Perfect de leerdoelen uitgewerkt van het vak Staatsrecht. Mijn document geeft een samenvatting van alle lesstof die je iedere week krijgt. Het bereidt je heel goed voor op het tentamen, het is precies wat je allemaal moet leren voor je toets.
Leerdoelen Staatsrecht
Leerdoelen college 1 (4 september 2023) De student kan:
Uitleggen welke functies het recht heeft in de samenleving;
Wat is recht; ‘Het geheel van geldende rechtsregels’
‘’Zonder samenleving is er geen recht, maar zonder recht is er ook geen samenleving denkbaar.’’
De functie; het recht heeft als functie om menselijke gedragingen te ordenen en te uniformeren
(gelijk te maken). Maatschappij en menselijk gedrag ordenen door middel van regels. Daarnaast zorgt
het recht voor handhaving van die regels door middel van toezicht en geschilbeslechting.
1) Het ordenen en uniformeren (gelijk maken) van menselijk gedrag doormiddel van het stellen
van regels.
2) Het handhaven van regels doormiddel van toezicht en geschilbeslechting.
Beschrijven wat het begrip ‘staat’ inhoudt, aan de hand van de kenmerken van een staat;
We spreken juridisch gezien over een staat wanneer het gaat om een grondgebied waar een
gemeenschap van een groep burgers leeft en waar overheidsgezag wordt uitgeoefend.
Grondgebied; een stuk territorium, bepaald stuk gebied wat van de staat is. Waar die grenzen dan liggen is
afgesproken in verdragen.
Gemeenschap; een gemeenschap van mensen en burgers. Een gezamenlijke nationaliteit hebben.
Overheidsgezag; dat er een centrale overheid moet zijn, dat de hoogste macht (gezag) heeft over dat
grondgebied en over dat gemeenschap.
De hele wereld bestaat uit staten, alle staten zijn soeverein. Betekent dat je de hoogste macht hebt je hoeft geen
hogeren macht boven je te hebben. Staat beschikt over zijn eigen lot. Alle staten zijn gelijk aan elkaar er is geen
enkele staat juridisch gezien hoger of machtiger dan de ander.
De verschillen tussen de gecentraliseerde eenheidsstaat, gedecentraliseerde eenheidsstaat,
federatie en confederatie beschrijven;
Eenheidsstaat; Er is een sterk centraal gezag, daar ligt alle macht en die regelt alles voor de gehele
staat. Vaak op basis van een grondwet met geen andere machthebbers binnen die staat, het ligt
allemaal centraal. Voorbeeld NL of Frankrijk. Je ziet in deze landen dat het niet volledig
gecentraliseerd is maar dat het gedecentraliseerd is.
Gecentraliseerde eenheidsstaat: Is een staatsvorm, een Eenheidsstaat waar grondwet centraal staat
met geen andere machthebbers binnen die staat. Een sterk overkoepelend gezag.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: Is een staatsvorm, een Eenheidstaat. Je hebt een sterk centraal
gezag maar daarnaast word er wel het een en ander naar decentrale overheden verplaatst. In
Nederland zijn dat de Provincies, de gemeenten en waterschappen. Eenheidsstaat waar grondwet
centraal staat, gemeentes en provincies mogen daarbij eigen regels maken.
Federatie: Is een staatsvorm. Het federalisme is daar de basis voor. Er is een groot centraal gezag die
ligt bij de federatie maar dat centrale overkoepelende gezag dat is in het leven geroepen door
zelfstandige deelgebieden. Dus die deelgebieden (deelstaten) die hebben samen besloten wij maken
een centraal gezag boven ons (de federatie). Die heeft dan op een aantal geselecteerde onderwerpen
de macht (zoals defensie of de zorg) maar op alle andere onderwerpen blijven de deelgebieden de
macht hebben. Die deelstaten hebben vaak ook een eigen grondwet, rechtsprekende, wetgevende en
uitvoerende macht. Het zijn eigenlijk ministaten die op bepaalde gebieden wel hebben te
, gehoorzamen aan het centrale gezag. Het is dus een staatsvorm waarin de soevereiniteit wordt
gedeeld tussen het centrale (federale) niveau en de deelstaten.
