100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verbintenissen Recht jaar 1 UU Rechten $8.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Verbintenissen Recht jaar 1 UU Rechten

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting Verbintenissen Recht jaar 1 UU Rechtsgeleerdheid week 1 t/m 8 met bijhorende arresten en stappenplan voor casusvragen.

Preview 4 out of 33  pages

  • August 21, 2024
  • 33
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Verbintenissenrecht week 1

Overeenkomst is een verbintenis scheppende gebeurtenis. Door een overeenkomst
ontstaan dus verbintenissen. De overeenkomst zelf is geen verbintenis.

Verbintenis is een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens welke
de een (de schuldeiser) is gerechtigd tot een gedraging die de ander (de schuldenaar)
verplicht is ten opzichte van hem te verrichten.

1. Het gaat om een verplichting; en

2. De onderlinge band moet vermogensrechtelijk van aard zijn.

Het recht van de schuldeiser tegenover de schuldenaar op het verrichten van de prestatie
heet vorderingsrecht (actief); de daartoe staande rechtsplicht van de schuldenaar tot het
verrichten van die prestatie heet schuld (passief).Het vorderingsrecht is dus subjectief
vermogensrecht.

Drie elementen:
1. Kern: aan de actieve kant staat het vorderingsrecht van de schuldeiser en aan de passieve
kant staat de schuld van de schuldenaar.
2. Veroordelingsmogelijkheid: de wet staat de schuldeiser toe om zijn schuldenaar voor de
rechter te dagen om de schuldenaar te dwingen tot het verrichten van de prestatie (art.
3:296 lid 1 BW). Ook heeft de schuldeiser de mogelijkheid om de schuldenaar voor de
rechter te dagen voor zijn geleden schade. De schuldeisen kan een rechtsvordering instellen.
De schuldenaar is aansprakelijk.
3. Executiemogelijkheid: De schuldeiser kan door middel van de rechtsvordering het vonnis
van de rechter ten uitvoer leggen (ook wel executeren genoemd) de schuldeiser komt dus
een executierecht toe. De schuldeiser kan bijvoorbeeld beslag leggen op het vermogen van
de schuldenaar. De schuldenaar is uitwinbaar.

Actieve kant (schuldeiser) Passieve kant (schuldenaar)
kern vorderingsrecht schuld
veroordelingsmogelijkheid rechtsvordering aansprakelijkheid
executiemogelijkheid executierecht uitwinbaar



Hoe ontstaat verbintenissen?
uit art. 6:1 BW blijkt dat een verbintenis op drie manieren kan ontstaan:
1. Op grond van expliciete wettelijke bepalingen.
- zaakwaarneming art. 6:198 BW
- onrechtmatige verrijking art. 6:212 BW
2. Door een verbintenis scheppende handeling.
- overeenkomst
3. Doordat het past in het stelsel van de wet.
- arrest Quint/te Poel

,Arrest - Quint/ te poel
relevantie
in dit arrest wordt de ontstaansgeschiedenis van art 6:1 BW gegeven. Art. 6:1 BW bepaalt
dat verbintenissen slecht kunnen ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit. Hieruit volgt dat
verbintenissen ook kunnen ontstaan indien het past in het systeem van de wet en aansluit
bij de in de wet geregelde gevallen. Deze ruime opvatting is voor het eerst uitgesproken
door de HR in dit arrest. Dit arrest dient als grondslag voor de ruime opvatting van het
ontstaan van verbintenissen en is ook tot uitdrukking gebracht in art. 6:1 BW met het
woordje ‘voortvloeit’.

Relevante feiten
Quint de eiser tot cassatie was met Hubertus te poel overeengekomen dat Quint onder meer
twee winkelhuizen met bovenwoning en bedrijfsruimte zou bouwen. Quint heeft tijdens het
werk alleen te maken met Hubertus. Als de winkelhuizen worden opgeleverd, blijkt dat
Hubertus geen geld en geen vermogen heeft om iets op te verhalen. Het perceel waarop is
gebouwd blijkt achteraf geen eigendom te zijn van Hubertus, maar van Heinrich zijn broer.
Door natrekking is Heinrich eigenaar geworden van het winkelhuize. (Dit vloeit voort uit 3.3
lid 1 jo 5:20 lid 1 sub e BW)
- Quint kon zijn vordering niet verhalen op Hubertus.
- Quint probeert zijn vordering te verhalen op Heinrich. Het probleem is echter dat de
ongerechtvaardigde verrijking in die tijd als bron voor een verbintenis in de wet ontbrak.

Rechtsvraag
kan ene verbintenis ontstaan wanneer deze niet uit een overeenkomst of uit de wet
voortvloeit?

Beoordeling door de Hoge Raad
De rechtbank oordeelt dat de vordering moet worden toegewezen en stelt dat de vordering
zijn grondslag vindt in de redelijkheid en billijkheid. Volgens het hof kan de redelijkheid en
billijkheid geen grondslag vormen voor de vordering, omdat alle verbintenissen ontstaan of
uit overeenkomst of uit de wet.

