100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding recht $4.24
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding recht

2 reviews
 121 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting inleiding recht, periode 1 van het eerste jaar HBO-Rechten aan de HAN. Zelf had ik een 8.6 gehaald voor het tentamen door deze samenvatting te leren. In de samenvatting komen de volgende onderwerpen aan bod: rechtsgeschiedenis, algemene begrippen, geschillen beslechting, juridische pro...

[Show more]

Preview 2 out of 11  pages

  • Unknown
  • October 29, 2019
  • 11
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: roosvandeklok • 4 year ago

review-writer-avatar

By: ilonageurts • 4 year ago

avatar-seller
Inleiding recht
Samenvatting

Week 1
Uitwerking hoorcollege 1 > rechtsgeschiedenis
Recht heeft zich in de geschiedenis ontwikkeld en het ontwikkeld zich nog steeds. Wat nu als
rechtvaardig wordt beschouwd, kan over tientallen jaren als verkeerd worden gezien. Ons huidige
recht kent aspecten uit het Romeinse en Franse recht.

Tijdperk 2000 jaar voor Chr.
In de primitieve samenleving, was er nog geen wet. De oude Germanen van circa 2000 jaar voor Chr.
hadden een oude wijze man of vrouw die in dorpen moest rechtspreken. Nadelig aan deze manier is
dat er geen rechtszekerheid en rechtsgelijkheid was (bv. door nieuwe wijze).
 Rechtszekerheid = we willen allemaal weten waar we aan toe zijn.
 Rechtsgelijkheid = we willen allemaal gelijk worden behandeld.

Romeinse recht
De Romeinen hebben over een periode van meer dan 2.500 jaar hun recht ontwikkeld en geordend.
De broers Romulus en Remus besloten samen de stad Rome te stichten, na de stichting moesten de
goden kiezen wie van de twee broers de absolute macht over de inwoners van Rome kreeg.
Uiteindelijk ontstond er ruzie; Remus werd gedood en Romulus ontleende zijn macht aan de goden.
In het begin van de Romeinse Rijk waren het de Koningen die over het rijk regeerden. De Koning was
bevoegd om wettelijke maatregelen vast te stellen. Ook de volksvergadering mocht wetten op
voorstel van de koning vaststellen. De laatste koning werd verdreven door een volksopstand, toen
ontstond de Romeinse Republiek.
Tijdens de Romeinse Republiek werd de macht uitgeoefend door twee personen, consuls. De consuls
werden rechtstreeks door het volk gekozen en hadden ieder de volledige macht. Er waren wetten die
gemaakt werken door de volksvergadering (1) en wetten die gemaakt werden door twee consuls (2).
Het volk (het plebs) kreeg meer zeggenschap, want zij mochten hun vertegenwoordigers kiezen in
het volkstribuun. Leden van oude Romeinse families (patriciërs) hadden nog veel voorrechten. Zo
mochten zij het plebs berechten zonder geschreven recht. Het volk wist niet wat hun rechten waren,
er was veel rechtsonzekerheid. Het plebs wilde dat de regels schriftelijk vastgelegd werden. Door een
volksopstand gebeurde dit (450 voor Chr.), er was dwingend en aanvullend recht opgeschreven. De
regels waren nu bekend, maar de uitleg van de regels werd niet aan het plebs bekend gemaakt.
Patricische priesters legden de regels anders uit dan hoe de betekenis in normaal spraakgebruik zou
zijn. In 304 voor Chr. Werd ook de uitleg bekend gemaakt aan het plebs.
Rond 100 voor Chr. ontstond er een keizerrijk, onder leiding van Julius Caesar. Rond 395 na Chr. is
het Romeinse Rijk verdeelt in het Oostelijke deel en het Westelijke deel. In het West-Romeinse Rijk
heeft Justitianus het destijds geldende privaatrecht in een wetboek vastgelegd (Codex).

Middeleeuwen (500-1500)
Na de val van het Romeinse rijk viel het heersende recht weg, er ontstonden ‘eilandjes’ waan
verschillende vormen van ‘gewoonterecht’ heerste. Wel werd het Romeinse recht gebruikt door
rechters wanneer er na interpretatie van het lokale gewoonterecht geen oplossing was.
De katholieke kerk had veel macht. In deze tijd vonden heksenvervolgingen plaats, er bestonden
verschillende manieren om te bewijzen dat een persoon een heks was. Bv. wanneer een persoon te
licht gevonden werd, want heksen moesten licht zijn om te kunnen vliegen. Heksen zouden de
vertegenwoordiger van de duivel zijn op aarde en ziektes veroorzaken en verspreiden. Hekserij werd
gelijk beschouwd aan moord.

