Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Toegepaste Psychologie
Inleiding in de Psychologie
All documents for this subject (60)
Seller
Follow
dominiquedahmen
Reviews received
Content preview
IP hst 9 – motivatie en emotie
CENTRALE VRAAG: MOTIVATIE IS GROTENDEELS EEN INNERLIJK EN SUBJECTIEF
PROCES. HOE KUNNEN WE VASTSTELLEN WAT MENSEN ZOALS MAARTEN VAN DER
WEIJDEN MOTIVEERT OM KOSTE WAT KOST DE BESTE VAN DE WERELD TE WILLEN
ZIJN OP HUN GEBIED?
KERNVRAAG 9.1: WAT MOTIVEERT ONS?
Kernconcept 9.1: motieven zijn innerlijke drijfveren om op een bepaalde manier te
handelen, al kunnen ze door allerlei factoren worden beïnvloed, zowel interne als
externe.
Motivatie term voor alle processen die te maken hebben met de aanzet, de richting, de
intensiteit en het volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten.
Verwijst naar alle processen met betrekking tot het voelen van een behoefte of
verlangen, het activeren, selecteren, sturen en volhouden van mentale en fysieke
activiteit die gericht is op bevrediging van de behoefte of het verlangen en het
reduceren van de behoeftesensatie.
o Bijvoorbeeld: dorst - biologische behoefte aan vocht veroorzaakt dorst -> je
gedrag is erop gericht dat je iets te drinken krijgt -> gevoel van dorst neemt af
en de motivatie verdwijnt naar de achtergrond.
Soms is een behoefte psychologisch ipv biologisch (bier drinken met vrienden). Bij
veel van deze motieven is dan ook een complexe combinatie van biologische en
psychologische behoeften betrokken, vooral als deze te maken hebben met sociale
interacties, emoties en doelen.
Extrinsieke motivatie het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van een externe
consequentie, zoals een beloning.
Externe prikkels zetten een persoon aan tot actie.
Beloningstheorie: het idee dat mensen werken omdat ze worden gemotiveerd door
extrinsieke beloningen (geld).
Verwachtingstheorie: theorie die stelt dat mensen gemotiveerd worden om aan
taken te werken als ze verwachten daarin succesvol te zijn en als ze de resultaten
van de uitvoering (de producten zelf en de beloning daarvoor) waarderen.
Intrinsieke motivatie het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van de activiteit
zelf, en niet vanwege een externe consequentie, zoals een beloning.
Motieven ontstaan vanuit de persoon zelf.
Heeft betrekking tot een activiteit waaraan een persoon zich wijdt omwille van de
activiteit zelf, ongeacht externe beloningen of straffen. Je doet het omdat je er een
psychologische behoefte mee bevredigt.
Prestatiedrang (need for achievement, n Ach) (McClelland) een geestelijke toestand die een
psychologische behoefte veroorzaakt om een moeilijk maar aantrekkelijk doel te bereiken.
Mensen met een grote prestatiedrang werken harder, zijn succesvoller in hun werk
en tonen meer doorzettingsvermogen. Kinderen met een hoge n Ach halen meestal
hogere cijfers (hebben vaak ook een hoger IQ), kiezen later beroepen waarin
competitie een belangrijke factor is, nemen vaker de leidersrol op zich en maken
sneller carrière.
Prestatiemotivatietest (PMT) meet 3 aspecten die gerelateerd zijn aan prestatiemotivatie:
- Prestatiemotief: een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die in specifieke
situaties leidt tot presteren.
- Positieve en negatieve faalangst: zijn beide bepalend voor de productiviteit en de
houding ten opzichte van werk.
, Westerse culturen benadrukken het individualisme (het standpunt dat individuele prestaties
en jezelf onderscheiden erg belangrijk zijn). Westerlingen zien prestaties meestal als het
gevolg van individueel talent, vastberadenheid, intelligentie of houding. Persoonlijke
prestaties worden hier vooral gewaardeerd.
In Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, Azië en Afrika ligt de nadruk juist op collectivisme (het
standpunt dat groepsloyaliteit en het aanzien van de groep belangrijker zijn dan individuele
prestaties). Hier wordt prestatie bekeken als een combinatie van persoonlijke, sociale en
emotionele factoren. Er wordt veel waarde gehecht aan loyaliteit. Het individu is
ondergeschikt aan de groep.
Overrechtvaardiging (overjustification) proces waarbij een extrinsieke beloning een interne
motivatie verdringt (Lepper).
Wanneer de intrinsieke vreugde uit een plezierige activiteit wordt weggenomen door
extrinsieke beloningen voor het verrichten van deze activiteit (diploma kinderen
tekenen).
Vindt alleen plaats als de beloning geen rekening houdt met de kwaliteit van de
prestatie.
Beloningen kunnen onder bepaalde omstandigheden dus botsen met intrinsieke motivatie.
Belonen heeft een functie bij het motiveren van mensen, maar alleen als de beloning in
verhouding staat tot de prestatie, en niet wordt gebruikt om iemand om te kopen.
Beloningen hebben 3 belangrijke gevolgen voor motivatie, afhankelijk van de
omstandigheden:
- Beloningen kunnen een effectieve manier zijn om mensen te motiveren dingen te
doen die ze anders niet zouden doen.
- Beloningen kunnen de motivatie vergroten, mits ze worden gegeven voor een goede
prestatie.
- Beloningen kunnen intrinsieke motivatie nadelig beïnvloeden, als ze worden gegeven
zonder rekening te houden met de kwaliteit van het werk.
KERNVRAAG 9.2: HOE WORDEN ONZE MOTIVATIEPRIORITEITEN GESTELD?
Kernconcept 9.2: een nieuwe theorie die Maslows hiërarchie combineert met
evolutionaire psychologie stelt dat functionele, proximale en ontwikkelingsfactoren
bepalen welke motieven prioriteit krijgen.
Maslow: verschillende motieven hebben verschillende prioriteiten; op basis van de
behoeftehiërarchie.
Instincttheorie: verouderd idee dat bepaalde gedragspatronen worden bepaald door
aangeboren factoren. Hield geen rekening met de effecten van leren en gebruikte instincten
vooral als labels, in plaats van als verklaringen voor gedrag.
Migrerende vogels, zuigreflex
Instincten hebben te maken met een heleboel nature en een klein stukje nurture.
‘Instinct’ wordt minder gebruikt, we spreken liever van gefixeerde actiepatronen:
genetisch bepaald gedragspatroon dat bij alle individuen van een soort voorkomt en
dat door een specifieke stimulus wordt ontketend. Het concept van gefixeerde
actiepatronen heeft de verouderde term ‘instinct’ vervangen. Niet-aangeleerde
gedragingen die bij de gehele soort voorkomen en het gevolg zijn van duidelijk
identificeerbare stimuli.
Het concept ‘drijfveer’ werd ontwikkeld als alternatief voor het concept ‘instinct’ om gedrag
zoals eten, drinken en seks hebben, gedrag met een sterke biologische basis, beter te
verklaren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquedahmen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.