Samenvatting van alle literatuur voor het vak: Diversiteit binnen de geestelijke gezondheidszorg. Samenvatting van boek: Psychologie in de multiculturele samenleving (Knipscheer) en van de artikelen van de reader. 2019
A lot of spelling mistakes, forgotten vowels, making it very difficult to read. I'm going to buy another summary.
By: amyvandijk • 6 months ago
Translated by Google
Hi! What a shame you think this is the way it is, I don't agree with it at all. I checked it for a while but barely see any spelling errors. Hopefully it still helped you:)
By: mvink43 • 4 year ago
Seller
Follow
amyvandijk
Reviews received
Content preview
Samenvatting:
Psychologie
en
de
multiculturele
samenleving
Hoofdstuk
1
Wat
is
cultuur?
-‐ Cultuur
is
aangeleerd:
aan
elk
menselijk
gedrag
is
een
leerproces
voorafgegaan.
-‐ Cultuur
is
meestal
impliciet.
-‐ Cultuur
is
een
keuze:
de
mens
komt
ongespecialiseerd
ter
wereld.
Hij
schept
de
cultuur
die
geregeld
wordt
door
een
macht
buiten
de
mens
maar
die
wel
eerst
door
de
mens
is
geschapen.
-‐ Cultuur
is
bindend
en
heef
een
‘supra-‐individueel
en
paradoxaal
karakter
omdat
zij
zowel
verplichtngen
als
de
ruimte
tot
menselijke
vrijheid
schept:
wij
handelen
in
overeenstemming
met
(ongeschreven)
voorschrifen
maar
gaan
er
toch
tegelijk
vanuit
dat
deze
uitngen
uit
onszelf
voortkomen.
-‐ Cultuur
verwijst
naar
een
groep
mensen:
er
bestaat
een
wederkerige
relate:
cultuur
beïnvloedt
het
gedrag
van
een
gemeenschap,
maar
individuen
hebben
ook
invloed
op
de
cultuur.
-‐ Cultuur
verwijst
naar
symbolen
en
verleent
betekenis
en
het
bestaat
uit
twee
invalshoeken:
zichtbaar
(gedragingen
of
materiële
producten)
en
onzichtbaar
(normen
en
waarden).
Uiteindelijk
kan
cultuur
het
beste
opgevat
worden
als
de
voor
een
groep
of
samenleving
kenmerkende
‘kijk
op
de
werkelijkheid
–
het
geheel
van
betekenisverlening
aan
allerlei
verschijnselen
in
en
om
ons
heen.
Het
is
een
dynamisch
proces
omdat
het
geen
ding
is
maar
een
actviteit.
Cultuur
wordt
vaak
beschouwd
als
een
oorzaak
maar
cultuur
moet
eigenlijk
verklaard
worden
als
een
product
van
gedrag
en
we
moeten
op
zoek
naar
de
psychologische
fundamenten
van
cultuur
–
de
psycholoog
moet
cultuur
sensitef
gemaakt
worden.
Als
onderzoeker
is
het
belangrijk
om
te
kijken
naar
culturele
herkomst:
differentiatie
en
betekenisgeving.
Vraag
niet
alleen
naar
de
nationaliteit
(land
van
herkomst
van
de
ouders),
maar
ook
naar
etniciteit
(volk
of
stam).
In
plaats
van
allochtoon
gaat
de
voorkeur
nu
uit
naar
‘personen
met
een
migrateachtergrond
.
Oook
wordt
migrant
gebruikt
waarbij
onderscheid
wordt
gemaakt
tussen
westerse
en
niet-‐westerse
migranten
omdat
er
verschillen
bestaan
tussen
westerse
en
nietwesterse
migranten
in
sociaaleconomische
en
culturele
posite.
Oook
‘(politek)
vluchteling
is
een
veel
gebezigde
term.
Al
deze
groepen
bij
elkaar
worden
geschaard
onder
de
naam
culturele
diversiteit
wat
verwijst
naar
groepen
mensen
met
een
migrateverleden
en
hun
kinderen
die
als
anders
ervaren
worden
door
de
dominante
meerderheid
van
de
Nederlandse
bevolking.
Dit
leidt
tot
eenzijdige
beeldvorming:
a.
Vanwege
de
note
dat
cultuur
allen
of
vooral
een
zaak
is
van
migranten
en
hun
kinderen;
b.