, De landheer was degene aan wie je belasting moest betalen op het platteland. Hij was degene die
recht sprak en hij vormde het bestuur van de regio. In de steden was de ‘schout’ de baas, hij werd
gekozen door de landheer. Hij bestuurde samen met de ‘schepenen’ een stad. De schepenen inde
belasting en spraken recht, ze arresteerden verdachten en zorgde dat een vonnis werd voltrokken.
Straffen werden voornamelijk in het openbaar uitgevoerd; martelingen. Een bekentenis na een
marteling werd gezien als bewijs. In de stad was er ook een stadsraad, een aantal rijke burgers. Zij
controleerde besluiten van de schepenen. In het begin van de 14 e eeuw begonnen steden wetten
vast te leggen. Wanneer er een strafbaar feit was gepleegd dat met de kerk te maken had, was het
de Bisschop die als rechter optrad en de straf op legde. > een slachtoffer moest bij verkrachting zelf
bewijs vergaren: op straat laten zien hoe ze er aan toe is.

Wetenschappelijke revolutie en verlichting
Tijdens de wetenschappelijke revolutie van de 17 e eeuw kreeg de kerk minder grip op de
samenleving. Verschillende uitvindingen zorgde voor een andere kijk op de wereld. De nieuwe
uitvindingen zorgden voor de noodzaak om auteursrechten te regelen. Steeds meer filosofen
kwamen op en bespraken hun ideeën voor het ideale staatsbestel. Montesquieu kwam ermee dat
machten gescheiden moesten worden: trias politica. Een onpartijdige rechter moest uitspraak doen.

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Aan het eind van de Republiek (rond 1795) ontstond er steeds meer weerstand tegen de adel met
hun bevoorrechte posities. De patriotten wilden een democratische samenleving met gelijke rechten
voor alle burgers. De Orangisten wilden de nazaten van Willem van Oranje de absolute macht laten
behouden. Een stadhouder was een edelman die de plaatsvervanger van de vorst was. Stadhouder
Willem van Oranje (1533-1584) oefende namens de staten het gezag uit.

Het Koninkrijk Holland
Aan het begin van de 19e eeuw besluiten de Fransen onder leiding van Napoleon de Republiek te
bezetten. (monarchie) Hij wees zijn broer aan als Koning van het Koninkrijk Holland (1806-1810).
Omdat Napoleon niet tevreden was werd in 1810 het Koninkrijk ingelijfd bij het Franse keizerrijk.
Toen werd het land vanuit Parijs bestuurd, alle Franse wetten gelden in Nederland.

Het Koninkrijk der Nederlanden
Na de val van Napoleon en het einde van de Franse overheersing was vanaf 1815 het Koninkrijk de
Nederlanden een feit. De Koning werd een nazaat van Willem van Oranje. De Franse wetboeken
werden tijdelijk nog wel gebruikt. Door de verschillende opvattingen van deze wetten werden het
noorden en zuiden van elkaar gescheiden. In 1838 kwam het Burgerlijk Wetboek, dit was grotendeels
gebaseerd op de Franse wetten, die van het Romeinse recht zijn afgeleid. In 1886 nam Nederland zijn
eigen Wetboek van Strafrecht aan. Het bestuursrecht kwam pas eind van de 19 e eeuw: het
‘Kinderwetje van Van Houten’ 1874 en de armenwet 1854 waren de eerste bestuurswetten.

De rol van de Hoge Raad tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is er hard over de Hoge Raad geoordeeld. Mensen waren
teleurgesteld in het handelen van de Raad, omdat;
 Het tekenen door rechters bij de Hoge Raad van de ariërverklaring.
 Zonder protest aanvaarden van het ontslag van de joodse president van de HR.
 De verlaging van de leeftijdsgrens voor rechters bij de HR, zodat de Duitse bezetter de
samenstelling van de HR makkelijk kon wijzigen naar raadsheren die met hem welgezind waren.
 De uitspraak waarin de HR heeft aangegeven dat regels van de bezetter wet is en dat deze voor
gaan, ook al botsen deze met andere wetten.
 De HR heeft zicht niet naar buiten uitgesproken tegen de bezetter.

Week 2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijn1201. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.24  8x  sold
  • (2)
Add to cart
Added