HCO12, bijnieren (adrenals/interrenals)
Bijnier/interrenals, vanaf de vogels en reptielen spreek je van
bijnieren waar de bijnier letterlijk bovenop de nier ligt. Bij lagere
vertebraten ligt dit weefsel tussen de nieren in en dan spreek je van
interrenals. Rechts zie je situatie voor de mens aangegeven en je ziet
meteen dat de nieren en bijnieren goed aangesloten zijn op het
bloedvatstelsel (zowel een tak vanaf de aorta als een tak richting de
grote holle ader).
Anatomie bijnier, hij bestaat uit een merg en schors gedeelte. Waar de
bijnierschors steroïdhormonen produceert, is het bijniermerg van belang
voor adrenalineproductie. Hierbij is de schors een echte endocriene klier,
terwijl het merggedeelte eigenlijk onderdeel is van het autonome
zenuwstelsel.
Bijnierschors, bestaat uit 3 lagen:
1. Zona glomerulosa, ligt direct onder
het bindweefsel van de bijnier. Cellen
uit deze laag vormen bolletjes.
2. Zona fasciculata, cellen uit deze laag
vormen balkjes.
3. Zona reticularis, cellen uit deze laag
vormen een netwerk.
Hierna volgt de medulla (het merg). Waar de
bloedvaten van de endocriene klier in het
zona faciculata recht liggen, liggen ze in de zona reticularis als een
netwerk met elkaar verbonden. De verschillende lagen maken verschillende hormonen aan. De zona
glomerulosa maakt met name hormonen voor de nieren, de zona fasciculata maakt met name
cortisol en de zona reticularis maakt androgenen.
Afkomst, de bijnierschors is steroïdvormend en dan ook net als de Leydig en Theca cellen afkomstig
van het mesoderm. Deze 3 cellen hebben zelfs dezelfde oorsprong: een streek cellen tussen de
nieren en gonaden in aanleg. Een deel van deze streek migreert naar de nieren waar het
bijnierschors wordt en een deel gaat naar de gonaden voor Leydig en Theca. De steroïdvormende
cellen hebben veel vetdruppels, mitochondriën met tubules i.p.v. plooien en veel vrije ribosomen
doordat er geen plek is op het ER wegens alle enzymen in het membraan.
Bijniermerg, produceert (nor)adrenaline. Het is geen echte
endocriene klier, maar een afleiding van het zenuwstelsel. Groepen
zenuwcellen liggen vaak met hun cellichamen bij elkaar, zo’n
groepering van cellichamen ín het centrale zenuwstelsel noem je
een kern, terwijl zo’n ophoping buiten het CNS een ganglion wordt
genoemd. In het geval van het bijniermerg spreek je een
gemodificeerde sympatische ganglion.
Rechtsboven zie je een normale
sympatische ganglion waar de cel van het
ganglion met zijn axon aansluit op een
doelwitcel. In het geval van het bijniermerg
heb je ook een cholinerge neuron
(acetylcholine) vanuit het CNS die het
ganglion innerveert, maar heeft de
sympatische neuron van het ganglion vervolgens geen axon. In plaats daarvan geven neuronen van
het bijniermerg hun neurotransmitters/hormonen af aan het bloed.
, (14-10-2019)
Sympatisch systeem, de neurotransmitter van het autonome sympatische zenuwstelsel is
acetylcholine. Neuronen in het ganglion nemen acetylcholine op en geven zelf vaak adrenaline of
noradrenaline af bij het doelwitweefsel (of in het bloed). Denk hierbij aan innervatie van de lever (bv
suiker afgeven), pancreas (glucagon afgeven), spijsverteringsstelsel (darm activiteit reguleren) en
gladde spieren rondom bloedvaten. Dit gebeurt allemaal zonder erover na te denken.
Tyrosine, net als de schildklierhormonen ontstaat
adrenaline vanuit tyrosine. Dit is rechts te zien. Ook zie
je noradrenaline aangegeven. Dit hormoon wordt ook
in het bijniermerg geproduceerd. Verder heeft het
maar een halfwaardetijd van 2 minuten.
Historie, in de loop van tijd is het volgende gevonden:
- 1895, bijniermerg extract toedienen lijdt tot
verhoging van de bloeddruk (doordat de
bloedvaten contraheren).
- 1901, structuur van adrenaline is opgehelderd.
- 1905, adrenaline is niet alleen in staat
bloedvaten samen te doen trekken, maar kan
ook voor vasodilatie zorgen. Dit is afhankelijk
van de receptor op de doelwitcel.
- 1906, alkaloïden kunnen het vasoconstrictie effect remmen door een receptor te blokkeren
(nu weten we dat dit middels de α-receptor gemedieerd wordt).
- 1948, de α- en β-receptor werden als twee verschillende receptoren voor adrenaline
geïdentificeerd. Hierbij is de α-receptor van belang voor contractie (vasopressor effect) en de
β-receptor voor relaxatie (vasodilatie) van gladde spieren.
- 1962, cAMP is gevonden als second messenger van adrenaline. Activatie van de α-receptor
zorgt voor een vermindering in cAMP en activatie van de β-receptor zorgt voor meer cAMP.
Medulla, het bijniermerg is dus een afgeleide van het zenuwstelsel. Het merg ontstaat uit het
ectoderm (neurale lijstcellen). De cellen in het merg heten chromaffine cellen doordat ze daarmee
aangekleurd kunnen worden en ze zijn geïnnerveerd met het CNS door cholinerge neuronen (zoals
alle sympatische neuronen). Het bijniermerg is onderdeel van de doelwitten van het sympatische
zenuwstelsel en helpt bij het aanpassen van allerlei processen.
Catecholamine functies, adrenaline en noradrenaline hebben de volgende effecten:
- Cardiovasculaire effecten: herverdeling van het bloed door een verandering in blood flow
(vasoconstrictie en -dilatie). Zo gaan bloedvaten naar de darmen en huid dicht, terwijl
bloedvaten naar de hersenen, spieren en longen juist wijder worden. Hierdoor krijg je ook
een herverdeling van O2 aanvoer.
- Metabole effecten: homeostase behouden tijdens plotselinge mobilisatie van
energiereserves:
o Koolhydraat metabolisme, glycogenolyse → verhoogd bloedsuikerlevel dat gevoed
wordt door hepatische glycogeenreserves.
o Lipide metabolisme, lipolyse via hormone sensitive lipase (HSL) → verhoogde vrije
vetzuur levels in het bloed, waardoor de lever keton bodies kan produceren om
energie aan de hersenen en spieren te leveren wanneer glucose reserves opraken.
Suiker is een efficiënte energievoorraad die snel ter beschikking gesteld kan worden, maar wel snel
op is. Om een marathon te kunnen lopen moet je dus overgaan op de verbranding van vet.
Adrenaline zorgt voor de activatie van lipolyse om dit mogelijk te maken, zodat je door kan gaan
wanneer je suiker op is. Dit is belangrijk voor langdurige inspanningen en de fright, flight and flight
reactie.
Herverdeling bloed, adrenaline en noradrenaline binden aan de adrenergic receptoren op gladde
spieren in bloedvatwanden. Als gevolg kunnen de bloedvaten verwijden of samenknijpen. Dit is
afhankelijk van de receptor die gebonden wordt. De α-receptor leidt altijd tot een constrictie en
afhankelijk van de frequentie waarmee adrenaline aankomt, zal het vat vrijwel dichtgaan of wat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.