causaliteit is een duidelijke zaak van oorzaak gevolg. Als er iets gebeurd, heeft dit een gevolg op iets
anders. Er is sprake van causaliteit als:
- Er een correlatie bestaat tussen variabelen A en B.
- Variabele A invloed heeft op B maar niet omgekeerd.
- Er mogen geen alternatieve verklaringen bestaan voor de relatie tussen A en B

In de mediapsychologie wordt er onderzoek gedaan naar respons op drie verschillende niveaus.
1. Hoe mensen denken (cognitieve respons)
2. Wat ze voelen (affectieve respons)
3. Wat ze doen (gedragsmatige respons)

Afhankelijke variabelen worden zo genoemd omdat het gevolg afhangt van de invloed van andere
factoren. Cognities, emoties en gedragingen zijn de belangrijkste klassen waar de media invloed op
kan hebben. Als je mening veranderd door een reclame is er sprake van een cognitief respons.
Wanneer je moet lachen om een reclame of een film is er sprake van een affectief respons.
Een aankoop na het zien van een reclame valt onder gedragsmatige responsen.

Onafhankelijke variabelen hebben invloed op de afhankelijke variabelen (oorzaak variabelen). Onder
onafhankelijke variabelen vallen persoonsvariabelen en situationele variabelen, of een combinatie van
beide. Onder persoonsvariabelen verstaan we alle eigenschappen en kenmerken waarop mensen
van elkaar kunnen verschillen.
Bij situationele variabelen gaat het om de verschillende tussen de externe omgeving. Situationele
variabelen verschillen altijd over externe omstandigheden. De situationele variabelen kunnen grote
effecten hebben op cognitieve, affectieve en gedragsmatige responsen van mensen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmhop. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.41
  • (0)
  Add to cart