Vanwege
de
veronderstelling
at
het
land
van
geboorte
van
een
persoon
of
diens
ouders
bepalend
is
voor
zijn
of
haar
cultuur
(cultuur
wordt
een
zaak
van
toen
en
daar);
c.
Vanwege
de
aanname
dat
cultuur
min
of
meer
onveranderd
wordt
doorgegeven
door
ouders
aan
kinderen
en
niet
beïnvloed
wordt
door
het
leven
daarna
in
een
andere
maatschappelijke
context;
d.
Vanwege
de
gedachte
dat
de
cultuur
van
een
groep
met
dezelfde
herkomst
homogeen
is.
1.2.3
De
rol
van
acculturatie
Acculturatie
=
veranderingen
die
het
gevolg
zijn
van
langdurig
contact
met
andere
culturen.
Acculturatiemodel
van
Berry:
Indentificatie
met
eigen
oorspronkelijke
cultuur;
en
indentificatie
met
de
meerderheidscultuur
Integratie
=
identificatie
met
beide
culturen
Assimilatie
=
identificatie
voornamelijk
met
meerderheidscultuur
, Separatie
=
identificatie
met
voornamelijk
de
minderheidscultuur
Marginalisatie
=
het
ontbreken
van
identificatie
met
beide
culturen
1.3
Aandacht
voor
culturele
verschillen
Waarom
is
cultuur
zo
belangrijk?
Wetenschappelijk
onderzoek
is
vooral
geproduceerd
en
gebaseerd
of
Westerlingen
(WEIRD
=
Western,
educated,
industrialized,
rich
an
democratic)
Interculturalisatie
is
een
proces
waarbij
de
inhoud
en
de
organisatie
van
de
zorg
wordt
aangepast
aan
het
multiculturele
karakter
van
de
bevolking.
De
hulpverleningdeint
met
andere
woorden
in
staat
te
zijn
een
adequaat
en
gelijkwaardig
hulpaanbod
te
presenteren,
ongeacht
de
etniciteit
en
culturele
achtergrond
van
de
client.
De
psychologie
is
niet
alleen
een
beroep,
maar
ook
een
discipline,
binnen
deze
discipline
(onderzoek,
onderwijs)
is
men
zich
minder
bewust
van
de
uitdaging
van
culturele
diversiteit.
Hierover
zijn
drie
opvattingen:
1) Is
er
geen
probleem,
want
psychologie
is
universeel.
Cirkelredenatie:
hoe
kan
men
op
baiss
van
ervaringen
met
slechts
1
groep,
weten
dat
mensen
overal
gelijk
zijn?)
deze
opvatting
is
empirisch
onderuit
gehaald.
Veel
psychologen
lijken
impliciet
aan
dit
standpunt
te
hangen.
Weinig
zijn
zich
bewust
van
het
cross-‐culturele
onderzoek
dat
bestaat.
2) Er
is
werk
nodig,
maar
is
er
niets
wat
de
psychologie
met
de
huidige
kennis
(theorie,
methode,
instrumenten)
niet
aan
kan.
Ondanks
de
cross-‐culturele
bevindingen
houden
psychologen
zich
vast
aan
de
Westerse
onderzoeksparadigma’s.
Het
dilemma
voor
de
cross-‐culturele
psychologie
is
dat
te
grote
afwijkingen
van
het
‘mainstreem’
ten
koste
zullen
gaan
van
haar
wetenschappelijke
aanzien
3) Om
recht
te
doen
aan
diversiteit
moet
er
een
paradigmaverschuiving
in
de
psychologie
plaats
vinden.
Er
zou
meer
samenwerking
moeten
komen
(sociologie,
culturele
antropologie).
Er
moet
aandacht
komen
voor
theorieen
waarin
de
sociale
context
een
wezenlijk
deel
uitmaakt
van
de
psyche.
Cultural
neuroscience:
een
tak
van
de
wetenschap
die
de
groeiende
bewustwording
weerspiegelt
van
het
feit
dat
een
volledig
inzicht
in
de
werking
van
de
menselijke
geest
(human
mind)
begrip
vereist
van
vele
werderkeringe
invloeden
tussen
het
biologische
en
het
socioculturele.
1.4
Hoe
onderzoeken
we
invloeden
van
cultuur?
Psychologen:
gericht
op
het
individu.
