Verschillende hoofdstukken, voornamelijk focus op hoorcollege stof.
October 31, 2019
30
2018/2019
Summary
Subjects
bestuurskunde
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Bestuurskunde
Beleidseconomie
All documents for this subject (2)
2
reviews
By: florisjanfrencken • 2 year ago
By: Mouniraz • 4 year ago
Seller
Follow
MetObij
Reviews received
Content preview
Samenvatting Beleidseconomie
Week I: Financieel-economisch beleid
Er zijn drie perspectieven op het voeren van financieel-economisch beleid; uit 1) efficiëntie
(meer welvaart/welzijn bij gegeven middelen); 2) rechtvaardigheid en 3) politieke
haalbaarheid.
Overheidsingrijpen heeft drie functies:
i. Verdelingsfunctie, zoals belastingheffing en sociale verzekeringen. Hierbij speelt
de Gini-coëfficiënt een belangrijke rol, omdat deze de verdeling van welvaart over
de gehele populatie laat zien;
ii. Allocatiefunctie, zoals het ingrijpen op markten vanwege marktimperfecties.
Publieke interventies kan zelf worden georganiseerd of via regulering als wetten
en belastingen. Deze eigen organisatie kan worden uitbesteed aan de markt of
binnen de publieke sector door een staatsonderneming of overheidsdeelname, of
anders een interne publieke organisatie, zoals een ministerie of agentschap;
iii. Stabilisatiefunctie, zoals het zorgen voor een stabiel prijspeil, duurzame
economische groei en evenwicht op de arbeidsmarkt.
Voor begrotingsbeleid zijn er twee economische scholen:
- De neoklassieke theorie, die stellen dat de overheid niet moet ingrijpen voor
economische ontwikkelingen maar dat de markt zorgt voor evenwichtsherstel;
- De keynesiaanse theorie, die stellen dat bij een tekortschietende effectieve vraag de
markt niet voor een automatisch herstel zorgt en dus vinden dat de overheid meer een
stabilisatiefunctie op zich moet nemen.
De Keynesiaanse theorie kent enkele kritieken. De monetaristen stellen dat begrotingsbeleid
destabiliserend werkt door vertragingen in beleid. De neoklassieken vinden dat de markt
werkt, mits deze niet te veel wordt verstoord. Hiernaast nog twee andere kritieken: expansief
beleid heeft weinig effect in een open economie, en structurele economische problemen los je
niet op met Keynesiaans beleid.
1
,De ‘Ricardian Equivalence Proposition’ is het tegenovergestelde van Keynes, die zegt dat
wanneer de overheid de economie probeert te doen opleven met behulp van extra
overheidsuitgaven en daarmee schulden aanmaakt, de vraag van consumenten niet toeneemt.
Fiscale multiplier:
Kalshoven (2015) stelde dat de fiscale multiplier in de economische crisis hoger was, doordat
er weinig opties tot lenen waren en er weinig behoefte aan sparen was. Hierdoor dempte
bezuinigen de economische groei. Au contraire het heden: fiscale expansie heeft nu weinig
effect op groei. Jacobs (2015) rekende dit uit en stelde dat ‘de overheid een derde van de
recessie heeft veroorzaakt.’ Zonder deze bezuiniging zou de overheid meer bnp hebben, meer
belastingen ontvangen en minder uitkeringen uitdelen en daarmee zouden de extra kosten
voor de staatsschuld dus beperkt blijven.
Echter kan ook gesteld worden dat de overheid de economie juist gestimuleerd heeft door een
oploop van het financieringstekort, doordat er economische krimp plaatsvond. Dit betekende
een afname van belastingopbrengsten en een toename van uitgaven; een flinke fiscale impuls.
Financieringstekort: huidige uitgaven minus opbrengsten van de overheid.
Bij schulden en tekorten moet rekeningen worden gehouden met 1) de rentelasten; 2) de
houdbaarheid op lange termijn en 3) kwetsbaarheid voor rating van financiële markten, die
een spiraalwerking hebben door oplopende rentes.
Structureel saldo: financieringstekort gecorrigeerd voor conjunctuur.
2
, Houdbaarheidssaldo: saldo op de lange termijn bij ongewijzigd beleid (instandhouding
zelfde regelingen en rechten). Hierbij worden projecties voor economische en demografische
ontwikkelingen voor de lange termijn meegenomen, waardoor afwenteling van kosten op de
volgende kabinetten transparant wordt gemaakt. Hiermee disciplineert het huidige kabinetten
en wordt er niet blindgestaard op tijdelijke tekorten of overschotten.
Kritiek: 1) voorspellingen blijven onzeker; 2) hebben geen oog voor het investeringskarakter
van uitgaven en 3) kan volgens Keynesianen langdurige stagnatie in de hand werken.
Het Stabiliteits- en Groei Pact (SGP) stelt dat een overheidstekort max 3% van het bbp mag
zijn, en een overheidsschuld van max 60% van het bbp hebben. Het heeft zowel een
preventieve arm (het indienen van het Stabiliteitsprogramma door lidstaten, dat een focus op
structurele overheidsfinanciën heeft) als een correctieve arm (de buitensporig-
tekortprocedure).
Bij een gemeenschappelijke munt hoort een ‘optimal currency area’, waaronder wordt
verstaan dat er 1) een mobiliteit van productiefactoren is; 2) de politieke bereidheid van sterke
landen om zwakke landen te steunen en 3) aanpassingsvermogen van structureel zwak
presterende landen via lonen en prijzen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MetObij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.