De Hoge raad concludeerde echter dat er in dit geval geen verbintenis was ontstaan. Uit de
artikelen bleek dat de grondeigenaar geen vergoeding hoeft te betalen aan de bezitter of
huurder als deze daarop werken verricht waaraan de eigenaar door natrekking eigenaar zou
zijn geworden. Ook komt de bescherming hiervoor niet toe, omdat Quint de mogelijkheid
had om registers raad te plegen waarin stond dat Hubertus geen eigenaar was van het
perceel.

,Natuurlijke verbintenis:
Een Natuurlijke verbintenis is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis art. 6:3 lid 1 BW.
- actieve zijde is zij een vorderingsrecht zonder rechtsvordering en dus ook zonder
verhaalsrecht.
- passieve zijde is zij een schuld zonder aansprakelijkheid waardoor ze ook niet leidt tot
uitwindbaarheid.

Ontstaan door twee manieren:
1. Aan een ontstane verbintenis wordt de afdwingbaarheid onthouden. Dit kan voorts op
twee manieren.
- door de wet (bijv. art 3:306 BW verjaring)
- door de rechtshandeling (gentleman’s agreement)
2. Op grond van een dringende morele verplichting (6:3 lid 2 sub b)

Gevolgen:
Op natuurlijke verbintenissen zijn de wettelijke bepalingen betreffende verbintenissen van
overeenkomstige toepassing, tenzij de wet of haar strekking meebrengt dat een bepaling
geen toepassing mag vinden op een niet-afdwingbare verbintenis (art. 6:4 BW)
- geen recht op nakoming
- geen recht op opschorting
-geen recht op verrekking



Arrest - Goudse Bouwmeester arrest
relevantie
in dit arrest erkent de HR de grond van een natuurlijke verbintenis die ontstaat uit een
moraal en fatsoen. De HR toont hiermee de erkenning van het ongeschreven recht.

Relevante feiten
De gemeente Gouda heeft aan aannemer Bergelijk de bouw van 104 volkswoningen gegund.
K. was destijds bouwmeester bij de gemeente Gouda. K. kreeg van Bergelijk 35.000 gulden
aan steekpenningen om hem te kiezen als aannemer. Toen het College van B&W hier achter
kwam, stortte K. de 35.000 gulden naar de gemeentekas om het gemeentebestuur dat hem
wilde ontslaan gunstig te stemmen. Het gemeentebestuur heeft hem alsnog ontslagen. K.
vordert nu de 35.000 gulden terug op grond van een onverschuldigde betaling.

Rechtsvraag
kan k. de 35.000 gulden terugvorderen op grond van de onverschuldigde betaling?

Beoordeling van de Hoge Raad
Het hof had geoordeeld dat de K. het geld had gestort ‘als het ware uit een gevoel van
berouw, fatsoen of iets dergelijks en dus die storting vrijwillig heeft willen voldoen aan een
natuurlijke verbintenis”. Het hof kwam dus tot de conclusie dat er sprake was van het
voldoen van een natuurlijke verbintenis. Volgens de wet is er geen terugvordering mogelijk
bij een vrijwillig voldoening van een natuurlijke verbintenis uit hoofde van onverschuldigde
betaling.

, De Hoge Raad volgt het hof. De HR beargumenteert dit door middel van een wetshistorische
interpretatie. De HR betrekt daarbij de Code Civil waaraan de onverschuldigde betaling is
ontleend. De Hoge Raad erkent de grond van een natuurlijke verbintenis die ontstaat uit
moraal en fatsoen.



Rechtsregel: een regel uit het objectieve recht. Bijvoorbeeld art. 6:217 BW. Deze rechtsregel
bepaalt dat een overeenkomst tot stand komt door een aanbod en de aanvaarding daarvan.

Rechtsfeit: een rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt.
Bijvoorbeeld: een rechtsfeit is een aanbod om iets te kopen en de aanvaarding daarvan.

Rechtsgevolg: het gevolg dat door het recht aan bepaalde feiten of handelingen wordt
verbonden. Bijvoorbeeld; het ontstaan van verbintenissen. Wanneer er sprake is van aanbod
en aanvaarding is er volgens art. 6:217 BW sprake van een overeenkomst. Het rechtsgevolg
is dat er verbintenissen ontstaan.

VB:
overeenkomst art 6:217 BW:
1. Art. 6:217 BW is een rechtsregel. Volgens deze rechtsregel ontstaat er een overeenkomst
wanneer er sprake is van aanbod en aanvaarding daarvan.

2.stel dat A een aanbod doet aan B en B aanvaardt dit aanbod. Er is dan sprake van een
rechtsfeit, omdat het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt aan dit feit.

3. het rechtsgevolg is dat er een overeenkomst is ontstaan waaruit verbintenissen
voortvloeien.

Rechtshandeling = is een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard art. 3:33 BW. Is ook altijd een rechtsfeit.

Rechtsfeit = een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt.
1. Gedraging

- Rechtshandeling = een beoogd rechtsgevolg.
1. Eenzijdig = door één persoon tot stand te brengen.
-> gericht = aanbod een aanvaarding -> ontslagname
-> ongericht = testament
2. Meerzijdig = samenwerking meerdere personen
-overeenkomst art. 6:217 BW
-> wederkerig = voor beide partijen een verbintenis
-> eenzijdig = voor één partij

- Andere gedragingen
1. Onrechtmatige daad 6:162 BW
2. Rechtmatige daad

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bjorkvanveluw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.23
  • (0)
  Add to cart