100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Theoretische introductie onderzoeksmethoden 1-14 $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Theoretische introductie onderzoeksmethoden 1-14

7 reviews
 142 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek Research Methods in Psychology (3e ed.) van Morling, B. voor het vak Theoretische introductie onderzoeksmethoden (psychologie jaar 1) aan de RUG. Inclusief samenvatting van het artikel over kwalitatieve onderzoeksmethoden en collegestof.

Last document update: 5 year ago

Preview 4 out of 21  pages

  • Yes
  • October 28, 2019
  • October 29, 2019
  • 21
  • 2019/2020
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: bashoeflaak • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lisaooiman • 3 year ago

review-writer-avatar

By: julia-rooz • 4 year ago

review-writer-avatar

By: seknol02 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: lauragroot-zevert • 3 year ago

review-writer-avatar

By: yvonnesmid2000 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: renskepostma • 4 year ago

avatar-seller
Theoretische introductie onderzoeksmethoden | Rijksuniversiteit Groningen

Samenvatting van Morling, B. (2018). Research Methods in Psychology. W.W. Norton & Company Inc.
New York, NY.

Laura Keijzer



Hoofdstuk 1. Psychologie is een manier van denken
De psychologische wetenschap maakt gebruik van de empirische methode. Dit houdt in dat
onderzoek wordt uitgevoerd door het doen van systematische observaties van menselijk gedrag door
waarneming.

Deze systematiek gaat met behulp van de theorie-datacyclus:

1. Een theorie is een ordening van systematische observaties tot een aantal stellingen die
algemene principes beschrijven over hoe variabelen zich tot elkaar verhouden, die leiden tot
specifieke, onderzoekbare vragen. Een theorie bewijst in feite niets en is slechts een
ondersteuning. Een goede theorie:
 Is ondersteund door data
 Is falsifieerbaar: het leidt tot aannames die, wanneer ze getest worden, fout kunnen zijn
 Is spaarzaam: simpel en alomvattend
2. De onderzoeksvragen bevatten geoperationaliseerde variabelen. Dit zijn variabelen die
meetbaar zijn gemaakt.
3. Onderzoeksdesign is ook wel de onderzoeksopzet
4. De hypothese is een testbare voorspelling over de relaties tussen twee of meer variabelen.
Deze gaat over de veronderstelling die de onderzoeker toetst en is afgeleid uit de theorie.
5. De data is de verzameling van observaties/waarnemingen.
 Data die in overeenstemming zijn met de theorie versterken de theorie
 Ontkrachtende of compleet andere data leiden tot revisie van de theorie

Theorieën worden door wetenschappers geëvalueerd op basis van het gewicht van bewijs. Voor de
‘kracht’ van een theorie geldt dat hoe meer verschillende data er is, hoe sterker de theorie in elkaar
steekt.

 Van theorie naar observatie is deductie en van observatie naar theorie is inductie.
 De wetenschap is probabilistisch: De resultaten verklaren niet alle bevindingen van alle
soortgelijke onderzoeken.

Er zijn drie basisvormen van onderzoek:

1. Fundamenteel onderzoek
 Voorbeeldvraag: ‘Welke delen van de hersenen zijn actief tijdens lezen?’
2. Vertalend onderzoek
 Voorbeeldvraag: ‘Kan elke dag een halfuur lezen de testscores op examens Nederlands
verbeteren?’
3. Toegepast onderzoek
 Voorbeeldvraag: ‘Heeft elke dag een halfuur lezen bijgedragen aan meer participatie in
lessen Nederlands?’

,Het publicatieproces van onderzoek gaat door middel van peer review. Dit betekent dat het
onderzoek gelezen en gecontroleerd wordt door collega-onderzoekers die onafhankelijk zijn van het
onderzoek zelf.

