Groep 1:
Enterobacteriaceae
Hoofdeigenschappen:
Middelgrote gram-negatieve staven
Niet-gesporuleerd → ze bevatten geen sporen
Soms gekapseld
Meestal geen pigment
Facultatief aëroob
→ Ze leven zowel aëroob als anaëroob maar bij aëroob is sterkere groei
Glucose fermenterend
→ Fermentatie = het afbreken van biologische materiaal tot eenvoudigere stoffen in
afwezigheid van zuurstof
Oxidase (cytochroomoxidase) negatief
→ Oxidasen = enzymen die zuurstof binden + vervoeren doordat ze
een redoxreactie in gang zet
---> Bij deze reacties wordt zuurstof omgezet in water (H2O)
of waterstofperoxide (H2O2)
Snelgroeiers
(on)beweeglijk
Katalase positief
→ Katalasen = enzymen die waterstofperoxide omzetten in water en zuurstofgas
Nitraatreductase positief
Hebben geen nood aan NaCl of organische N-bron
Isolatie:
Groeien goed op alle algemene bodems + op matig selectieve bodems voor
gram-negatieve staven
→ Mac Conkey is de meest gebruikte selectieve bodem!
→ Groei betekent sowieso gram-negatieve bacterie maar geen groei betekent niet geen
gram-negatieve bacterie
,Identificatie:
Gebruik van een reeks gecombineerde testmedia (Kligler, MIU, …) al dan
niet aangevuld met enkelvoudige testmedia (citraat, FAD, …)
→ Afleesbaar na 18 – 24u incubatie
Gebruik van snelle identificatietesten (ONPG, …)
→ Afleesbaar na 1 – 8u
Kligler: gele stomp (glucose fermenterend) → soms zwart
➢ Als ze zeer talrijk aanwezig zijn op slijmvliezen of in secreties waar ze normaal
niet voorkomen (vagina, keel, ...) kunnen ze een pathogene rol spelen
→ Meestal gaat het kolonisatie, soms ook om een echte infectie
➢ Sommige serotypen veroorzaken diarree: EHEC, EPEC, ETEC en EIEC
→ Enterohemorragische E. coli (EHEC)
◦ Produceren Shiga-toxines
→ Veroorzaakt schade aan vasculair endotheel
---> Gevolg: bloederige diarree (hemorragische colitis)
◦ Vnl. na het eten van hamburgers
◦ ± 8% van de patiënten met O157-diarree ontwikkelen het
hemolytisch uremisch syndroom (HUS)
→ Hemolytische anemie, trombocytopenie en acute nierfalen
→ Enteropathogene E. coli (EPEC)
◦ Veroorzaken epidemische diarree bij kinderen < 2 jaar
◦ Er vindt adhesie plaats aan epitheelcellen door EAF-plasmide (E. coli
adherende factor)
→ Enterotoxigene E. coli (ETEC)
◦ Veroorzaken reizigersdiarree (turista)
→ Waterige diarree t.g.v. de productie van exotoxines
→ Enteroinvasieve E. coli (EIEC)
◦ Dringen binnen in epitheel + veroorzaken een ontsteking
→ Gevolg invasieve + dysenterische diarree (dus met bloed)
,▪ Labo-diagnose:
➢ Isolatie (cultuur):
Groei op alle algemene bodems
Groei op Mac Conkey:
Rode/roze kolonies (lactose +) vaak met galzouten-neerslag
→ Soms ook geen lactose fermentatie (dus lactose - (lichtgele
kolonies / geen kleurverandering))!
➢ Identificatie:
Zie hoofdeigenschappen
Kligler-type: coli- of paracoli-type → enige verschil is lactose + of -
β-glucuronidase + (bij 95%)
→ Vrij specifiek want enkel bij Escherichia + een deel bij Shigella!
→ EHEC zijn β-glucuronidase -
Sommige stammen produceren geen gas (anaërogene coli)
Sommige stammen zijn onbeweeglijk
Afwijkende biochemische eigenschappen bij EHEC, EIEC, …
→ O175 stammen zijn sorbitol - (kleurloos)
---> Overige E. coli zijn sorbitol + (roos)
,2. Shigella
Er zijn 4 subgroepen/soorten binnen het geslacht Shigella:
Shigella dysenteriae
Shigella flexneri komen vooral voor in tropische streken
Shigella boydii
Shigella sonnei → komt het meeste voor in België
➔ Zijn allemaal ONBEWEEGLIJK!