Culturele
antropologen:
altijd
het
individu
in
de
sociale
context
Wetenschappelijk
onderzoek
(betrouwbaar
en
valide)
op
het
terrein
van
cultuur,
gevaren:
1) generalisatie
Moeilijk
om
cliche’s
te
vermijden
2) niet
eenvoudig
om
culturele
processen
te
bestuderen
emic
=
cultuurspecifieke,
tegenover;
Etic
=
universalitisch
Psychologische
meetwijzen
zijn
van
kwanti,
antropologen
kwali
Hoofdstuk
2:
Verschillen
in
sociaaleconomische
achtergrond
en
cultuur
hebben
een
effect
op
hoe
de
wereld
wordt
waargenomen.
Functeleerpsychologen
maken
een
onderscheid
tussen
sensatie
(een
product
van
vroege
verwerkingsstadia)
en
waarnemen
(de
interpretate
van
de
stimulus).
Verschillen
binnen
een
samenleving
berusten
op
verschillen
in
ervaringen
en
interpretates.
Vooral
waarnemingen
en
interpretaties,
de
hogere
cogniteve
processen,
geven
aanleiding
tot
verschillen
tussen
mensen.
Gegeven
informatie
activeert
bestaande
kennis
en
beperkt
daarmee
de
interpretate-‐mogelijkheden.
, Dus
kennis
en
verwachtng
kunnen
waarneming
beïnvloeden.
Echter,
vroegere
functeleerpsychologen
onderzochten
niet
opgebouwde
kennis
als
verantwoordelijk
voor
verschillen,
maar
zochten
naar
verschillen
waarvan
de
oorsprong
vroeg
op
het
pad
van
informateverwerking
ligt.
Jerry
Fodor
reikt
een
kapstok
aan
om
vroege
basisprocessen
van
beïnvloedbare
mechanismen
te
onderscheiden:
modulen.
Modulen
bevinden
zich
in
de
eerste
stadia
van
informateverwerking
en
zijn
niet
beïnvloedbaar
door
opgedane
kennis
en
ervaringen,
cognitie
(informatoneel
ingekapseld).
Vroegere
processen
worden
beïnvloed
door
ervaring
en
omgevingsfactoren
waardoor
verschillen
ontstaan
tussen
individuen:
-‐ Müller-‐Lyer-‐illusie
werd
onderzocht
in
verschillende
bevolkingsgroepen:
Zoeloes
ervaren
de
illusie
minder
of
zelfs
niet
wat
kan
liggen
aan
perspectef.
-‐ Experiment
van
Tse
en
Cavanagh:
verschil
in
waarnemen
van
volgorde
en
richtng
van
tekenen
werd
onderzocht
waaruit
bleek
dat
Chinezen
(in
China)
de
richting
anders
waarnamen
dan
Amerikanen.
-‐ Experiment
van
Hudson:
diepte
zien
op
basis
van
de
verschillen
tussen
de
projectes
wordt
binoculaire
dispariteit
genoemd.
Binoculaire
fusie
is
een
vroeg
niveau
van
diepteinformateverwerking.
Uit
het
experiment
van
Hudson
blijkt
dat
leden
van
de
Bantu-‐
stam
beoordeelden
perspectef
op
basis
van
nabijheid
in
plaats
van
diepte
en
dit
is
terug
te
voeren
op
scholing
en
blootstelling
aan
Europese
culturen.
Dus
het
grootste
probleem
bij
het
vergelijken
van
culturen
komt
neer
op
het
onderscheiden
van
verschillen
op
basis
van
waarnemen
en
miscommunicate.
Om
te
achterhalen
of
de
basisemotes
verrassing,
angst,
walging,
woede,
vreugde
en
verdriet
universeel
zijn,
zijn
twee
cultureel
verschillende
groepen
nodig.
Er
blijkt
dat
maar
weinig
basisaspecten
verschillen
tussen
culturen.
Er
is
meer
verschil
in
cogniteve
aspecten:
-‐ Taal:
Chomsky
gaat
ervan
dat
de
basisstructuren
voor
de
ontwikkeling
van
taal
al
bij
de
geboorte
aanwezig
zijn
en
dat
de
invloed
van
de
omgeving
de
taal
verder
ontwikkelt.
Wetenschappers
gaan
uit
van
linguïstische
relativiteit,
wat
inhoudt
dat
denken
en
gedrag
een
functe
zijn
van
taal.
-‐ Whorf
gaat
ervan
uit
dat
taal
ons
denken
bepaalt
wat
zich
uit
in
onze
waarneming.
