100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Beknopte samenvatting rechtsfilosofie $8.24   Add to cart

Summary

Beknopte samenvatting rechtsfilosofie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak rechtsfilosofie, gedoceerd aan de UA, op basis van de colleges en het handboek 'recht en samenleving anders bekeken'. Ik heb hiermee in eerste zit een mooi resultaat gehaald.

Preview 4 out of 44  pages

  • Yes
  • August 20, 2024
  • 44
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Rechtsfilosofie
Inleiding: de utopie in de politieke filosofie: oorzaken
van conflicten
1. Noodzaak van het recht
1.1. Het ontstaan van conflicten
 Veelheid: verschillende personen.
 Diversiteit: andere ideeën, andere levensplannen. Conflict.
 Schaarste: dezelfde schaarse zaken nodig.
 Vrije toegang tot schaarse goederen.
 Vier cumulatieve oorzaken voor het ontstaan van conflicten volgens de Westerse politieke filosofie .
 Noodzakelijke en voldoende voorwaarde indien ze tezamen zijn.
 Er zijn vier mogelijkheden om conflicten op te lossen:
1) Veelheid -> eenheid.
2) Diversiteit -> consensus. Utopie: deze elementen zijn niet realistisch, recht blijft over.
3) Schaarste -> overvloed.
4) Vrije toegang -> recht.

1.2. Utopie
 Inspiratie:
- Plato: “De republiek” -> zet zijn ideaal maatschappijbeeld uiteen.
- Christelijke heilsgeschiedenis: Augustinus: “over de stad Gods”.
 Oorsprong: Thomas More: “Utopia”.
- 2 boeken.
- Raphaël Hythlodaeus.
 Kenmerken:
1) Opheffing van schaarste.
- Controle en beperking van behoeften.
- Uitbreiding van beschikbare middelen door gecoördineerd arbeidssysteem.
2) Afdwingen van eenheid en consensus.
- Onderschikking van individu aan samenleving:
o Geen negatieve vrijheid.
o Geen recht op zelfontplooiing als individu.
o Geen recht om actief vorm te geven aan de samenleving.
- Zeer intensieve sociale controle.
o Opvoeding en onderwijs in teken van indoctrinatie met ideaal.
o Strikte regulering van liefden seksualiteit en voortplanting.
o Strikte regulering van individuele arbeid, tijdsbesteding en collectieve productie.
 Dynamiek en structuur van de samenleving:
1) Rationale maakbaarheid en beheersbaarheid.
2) Totaliteit van het samenlevingsexperiment.
3) Radicale breuk met het verleden.
4) Strikt hiërarchische structuur geleid door verlicht despoot.
5) Harmonie in de gemeenschap van bovenaf opgelegd.
- Door verankering van ongelijkheid.
- Doordat ideaal van zuiverheid uitmondt in continue ontzuivering.

1

, 6) Samenleving neemt plaats in van God als basis van moraal.
 De inhoud is bepalend voor het utopisch karakter van een geschrift.
 Gefaalde praktijkpogingen:
- Communisme.
- Fascisme. -> Pure machtspolitiek (geen verlicht ideaal) + dynamiek door strijd.
- Nazisme.
 Elementen van de utopie zijn ook de fundamenten van een dictatuur.

1.3. Dystopie
 Utopische literatuur verdwijnt bijna volledig na kennis te hebben gemaakt met de gevolgen
ervan.
 Aanklachten van het totalitarisme: Popper, Arendt en Lefort.
 Veelheid -> eenheid.
 Diversiteit -> consensus.
 Schaarste -> overvloed.
 Vrije toegang -> recht.

1.4. Recht
 Kenmerken:
1) Uitschakeling van vrije toegang tot schaarse middelen: eenieder kan vrij beschikken over
wat hem/haar toekomt.
2) Geen nood om ook nog op andere wijze vrijheid te beperken.
3) Geen boven menselijke opgave:
- Vertrouwde juridische figuren.
- Iedereen wil meewerken.
- Vereist geen nastreven van groot ideaal.
- Operationalisering vereist slechts minimale controle.
 Aanklachten van het totalitarisme -> recht moet met bepaalde politieke en maatschappelijke
invulling gepaard gaan:
1) Democratie.
2) Egalitarisme.
3) Stapsgewijze hervormingen.
4) Negatieve vrijheid.

2. Politieke en maatschappelijk invulling
2.1. Rechtsstaat: iedereen is onderhevig aan het recht/de wet
A. Formalisme
 De normen moeten een bepaalde vorm aannemen:
a) Veralgemeenbaarheid: niet gericht naar bepaalde individuen of groepen (onpersoonlijke
en onpartijdige werking).
b) Openbaarheid. Burger moet weten waaraan zich te houden.
c) Prospectiviteit.
d) Verstaanbaarheid.
e) Consistentie.
f) Uitvoerbaarheid.
g) Stabiliteit.
h) Congruentie.



