100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie LWEO VWO4/5/6 lesbrief Vraag en Aanbod $5.36   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie LWEO VWO4/5/6 lesbrief Vraag en Aanbod

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Een samenvatting van de lesbrief Vraag en Aanbod van Economie LWEO VWO4/5/6.

Preview 2 out of 9  pages

  • August 21, 2024
  • 9
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Economie LWEO
VWO5 Vraag & Aanbod



Hoofdstuk 1 Markten

Concrete markt = vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden direct met elkaar ik
contact.
Abstracte markt= het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product. Er is
geen plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten.
Afzet = aantal producten die verkocht worden.

Soorten markten
Goederen/dienstenmarkt: prijs
Arbeidsmarkt: loon
Vermogensmarkt: rente
Valutamarkt (meest flexibel): wisselkoers

Functies markten:
- Vragers en aanbieders van een product bij elkaar brengen
- Prijsvorming

Vragers en aanbieders op de…
Arbeidsmarkt: vragers: werkgever aanbieder: werkzoekende
Vermogensmarkt: vragers: persoon/overheid aanbieder: bank
Valutamarkt: vragers: persoon/bedrijf aanbieder: (wissel)bank

Indexcijfer = 100 + of – procentuele verandering
verslagjaar IC A × IC P
 ×100% IC omzet =
basisjaar 100
Omzet = product x prijs

Voorbeeld: IC prijs = 98,1 dus een daling van 1,9%


Hoofdstuk 2 Vraag

Vrager = de consument koopt een goed/dienst en is hierdoor vrager op de markt. Hij/zij
vraag het goed/dienst

Betalingsbereidheid = hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Vraagfunctie = de functie (formule) die het verband weergeeft tussen de prijs (P) en de
gevraagde hoeveelheid (Qv)
- vraaglijn kun je tekenen door P en Qv gelijk te stellen aan 0

Vraag wordt beïnvloed door:
- prijs van het product
- inkomen van de consument
- prijs van andere (vergelijkbare) producten
- voorkeur/smaak van consument

, Verschuiving langs/van de vraaglijn:
langs = de prijs verandert en daardoor ook de vraag
van = er gebeurt iets bij de consument
- smaak verandert
- prijs van vergelijkbaar product verandert
- inkomen verandert
- aantal consumenten verandert

Naar links  slecht economisch nieuws
Naar rechts  goed economisch nieuws

Individuele vraag = de vraag (vergelijking) naar 1 product van 1 persoon
Collectieve vraag = het verband tussen de prijs van een product en de totale vraag naar dat
product (in 1 markt)

Door de individuele vraag van meerdere/alle vragers samen te voegen, krijg je de
collectieve vraag (somformule).

Elasticiteiten
De prijselasticiteit van de vraag geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een
prijsverandering.
procentuele verandering vraag % ∆ Qv
Ev = =
procentuele verandering prijs % ∆ P

∞ ↔ -1 elastische vraag % ∆ Qv > % ∆ P
sterke reactie op prijsverandering (omzetdaling)

-1 ↔ 0 inelastische vraag % ∆ Qv < % ∆ P
zwakke reactie op prijsverandering (omzetstijging)

0 % ∆ Qv = 0
géén reactie op prijsverandering (bv. medicijnen)

Primaire goederen = goederen die niet gemist kunnen worden
Luxe goederen = goederen die niet noodzakelijk zijn voor ons levensonderhoud

De inkomenselasticiteit is een vermenigvuldigingsfactor die aangeeft in welke mate de
uitgaven voor een bepaald product reageren op een inkomsten verandering
procentuele verandering vraag % ∆ Qv
Ey = =
procentuele verandering besteedbaar inkomen % ∆ Y

Bij een stijging van ons inkomen gaan we van de meeste producten meer kopen. In dat geval
is er sprake van een positief verband (Ei > 0).
Er zijn echter ook producten waar we minder van gaan kopen wanneer ons inkomen stijgt.
De inkomenselasticiteit kan dus ook negatief zijn (Ei < 0).
(2) (3) (4)
(1)
∞ ------------------ 0 ------------------ 1 ------------------ ∞
1) Inferieure goederen = goederen waarvan men minder gaat kopen naarmate het
inkomen stijgt, Ei < 0 (bv. ham)
2) Indifferente goederen = goederen waarbij verandering van het inkomen geen effect
heeft op de vraag, Ei = 0 (bv. zout)
3) Noodzakelijke goederen = consument gaat er wel meer van kopen als het inkomen
stijgt, maar % ∆ Qv < % ∆ Y , Ei 0 ↔ 1 (bv. brood)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnvdwielen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.36
  • (0)
  Add to cart