AFP – Periode 4
Les 1 – Spijsverteringsstelsel
Leerdoelen:
1. Legt uit waaruit het spijsverteringsstelsel is opgebouwd en welke accessoire organen hierbij betrokken
zijn
Onderdelen van het spijsverteringskanaal: Tot het spijsverteringsstelsel behorende organen:
- Cavitas Oris - Glandula
- Pharynx - Hepar
- Oesophagus - Vesica biliaris
- Gaster - Pancreas
- Duodenum
- Jejunum
- Ileum
- Caecum
- C. ascendens
- C. transversum
- C. descendens
- C. sigmoïd
- Rectum
- Anus
2. Haalt spijsverteringsprocessen uit elkaar
De taken van spijsvertering zijn:
- Het opnemen van voedsel en de voedingsstoffen Spijsverteringsprocessen
- Het vloeibaar maken van voedsel - Ingestie
- Het afbreken van voedsel tot kleine deeltjes - Mechanische werking
- Het afgeven van de kleine deeltjes aan het bloed - Vertering
- Het verwijderen van onverteerbare bestanddelen uit ons lichaam - Secretie
- Opslag van voedingsstoffen - Opname
- Transport van voedingsstoffen - Uitscheiding
Verteren > verkleinen van grote voedselbrokken
gebeurt met mechanische kracht en chemische wijze m.b.v. zuren, basen en enzymen
bijv.: eiwitten > worden door diverse eiwitten verkleind en afgebroken tot hun eenvoudigste bouwstenen;
de aminozuren opgenomen door de darm worden afgegeven aan het bloed cellen, weefsel en organen
opgenomen en gebruikt voor de aanmaak van hun eigen specifieke eiwitten
1
,Spijsvertering van eiwitten
- Begint in de maag
o Enzymen (= pepsine) uit het maagsap breken eiwitten af tot peptiden
- Peptiden komen in de dunne darm afbraak tot aminozuren door enzymen
o Enzymen zijn afkomstig uit de pancreas en de dunne darm
Trypsine
Chymotrypsine
Carboxypeptidase
- De aminozuren worden via de wand van de dunne darm opgenomen in het bloed
Spijsvertering van vetten
- Begint in de dunne darm
o Gal uit de lever zorgt voor het emulgeren van vetten (verkleinen) enzymen kunnen beter werken
door vergroting van oppervlakte
o Pancreas vorm vetafbrekend enzym: lipase en nucleasen er ontstaan vetzuren (glycerol)
o Dunne darm vormt vetafbrekend enzym: peptidasen er ontstaan vetzuren
- Deze kunnen door de darmwand:
o Worden opgenomen en worden omgezet in vetten
o Worden opgenomen in het bloed
Spijsvertering van koolhydraten
- Begint in de mond mechanisch
o Speeksel bevat enzym: amylase breekt koolhydraten af
- Maag bevat géén enzymen die koolhydraten afbreken
- Dunne darm gaat verder met vertering koolhydraten
o Zetmeel en tweevoudige suikers worden omgezet in glucose, fructose en galactose door de
enzymen: maltase, sucrase en lactase
o Worden opgenomen via de darmwand in het bloed
De eiwitten, vetten en koolhydraten zijn hiermee afgebroken tot hun bouwstenen: aminozuren, vetzuren en
enkelvoudige suikers deze komen in het bloed terecht en worden vervoerd naar de lever en lichaamscellen
3. Geeft weer op welke wijze hormonen en enzymen een rol spelen tijdens de spijsvertering
2
, Les 2 – Verantwoorde bewijsvoering
Leerdoelen:
1. Hanteert bronnen bij een verantwoorde bewijsvoering over voedingszorg door verpleegkundigen
Bij ondervoeding krijg je via je voeding minder calorieën of essentiële voedingsstoffen binnen dan je lichaam nodig
heeft. Als je lichaam niet genoeg bouwstoffen krijgt om zichzelf in stand te houden, dan heeft dit duidelijk gevolgen
voor je gezondheid en fitheid:
- Minder goed functioneren van organen - Vertraagde werking afweer
- Vertraagde wondgenezing en herstel - Langere ziekenhuisopnames
Oorzaken
- Verminderde inname
o Problemen met eten ○ Maag-darmproblemen ○ Kauw- of slikklachten
- Verhoogde behoefte
o Kan veroorzaakt worden door een ernstige aandoening. Je lichaam heeft dan meer
voedingsstoffen nodig om je lichaam niet alleen in stand te houden, maar ook te laten genezen.
o Ook bij ziekten die gepaard gaan met een verhoogde stofwisseling, zoals hyperthyreoïdie, kan dit
het geval zijn
- Verlies van voedingsstoffen
o Heftig braken ○ Specifieke darmziekten ○ Brandwonden
Symptomen
- Lusteloosheid - Dunne en droge huid - Depressiviteit
- Vermoeidheid - Afname van vetweefsel onder huid - Droog haar
- Kouwelijk zijn - Verminderde eetlust
2. Geeft vorm aan zorg voor ondervoeding volgens laatste inzichten
Dient tijdig herkent te worden. Behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Symptomatische behandeling, afhankelijk
van de inname van voedingsstoffen:
- 100%: Als een patiënt 100% van zijn vastgestelde behoefte aan voedingsstoffen binnenkrijgt is er geen
sprake van ondervoeding en hoeft er dus niet behandeld te worden.
- 75%-100%: als een patiënt niet 100% aan de benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt maar minder, dan
bestaat de behandeling uit eiwit- en energierijke voedingen met eventueel drinkvoeding.
- 50%-75%: Als een patiënt zo weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, wordt er naast eiwit- en energierijke
voedingen ook drink- en sondevoeding gebruikt. Sondevoeding betekent dat je vloeibare voeding krijgt, die
via een slangetje door je neus naar je maag wordt gebracht.
- Minder dan 50%: Als een patiënt minder dan 50% van de benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt, wordt er
over gegaan op volledige sondevoeding.
3. Vertaalt informatie uit richtlijnen naar praktische casus
Energie:
- De totale energiebehoefte die door de voeding moet worden gedekt, bestaat uit de ruststofwisseling plus
een toeslagfactor voor lichamelijke activiteit, ziekte en gewicht.
Ruststofwisseling
- De ruststofwisseling kan worden gemeten door indirecte calorimetrie waarbij op basis van de O2- en CO2-
concentraties van de in- en uitgaande lucht het energieverbruik in rust wordt berekend.
- De ruststofwisseling kan ook worden geschat met formules voor schatting energiegebruik stofwisseling.
Eiwit:
- De eiwitbehoefte is afhankelijk van de leeftijd, de hoeveelheid vetvrije massa, de lichamelijke activiteit en
de ernst van de ziekte. Voor behoud dan wel opbouw van spiermassa zijn lichaamsbeweging en training
essentieel naast voldoende eiwit.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie-1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.87. You're not tied to anything after your purchase.