Confederatie: Geen staatsvorm, Het is puur en alleen een samenwerkingsverband van staten op basis
van gelijke voet en vaak op basis van een verdrag. Bijvoorbeeld de NAVO. Het is een
samenwerkingsverband van staten met geen centraal gezag boven die staten die de staten iets op kan
leggen. Lijkt op federatie. Alleen is er geen gezamenlijke grondwet en geen overkoepelend gezag.
Beschrijven hoe het Koninkrijk der Nederlanden is georganiseerd.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat maar ook een onderdeel van het Koninkrijk der
Nederlanden. En dat is het samen met; Aruba, Curaçao en Sint- Maarten en ook nog de bijzondere
gemeenten; Bonaire, Sint- Eustatius en Saba. Dat alles samen vormt het Koninkrijk der Nederlanden.
Het Konikrijk heeft ook een eigen wettelijke basis; dat is het statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden. Kun je zien als een soort grondwet of constitutie van dat koninkrijk. Het koninkrijk
wordt geleid door de Koning. Het Koninkrijk heeft wel wat trekken van de federatie. Namelijk Aruba, Curaçao
en Sint- Maarten zijn redelijk zelfstandig. Het statuut is een soort federale grondwet voor dat federale
samenwerkingsverband het Koninkrijk der Nederland. Het is wel een atypisch federatie. Alle instellingen en
organen zijn Nederlands. Ze zijn dus geen zelfstandige deelstaten.
Leerdoelen college 2 (11 september 2023) De student kan:
Uitleggen wat de begrippen ‘directe’ en ‘indirecte democratie’ inhouden;
Democratie; ‘’Volksmacht’’ het volk aan de macht. De meerderheid van het volk bepaald wat de
wetten en de regels zullen zijn in een bepaalde samenleving. NL is een democratie en een
constitutionele monarchie (Koninkrijk op basis van grondwet en een staatshoofd)
Directe democratie: Bestuursvorm waar burgers direct invloed uitoefenen op het wetgevingsproces.
De bevolking kiest volksvertegenwoordigers die het bestuur uitvoert. Wij als bevolking kunnen de
volksvertegenwoordiging kiezen. Volksvertegenwoordiging bestaat uit de Tweede Kamer (art. 51 lid 2
GW) die kiezen wij 1 keer in de 4 jaar met de verkiezingen, die kiezen wij als volk dus direct
doormiddel van de verkiezingen.
Indirecte democratie: Bestuursvorm waar burgers indirect invloed uitoefenen op het
wetgevingsproces. De andere helft van de Staten- Generaal is de Eerste Kamer. Die worden indirect
gekozen. Die worden namelijk benoemd door de leden van de Provinciale Staten overeenkomstig de
uitslag van de provinciale Staten verkiezingen. En de Provinciale Staten verkiezingen kiezen wij als
bevolking weer. En vanuit daar worden de leden van de 1ste kamer dus benoemd. Dus indirect worden
ze gekozen.
Uitleggen wat het verschil is tussen het meerderheidsstelsel met kiesdistricten en het stelsel van
evenredige vertegenwoordiging;
Deze stelsels betreffen de indirecte democratie. Hoe kies je de volksvertegenwoordiging in een
indirecte democratie dit kan via twee varianten; manieren om de volksvertegenwoordiging in je land
te kiezen;
Meerderheidsstelsel met kiesdistricten (districtenstelsel): Bij een meerderheidsstelsel met
kiesdistricten spreken we over een districtenstelsel. Een kiesstelsel waarin een partij in een gebied
een meerderheid moet behalen om zetels te veroveren. Het districtenstelsel bestaat bijvoorbeeld in
de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De landen zijn verdeeld in kiesdistricten elk district
levert 1 zetel voor de volksvertegenwoordiging. En de winnaar van elk kiesdistrict krijgt die zetel. Dus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller smeulderslize. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.