2

, Strafrecht:
1) Enkel bestraffing op basis van normen die geschreven zijn.
2) Wet moet zowel strafbaar gedrag als straf duidelijk omschrijven.
3) Wet moet strikt worden geïnterpreteerd.
4) Geen strafbaarstelling of straf, behalve bij voorafgaande wet.

B. Proceduralisme
 Normen moeten worden toegepast volgens een bepaalde procedure:
1) Onpartijdige en onafhankelijke rechtbank moet aanspraken onderzoeken op basis van
wetten.
2) Betrokken partijen moeten aanwezig of vertegenwoordigd kunnen zijn.
3) Procedure moet gevoerd worden op basis van bewijzen en argumenten.
4) Rechtbank moet uitspraak doen op basis van wettelijke ondersteunende redenen en
reactie vormen op aangedragen bewijzen en argumenten.

2.2. Scheiding der machten
 Formeel onderscheid tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke componenten van de
staat -> trias politica.
 Personeel onderscheid: 3 organen samengesteld uit verschillend personeel.
 Functioneel onderscheid: elk van de drie organen heeft specifieke functies.
 Checks and balances.
 Primauteit van de wet:
- Uitvoerende en rechterlijke macht zijn gebonden door de wetten.
- Wetgevende macht is gebonden door de GW:
o Indeling, functies en checks and balances vastgelegd in de GW.
o GW vastgelegd door de wetgevende macht met gekwalificeerde meerderheid.

2.3. Democratie
 Identiteit van soeverein en subject: alle personen die aan beslissing onderworpen zijn,
moeten gelijke rechten hebben in bepaling ervan.
 Politiek egalitaristisch uitganspunt:
- Individualiteit als basisvoorwaarde.
o Persoon met afzonderlijke identiteit en waarde <-> identiteit en waarde afgeleid
van lidmaatschap van sociaal geheel.
o Erkenning van, en respect voor, unieke positie, inschatting en potentieel van elk
mens.
- Twee vooronderstellingen over gelijkheid.
o Alle burgers zijn voldoende gekwalificeerd om op gelijke basis te participeren.
o Alle burgers hebben gelijke intrinsieke waarde -> belangen moeten in gelijke
overweging genomen worden.
 Politiek egalitaristisch ideaal:
- Ultieme doelstelling van staat is individuele zelfontplooiing.
- Zo organiseren dat belemmeringen inzake zelfontplooiing worden weggenomen.
 Ingericht als vreedzame institutionalisering van onenigheid:
- Democratie onderkent en legitimeert bestaan van uiteenlopende belangen.
- Systeem om continue onenigheid te kanaliseren zonder geweld.
- Niet gebaseerd op op voorhand afgebakend project of doel.




3

,  Continue dynamiek: ‘lieu du pouvoir’ = ‘lieu vide’.
- Politieke macht is in handen van niemand concreet maar is instrument dat tijdelijk ter
beschikking staat.
- Plaats van de politieke macht kan enkel tijdelijk worden ingenomen.

2.4. Pluralisme
 Erkenning en waardering van diversiteit binnen politieke systeem.
 Cultiveren van vreedzaam samenleven van verschillende overtuigingen.
 Verwerping van totaal-identificatie met één ideologie.
- Scheiding van kerk en staat.
- Scheiding van partij en staat.
- Scheiding van burgerlijke samenleving en staat.
 Open society gebaseerd op individuele vrijheid en zelfontplooiing.
 Tegengaan van tirannie van de meerderheid.
 Stapsgewijze social engineering.

2.5. Burgerrechten en mensenrechten
 Garanties tegen misbruik door de staat.
 Garanties voor participatie in het politiek leven.
 Als grondrechten verankerd in GW en/of gecodificeerd in internationale verdragen.




 Recht bezit 5 elementen om dystopie tegen te gaan.

Hoofdstuk 1. De premoderne wereld
1. Methode: anders kijken door confrontatie met andere culturen
 Griekse filosofie:
1) Wereld verklaard op basis van de menselijke ervaring.
- Objectieve werkelijkheid = onze subjectieve ervaringen.
o De wereld zoals wij die ervaren.
- Aarde moest plat zijn -> men dreigt ervan af te vallen als men te ver in het water vaart.
o Mensen zoals Pythagoras zeiden dat er geen vlak, maar sfeer was.
- Zelfde fenomeen komt terug in de astronomie.
o De aarde is het centrum van het heelal, de rest draait errond = geocentrisme.
o 16de eeuw: Copernicus stelt dit in vraag in zijn boek.
o Galilei zei hetzelfde en wordt vervolg en is verplicht zijn gedachtengoed in te
trekken, want dit is ketterij.
 Conflict in de 16de-17de eeuw tussen de oude orde (religie) en de nieuwe orde
(wetenschap).




2) Wereld verklaard vanuit menselijke categorieën.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RenkeC. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.24
  • (0)
  Add to cart