-‐ Andere
wetenschapper
gaan
ervan
uit
dat
perceptuele
categorieën
een
biologisch
mechanisme
als
basis
hebben
wat
voor
iedereen
hetzelfde
is.
Echter,
in
tegenstelling
tot
perceptuele
mechanismen
komen
we
met
taal
wel
tot
categorieën.
Uit
onderzoek
blijkt
dan
ook
dat
een
beperkte
hoeveelheid
talige
termen
voor
kleur
geen
invloed
heef
op
het
onderscheidend
vermogen
maar
dat
een
beperkt
vocabulaire
wel
problemen
oplevert
voor
het
communiceren
van
deze
perceptuele
verschillen.
-‐ Liogisch
redeneren:
Piaget
noemde
logisch
denken
en
concluderen
hypothetsch-‐deductef
denken
en
dat
dit
meer
tot
ontwikkeling
kwam
bij
kinderen
en
jongeren
uit
westerse
samenlevingen.
Echter,
logisch
denken
is
bij
iedereen
aanwezig,
alleen
houden
mensen
in
sommige
traditionele
culturen
zich
niet
altjd
aan
het
gestelde
probleem
(onderwijs
zorgt
dat
men
binnen
de
grenzen
van
het
probleem
blijf).
Het
begrijpen
van
correlaties
en
het
redeneren
vanuit
waarschijnlijkheden
waren
voor
Piaget
voorbeelden
van
formeel
operatoneel
denken
wat
als
situate
gebonden
(onderwijs,
school
en
techniek)
moet
worden
opgevat.
Echter,
het
deductef
denken
(het
ontwikkelen
en
toetsen
van
hypotheses)
kan
zich
verschillend
uiten:
de
Europese
strategie
is
deductef
en
gaat
uit
van
algemene
principes.
De
navigator
uit
Truk
hanteert
en
weegt
waarnemingen
die
niet
verwijzen
naar
expliciete
principes
(wat
in
het
westers
denken
juist
wordt
gezien
als
intelligent).
, Hoofdstuk
3:
Cultuur
en
persoonlijkheid
3.1
De
basispersoonlijkheid
Heeft
elke
cultuur
een
eigen
persoonlijkheidsstructuur,
zijn
cultuur
en
persoonlijkheidskenmerken
aan
elkaar
te
koppelen,
bepaalt
cultuur
de
persoonlijheid
of
andersom?
Kardernier
en
DuBois:
Door
Freud
opgeleide
antropoloog
Kardenier
onderscheidde
voor
het
eerst
de
primaire
instituties:
de
socio-‐economische
omstandigheden
en
de
opvoedingspraktijken
in
het
gezin.
In
elke
cultuur
ontstaan
op
basis
van
kindertijdervaringen
een
basispersoonlijkheid.
Deze
persoonlijkheid
wordt
verondersteld
kenmerkend
te
zijn
voor
bijna
elk
indiviu
in
de
desbetreffende
samenleving.
De
basispersoonlijkheid
geeft
op
haar
beurt
weer
aanleiding
tot
secundaire
instituties.
De
behoeften,
verlangen
en
wensen
van
de
persoon
worden
geuit
in
kunst,
mythiologie,
religie,
idiologie.
Postulaten:
1) vroege
ervaringen
leiden
tot
blijvende
effecten
2) gelijke
ervaingen
leiden
tot
geleijke
persoonlijkheden
3) een
opvoeding
is
tamelijk
uniform
aan
de
maatschappij
Onderzoek
op
eiland
bij
Maleisie
(p.63)
Kritiek:
Circulaire
redeneringen:
de
volwassen
persoonlijkheid
wordt
gebaseerd
op
de
kinderopvoedingspraktijken,
maar
waar
komen
die
dan
vandaan?
Bezwaar:
cultuur
en
persoonlijkheid
moeilijk
te
scheiden
(op
basis
van
psychoanalytisch
oordeel)
Individuele
verschillen:
je
kan
niet
iederen
generaliseren
naar
1
type
persoonlijkheid.
3.2
Studies
naar
nationaal
karakter
Jaren
40
Culture
and
personality:
psychologische
patronen
in
de
complexe
moderne
samenlevingen
Idiocentrici:
onafhankelijkheid,
emotionele
loskoppeling
van
groepen,
prestaties
en
autonomie
Collectivisme
is
vooral
aanwezig
in
traditionele
samenlevingen
en
in
Oost-‐Azië.
Definitie
collectivisme:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amyvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.