Hoofdstuk 2. Informatiebronnen
De wetenschap is compleet iets anders dan eigen ervaring en gezond verstand. Wetenschappelijke
onderzoeken beschikken over:

1. Een controlegroep
2. Een voormeting en een nameting
3. Geoperationaliseerde begrippen
4. Een sterk onderzoeksdesign

Onze eigen ervaring en gezond verstand zijn onderhevig aan bias. Hiervan zijn verschillende vormen:

1. We geloven snel sterke en goede verhalen
2. Availaility bias: informatie die makkelijk bereikbaar is in ons geheugen leiden vaak onze
gedachtegang. Dit leidt tot overschatting van hoe vaak gebeurtenissen voorkomen.
 Voorbeeld: mensen zijn angstiger voor vliegen dan voor autorijden, omdat
vliegtuigcrashes groots in het nieuws komen. Hierdoor denken we dat vliegen
gevaarlijker is, terwijl de kans op een auto-ongeluk eigenlijk vele malen groter is.
3. Present/presentbias: oorzaak-gevolgrelaties zien die er helemaal niet zijn
4. Confirmation bias: we gaan op zoek naar informatie die onze opvattingen bevestigen en
negeren informatie die onze opvattingen tegenspreekt.
5. Bias blind spot: we denken zelf dat we redelijk bestand zijn tegen bias, en vaak ook dat we
meer bestand zijn tegen bias dan anderen.

Er zijn verschillende soorten wetenschappelijke bronnen:

1. Empirische artikelen rapporteren voor het eerst onderzoeksresultaten van empirische
studies. Deze bevatten details over de methode, statistische tests en resultaten. De opbouw
van een empirisch artikel is als volgt:
a) Abstract / samenvatting
- Korte samenvatting van het onderzoek met sowieso de hypothese, methode en
hoofdresultaten
b) Introductie
- Onderwerp van de studie
- Achtergrond van de studie: geteste theorie, eerdere studies en waarom het
belangrijk is
- Onderzoeksvraag, onderzoeksdoelen en de hypothese in de laatste paragraaf
c) Methode: de ideale methode is zo gedetailleerd dat de lezer het onderzoek precies na
kan doen zonder vragen te hoeven stellen
- Opzet van de studie in detail
- Proefpersonen/deelnemers
- Materialen en meetinstrumenten
- Procedure
d) Resultaten
- Kwantitatieve en kwalitatieve resultaten
- Gebruikte statistische tests
- Ondersteunende figuren en tabellen

, e) Discussie
- Samengevatte herhaling van de onderzoeksvraag en hypothese
- Hoe de resultaten aansluiten op de hypothese
- De relevantie en het belang van de studie
- Eventuele alternatieve verklaringen voor de resultaten en andere kritische vragen
f) Referenties: literatuurlijst
2. Reviewartikelen geven een samenvatting van alle onderzoeken van een bepaald
onderzoeksgebied
 Reviewartikelen maken soms gebruik van meta-analyse: dit is een combinatie van de
resultaten van een groot aantal studies en geeft een samenvatting van het effect (de
magnitude) van een relatie.

Hoofdstuk 3. Drie claims, vier soorten validiteit
Variabelen in een onderzoek moeten altijd minstens twee meetwaarden hebben. De constante
variabele wordt gelijk gehouden en heeft één waarde.

 De gemanipuleerde variabele is een onafhankelijke variabele. Deze veroorzaakt de
afhankelijke variabele en wordt gecontroleerd door de onderzoeker.
 Voorbeeld: de hoeveelheid medicijn
 De gemeten variabele is de afhankelijke variabele. Deze wordt veroorzaakt door de
onafhankelijke variabele en kan niet worden gecontroleerd door de onderzoeker.
 Voorbeeld: de gemeten bloeddruk
 Dus: de hoeveelheid medicijn (o) veroorzaakt de gemeten bloeddruk (a).

Conceptuele variabelen zijn abstracte concepten zoals bijvoorbeeld ‘schoolprestaties’. Deze
begrippen moeten op theoretisch level worden gedefinieerd, en deze definities heten dan
conceptuele definities. Onderzoekers moeten deze variabelen operationaliseren: meetbaar maken.
Een variabele wordt dan de onafhankelijke variabele of de afhankelijke variabele.