➔ Sonnei is veel minder gevaarlijk dan dysenteriae
Voorkomen: Pathogene darmparasiet van de mens → uitzonderlijk ook van dieren
Pathogeen vermogen:
➢ Diarree
Dysenterie → invasieve darminfectie met bloed + slijm en gaat gepaard met koorts
Niet-bloederige diarree
De ernst van diarree is gerelateerd met de soort:
Sh. dysenteriae > Sh. flexneri > Sh. boydii > Sh. sonnei
➢ Heel zeldzaam: sepsis en hemolytisch uremisch syndroom (HUS)
Overdracht:
➢ Feco-orale overdracht (persoon-persoon)
→ De overdracht van ziekteverwekkende MO vanuit de ontlasting van een besmet individu
naar de mond van een ander individu
→ Dus overdracht via direct persoon-persoon contact (bv. via handen die besmet zijn met
ontlasting die in contact komen met de mond) of door het consumeren van voedsel en
water dat besmet is met fecale materie
➢ Wordt vooral overgegeven onder slechte hygiënische omstandigheden
Labo-diagnose:
➢ Isolatie (cultuur):
Groei op alle algemene bodems
Groei op Mac Conkey: kleurloze kolonies (lactose -)
→ Vaak kleine kolonies na 24u incubatie
Groei op Salmonella Shigella agar (SS-agar): kleurloze kolonies (lactose - en H2S -)
→ Sommige stammen van Sh. dysenteriae groeien niet op SS-agar
Groei op xylose lysine desoxychocolate agar (XLD agar):
Rode kolonies (lactose -, sucrose - en xylose -)
,➢ Identificatie:
Zie hoofdeigenschappen
Kligler-type: Shigella-type → glucose +, gas -, lactose - en H2S -
Enkel de stomp ziet geel bij de Kligler test
MIU (mobiliteit indol urease) -/+(-)/- → dus onbeweeglijk!
FAD (TDA) -
MR-VP +/-
DNA’se -
Citraat -
Acetaat -
Metabool weinig actief
Mannitol + → Sh. dysenteriae is mannitol -
,3. Salmonella
Het geslacht Salmonella bestaat uit 1 soort: Salmonella enterica
→ Van deze soort bestaan meer dan 2000 serotypen
Voorkomen: Pathogene parasiet van mensen, zoogdieren, vogels en koudbloedigen
➔ Menselijke serotypen komen enkel voor bij de mens
➔ Zoönotische serotypen komen voor bij dieren maar veroorzaken ook infecties bij
de mens
➔ Dierlijke serotypen komen enkel voor bij dieren en veroorzaken geen infecties
bij de mens
Overdracht:
➢ Menselijke serotypen: feco-orale overdracht (persoon-persoon)
→ Het kan leiden tot infecties met een lage infectieuze dosis
---> Dit betekent dat zelfs een kleine hoeveelheid van het ziekteverwekkende MO
voldoende kan zijn om een infectie te veroorzaken
➢ Zoönotische serotypen:
Via gecontamineerd voedsel van dierlijke oorsprong → bv. kippeneieren
Via contact met dieren
Pathogeen vermogen:
➢ Menselijke serotypen:
Tyfus en paratyfus
→ Incubatietijd: 5 – 10 dagen (zelfs tot 6 weken)
→ Symptomen: begint met een ziektegevoel daarna loopt het geleidelijk op tot
hoge koorts en na 1 week vage buikpijn en algemene uitputting
→ Kan leiden tot de dood indien niet behandeld met antibiotica
→ Na de ziekte: chronische kiemdrager (door overgebleven serotypen in galblaas)
→ Komt bij ons niet voor → kan wel vanuit ontwikkelingslanden komen
Achteraf: kiemdrager → je hebt zelf geen last maar kan anderen wel besmetten
➢ Zoönotische serotypen:
Gastro-enteritis (buikgriep)
→ Incubatietijd: een 2-tal dagen
→ Symptomen: koorts, abdominale krampen en diarree meestal met bloed +
slijm + WBC-bijmenging
Sepsis (zeldzaam)
→ Vooral bij mensen met verminderde weerstand
→ Hierbij kunnen infecties ontstaan zoals osteomyelitis, artritis, pneumonie, …
Achteraf: kiemdrager
→ In principe maar voor enkele weken maar soms kan het langer zijn
→ Bv. bij behandeling met antibiotica, jonge en oude mensen, …
,Labo-diagnose:
➢ Isolatie (cultuur):
Groei op alle algemene bodems
Groei op Mac Conkey: kleurloze kolonies (lactose -)
Groei op SS-agar: kleurloze kolonies met zwart centrum (lactose - en H2S +)
→ Er wordt ijzersulfide gevormd (= zwarte neerslag)
Groei op XLD-agar
Serotypering voor bevestiging!
