Samenvatting videomodules van het vak Structuur en Financiering
1 view 0 purchase
Course
Structuur en Financiering (GW5655PM)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Alle videomodules kort en krachtig uitgewerkt in een document. Hopelijk is het overzichtelijk en heb je er wat aan! Mij heeft het naar een 7,9 geholpen dus hoop dat het net zo goed werkt!
Structuur en financiering van de Nederlandse gezondheidszorg videocolleges
Module 1
Drie fasen in de ordening van zorgstelsels (David Cutler 2002: overheidsingrijpingen in zorgstelsel
in OECD landen)
1. Eerste fase gericht op universele en gelijke toegang tot belangrijke zorgvoorzieningen
2. Een tweede fase gericht op kostenbeheersing (logisch gevolg op eerste fase nadeel van
eerste fase was dat prikkel van kostenbewust gedrag wegviel dus namen de kosten
aanzienlijk toe) doel kostenbeheersing: toegankelijk gewaarborgd maar ook geld over
voor andere diensten.
3. Een derde fase gericht op verbetering van efficiëntie door versterking van de prikkels voor
kwaliteit en kostenbewust gedrag bij zorgvragers, zorgaanbieders en betalers van zorg.
Drie fasen in ordening Nederlandse zorgstelsel
1. Invoering en uitbouw Sociale ziektekostenverzekering (1941-1970)
2. Kostenbeheersing (1971-2005): Aanbodregulering en budgettering
3. Gereguleerde concurrentie (2006-….) Hoe kunnen we met marktprikkels het systeem
efficiënter maken. (zorgverzekeringswet)
,College 2
Deel 2: zorg van privilege naar recht
Van privilege naar recht op zorg (1900-1940)
Eerste helft 20e eeuw:
- Toenemende medische prestaties
- Toenemende kosten medische behandeling
Verandering in de ziekenhuizen:
- 1910 ziekenhuis = gasthuis, curatieve zorg (beter worden) werd nog nauwelijks verricht.
- 1925 ziekenhuis steriele operatie methoden, nu wel beter worden, meer curatieve zorg
Door meer mogelijkheden in de geneeskunde werd het steeds minder aanvaardbaar in de
samenleving dat mensen daar geen toegang tot hadden omdat mensen minder fortuinlijk waren.
Gevolg: gezondheidszorg wordt meer als recht beschouwd i.p.v. privilege (marktgoed)
Tot 1940 particulier initiatief dominant
- Rond 1900: zorg door meeste mensen grotendeels uit eigen zak
- Armenzorg voor allerarmsten door gemeenten (armenwet 1854/1912) Kerkelijke en
liefdadigheidsinstellingen
- Vanaf 1900: Steeds meer ziekenfondsen voor lagere inkomensgroepen
- Doktersfondsen, arbeidersfondsen, gildefondsen, ondernemingsfondsen, coöperaties e.d.
- Huisartsen in loondienst of betaald via abonnementshonorarium
- Particuliere ziektekostenverzekeringen (Vanaf ca. 1910) voor middenstand en hogere
inkomensgroepen
Voor huisartsen was het aantrekkelijk om particuliere patiënten te hebben, voor particuliere
patiënten liepen zij namelijk geen risico en konden ze meer verdienen.
,Particuliere vergoeding: restitutievergoeding: Verzekeraar dekt kosten van zorg, maar geeft niet
zozeer recht op de verlening van zorg zelf.
Artsen hadden voorkeur voor particuliere verzekering: grotere mate van onafhankelijkheid en een
kleinere mate van risico.
Stelsel van ziekenfondsen en particuliere verzekeringen boden geen universele en gelijke toegang
tot zorg
- Omvang en financiële draagkracht ziekenfondsen te klein om grotere risico’s
(ziekenhuisopname) te dekken
- Ongelijke toegang door premiedifferentiatie en selectieve acceptatie door verzekeraars
(hoger risico=hogere premie)
- Grote lokale/regionale verschillen in de prijs en beschikbaarheid van zorg
- Pogingen om een verplichte sociale ziektekostenverzekering in te voeren mislukken keer op
keer (eerste wetsvoorstel:1904)
Deel 3: Sociale ziektekostenverzekeringen (1941-1970)
Hoe kan men universele toegankelijkheid tot zorg garanderen?
1. Bismarck (Otto von Bismarck)
- Sociale verzekering
- zorg is verzekerd recht
- uitvoering zorgverzekeraars
- Private zorgaanbieders
- Dit voorbeeld is gevolgd door: duitsland, nederland, belgie, frankrijk en zwitserland
2. Beveridge
- Belastingen
- Zorg is voorziening (geen verzekerd recht)
- Uitvoering overheid
- Publieke zorgaanbieders
- Dit voorbeeld is gevolgd door: VK, zweden, italie, spanje, canada
- Overheid heeft veel meer grip op de uitgaven in de zorg dan bij Bismarck systeem
Waarom sociale ziektekostenverzekering?
Een vrije verzekeringsmarkt (particulier, zonder overheidsingrepen) leidt tot:
- Kanssolidariteit: gelijke premie bij gelijk ziekterisico (equivalentiebeginsel)
Maar niet tot:
- Risicosolidariteit: gelijke premie bij ongelijk ziekterisico
- Inkomenssolidariteit: premie naar draagkracht (hoog inkomen = hogere premie)
- Lange termijn zekerheidsgarantie (door contracten kun je binnen een jaar als je bijvoorbeeld een
, chronische ziekte hebt en een nieuw contract moet afsluiten je veel meer moet betalen.)
Doel sociale ziektekostenverzekering:
Garanderen van betaalbare gezondheidszorg voor iedereen door:
- Afdwingen solidariteit tussen ongelijke risico’s en inkomens
- bieden van lange termijn zekerheidsgarant
Hoe dwing je solidariteit af?
Bouwstenen sociale ziektekostenverzekering
1. Premieregulering (premie mag niet variëren met risico = vorm van reguleren)
2. Pakketregulering
3. Acceptatieplicht verzekeraars (niemand weigeren)
4. Verzekeringsplicht verzekerden (mensen met laag risico moeten verzekeren)
5. Vereveningssysteem:
- Traditioneel: kostenverevening= verevening gerealiseerde zorgkosten geen financieel
risico verzerkeraars (verzekeraars die hoge kosten maken worden gecompenseerd door
verzekeraars die lage kosten maken)
- Recent: risicoverevening = Verevening verwachte zorgkosten financieel risico
verzekeraars (verschil feitelijke en verwachte kosten)
Sociale en particuliere ziektekostenverzekeringen in Nederland (1941-2005)
- In totaal dekte deze verzekeringen ca. twee derde van de bevolking
- Wettelijk vastgesteld verstrekkingenpaket van curatieve zorg
- Inkomensafhankelijke premie en risico-onafhankelijke premie
- acceptatieplicht
Particuliere ziektekostenverzekering
- Vrijwillige verzekering voor hogere inkomensgroepen
- Geen wettelijk pakket, geen premieregulering, geen acceptatieplicht
- WTZ (wet toegang ziektekostenverzekering) 1986: Standaardpakket met vaste risico-onafhankelijke
premie voor bejaarden en hoge risico’s
AWBZ 1968 (algemene wet bijzondere ziektenkosten)
- Verplichte volksverzekering voor langdurige zorg (alle Nederlanders werden hier verplicht voor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tijn0908. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.