 Bijvoorbeeld: een onderzoeker is geïnteresseerd in schoolprestaties (concept) en verwoord
dit door de vraag ‘wat is je gemiddelde schoolexamencijfer?’ op een vragenlijst
(operationalisering).

Er zijn drie soorten claims in onderzoeken:

1. Frequentie-claim: Het aantal keren voorkomen van een verschijnsel.
 Voorbeeld: ‘42% van de Nederlandse volwassenen sport nooit’
2. Associatieclaim: Een relatie tussen twee variabelen
 Het gaat hier om twee variabelen die tegen elkaar gemeten worden om te zien of er een
relatie bestaat en hoe sterk deze is. Dit heet een correlatiestudie en wordt grafisch
weergegeven in een scatterplot.
 Een correlatie betekent niet dat er een oorzaak-gevolgrelatie is tussen twee variabelen.
Het kan slechts een voorspelling doen.
 Voorbeeld: ‘Een hoger inkomen wordt geassocieerd met minder tijd voor socializen’
3. Causale claim: Een oorzaak-gevolgrelatie tussen twee variabelen
 Er zijn bepaalde eisen voor een causaal verband:
a) Er is een correlatie tussen twee variabelen
b) De oorzaak leidt tot het gevolg en niet andersom. Het is dus eenrichtingsverkeer. Dit
heet temporal precedence

, c) Er zijn absoluut geen mogelijke alternatieve verklaringen voor het verband
(confounders)
 Causale claims kunnen alleen voortkomen uit echte experimenten
 Voorbeeld: ‘Het volgen van muzieklessen verhoogt het IQ’
 Het verschil tussen een associatieclaim en een causale claim is doorgaans te zien in
taalgebruik:
 Iets is gelinkt aan of toont een verband met = associatie
 Iets leidt tot of veroorzaakt = causaal
Validiteit is of je meetinstrument/onderzoek meet wat het hoort te meten. Er zijn vier verschillende
soorten validiteit:

1. Constructvaliditeit: Hoe goed is de variabele geoperationaliseerd?
2. Externe validiteit: Is het resultaat te generaliseren naar de gehele populatie?
3. Statistische validiteit: Is het statistisch relevant?
4. Interne validiteit: Hebben de gemeten variabelen de resultaten wel veroorzaakt?

Bij de drie soorten claims zijn verschillende vormen van validiteit relevant:

 Frequentieclaim: Constructvaliditeit, externe validiteit en statistische validiteit
 Associatieclaim: Constructvaliditeit, externe validiteit en statistische validiteit
 Causale claim: Interne validiteit is het meest belangrijk, daarna kan ook gevraagd worden
naar de andere drie vormen.

Hoofdstuk 4. Ethische richtlijnen voor psychologisch onderzoek
Er zijn verschillende historische onderzoeken in de psychologie waarin grote ethische fouten zitten.
Als voorbeeld om de drie grootste ethische fouten aan te tonen wordt de Tuskegee Syphilis Studies
gebruikt:

1. Geen respectvolle behandeling
- Onderzoekers logen over de aard van het onderzoek en hielden informatie achter
voor de deelnemers
2. Schade voor de betrokkenen
- De tests die werden gedaan waren pijnlijk en gevaarlijk
3. Betrokkenen kwamen uit een kwetsbare sociale groep

Andere voorbeelden van onethische studies zijn het Stanford Prison-experiment, de Milgram Studies
en het stotteronderzoek.

Er zijn verschillende ethische basisprincipes voor psychologisch onderzoek die worden weergegeven
in het Belmont Rapport:

1. Respect voor de persoon
 Informed consent: de deelnemer weet waar hij aan mee gaat doen
 Debriefing na het onderzoek: de deelnemer heeft recht op zijn resultaten en de
onderzoeksuitkomsten
 Speciale beveiliging voor mensen zonder voldoende inzicht in hun eigen situatie
2. Weldadigheid
 Het onderzoek is gericht op verbetering
 Geen schade voor de deelnemers
 Recht op anonimiteit en vertrouwelijkheid
3. Rechtvaardigheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurakeijzer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  15x  sold
  • (7)
  Add to cart