→ Ook moeten bijna alle pathogenen die redelijk gevaarlijk zijn moeten naar een
referentielaboratorium gestuurd worden om de oorsprong etc. te onderzoeken
WIDAL-test om antistoffen op te sporen → is enkel nuttig bij verdenking van tyfus
Preventie: Vaccinatie tegen tyfus (orale inname of injectie (Vivotif))
,4. Yersinia
Het geslacht Yersinia bestaat uit een 10-tal soorten:
Yersinia enterocolitica
Yersinia pseudotuberculosis
Yersinia pestis
Yersinia frederiksenii
Yersinia kristensenii niet pathogene soorten
…
Voorkomen:
➢ Yersinia enterocolitica:
Parasiet van varkens + runderen
Wordt via voedsel (rauw vlees) overgebracht op de mens
➢ Yersinia pseudotuberculosis:
Parasiet van varkens, vogels en andere in het wild levende dieren
Kan bij de mens terecht komen
➢ Yersinia pestis:
Parasiet van knaagdieren
Wordt via beten van rattenvlooien overgebracht op de mens
Pathogeen vermogen:
➢ Yersinia enterocolitica:
Veroorzaakt gastro-enteritis (buikgriep dus diarree)
Incubatietijd: 4 – 7 dagen
Abdominale pijn, kolieken, koorts en braken bij oudere kinderen + volwassenen
→ = Het pseudo-appendiculair syndroom (symptomen lijken op ontstoken appendix
maar is het niet)
Sepsis (zeldzaam)
→ Risicofactoren: ijzeroverlading (hemochromatose) en gedaalde afweer
→ Kan worden overgegeven via bloedtransfusies door mogelijke groei van Yersinia bij
koelkasttemperatuur + stimulatie van de groei door exogeen ijzer
Post-infectieuze complicaties:
◦ Reactieve artritis
→ Enkele dagen tot 1 maand na begin diarree
→ Bij 10 – 30% van de volwassenen
→ T.g.v. neerslag van antigen-antilichaam complex in verschillende gewrichten
→ Symptomen duren gemiddeld 1 – 4 maand
◦ Erythema nodosum
→ T.g.v. neerslag van antigen-antilichaam complex in oppervlakkige arteriolen
, ➢ Yersinia pseudotuberculosis: mesenteriale lymfadenitis
→ Vergroting + abcedatie/zwelling van de lymfeklieren in de
ileocaecale streek (rechter onderbuikstreek)
→ Acuut pijnsyndroom gelijkend op appendicitis
➢ Yersinia pestis: de pest
→ Verspreiding via aërogene weg (via de lucht)
Labo-diagnose
➢ Gramkleuring: kleine gram negatieve staven tot coccobacillaire vormen
➢ Isolatie (cultuur):
Groei op algemene bodems
Groei op Mac Conkey: kleurloze kleine kolonies (lactose -)
→ Na 24u incubatie
Groei op SS-agar: kleurloze kleine kolonies (lactose -)
→ Na 24u incubatie
Groei op CIN-agar: kolonies met rood centrum en heldere perifere zone (= bullseye)
→ Wijst op mannitol + (voor differentiatie)
→ Na 48u incubatie
➢ Identificatie:
Zie hoofdeigenschappen
Kligler-type: Shigella type → glucose +, gas -, lactose - en H2S –
Beweeglijk → vaak meer beweeglijk op kamertemperatuur + onbeweeglijk bij 37°C
MIU (mobiliteit indol urease) +/+(-)/+
FAD (TDA) -
MR/VP +/-
DNA’se -
Het biochemisch vermoeden van Yersinia enterocolitica moet steeds bevestigd
worden door serotypering
Serologische diagnostiek is van belang bij de diagnose van post-infectieuze
complicaties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nimarnatin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.03. You're not tied to anything after your purchase.