(BLZ 569) Je hebt een enorm oppervlak aan longen nodig om al je cellen te voorzien van zuurstof.
Aerobe gaswisseling in cellen is afhankelijk van een constante aanvoer van zuurstof en
voedingstoffen, in combinatie met het verwijderen van CO2.
Ademhalingsorganen kunnen verschillende vormen aannemen, maar ze hebben allemaal een grote
oppervlakte gecomprimeerd tot een kleine ruimte.
Naast een groot oppervlak staan mensen en landdieren voor een fysiologische uitdaging: uitdroging.
Het uitwisselingsoppervlak moet dun en vochtig zijn om lucht in een oplossing te laten passeren,
maar tegelijkertijd moet de blootstelling aan de lucht niet zorgen voor uitdroging.
Voor de slak is dit best een uitdaging. Die gaat de uitdaging aan door gedragsaanpassingen om alleen
in vochtige omgevingen te leven en door nachtelijke activiteiten.
Een gebruikelijkere oplossing is anatomisch: een geïnternaliseerd respiratoir epitheel. De longen zijn
ingesloten in de borstholte om het contact met de buitenlucht te controleren. Internalisatie creëert
een vochtige omgeving voor gasuitwisseling met het bloed en beschermt het uitwisselingsoppervlak
tegen beschadigingen. Hier wordt een nieuwe uitdaging gecreëerd: hoe wordt lucht tussen de
atmosfeer en het uitwisselingsoppervlak te verplaatsen tot diep in het lichaam.
Er is een gespierde pomp nodig om drukgradiënten te creëren. Complexe ademhalingssystemen
bestaan daarom uit twee verschillende componenten.
- Een spier-aangedreven-pomp (bij mens: de pomp is de musculoskeletale structuur vd thorax
- Dun, vochtig uitwisselingsoppervlak
Longen bestaan uit het uitwisselingsepitheel en de bijbehorende bloedvaten.
4 belangrijke functies van het ademhalingssysteem (respiratory system):
1. Uitwisseling van gassen tussen de atmosfeer en het bloed. Het lichaam brengt O2 naar de
weefsels en CO2 wordt afgegeven aan de longen om het lichaam te verlaten.
2. Homeostatische regulatie van de pH van het lichaam. Als er CO2 wordt
vastgehouden/uitgescheiden heeft dat invloed op de pH.
3. Bescherming tegen binnengekomen ziekteverwekkers en irriterende stoffen. Respiratoir
epitheel is goed voorzien van afweermechanismen om potentieel schadelijke stoffen op te
vangen en te vernietigen, voordat ze het lichaam binnendringen.
4. Vocalisatie. Lucht die over de stembanden beweegt, veroorzaakt trillingen voor spraak ect.
Ook een belangrijke bron van warmte- en waterverlies. Dit moet weer worden gecompenseerd.
Bulkflow of air
- Stroming van lucht van hoge naar lage druk
- Spierpomp zorgt voor drukgradiënten
- De weerstand tegen luchtstroom wordt voornamelijk beïnvloed door de diameter van de
buizen waardoor de lucht stroomt
Bloed en lucht beide vloeistoffen; maar lucht is een samendrukbaar mengsel van gassen, terwijl
bloed niet-samendrukbaar is.
Running disease:
COPD: ziekte waarbij de luchtuitwisseling wordt aangetast door vernauwing van de onderste lucht-
wegen. De meeste mensen met COPD heeft of emfyseem (beschadiging van de longblaasjes) of
chronische bronchitis (ontsteking van de bronchiën) of beide.
Bronchitis: Blauwe tint van de huid kan het gevolg zijn door het zuurstoftekort + dik
Emfyseem: dun + normale huidskleur (roze) + ademen uit met samengeknepen lippen om de
luchtwegen te openen.
, Paragraaf 1
Verschillende betekenissen ademhaling:
1. Uitwisseling van lucht tussen de atmosfeer en de longen ~ ademhaling / ventilatie
Inspiratie: inandeming expiratie: uitademing ~ mechanica van de ademhaling
2. Uitwisseling van O2 en CO2 tussen de longen en het bloed
3. Transport van O2 en CO2 in het bloed
4. Uitwisseling van gassen tussen bloed en cellen
Het ademhalingssysteem bestaat uit constructies die
betrokken zijn bij ventilatie en gasuitwisseling:
1. De luchtwegen leiden van de externe omgeving
naar het uitwisselingsoppervlak vd longen
2. Longblaasjes (reeks onderling verbonden zakjes)
en bijbehorende haarvaten.
3. Botten en spieren van de thorax (borstholte) en
buik die helpen bij de ventilatie.
Bovenste luchtwegen Onderste luchtwegen /
thoracale deel
Mond, neusholte, Luchtpijp, twee primaire
keelholte en strottenhoofd bronchiën, hun takken en
de longen
Verschillende spieren en botten helpen bij het omringen van de longen en het in stand houden. De
borstkast is eigenlijk een afgesloten container gevuld met drie vliezige zakken. Eén om het hart en
één om elke long. De slokdarm en de bloedvaten passeren tussen deze pleurale zakjes.
De longen bestaan uit licht, sponsachtig weefsel waarvan het volume voornamelijk wordt ingenomen
door met lucht gevulde ruimtes.
Elke long is omgeven door een dubbelwandige pleurale zak waarvan de membranen de binnenkant
van de thorax bekleden en het buitenoppervlak van de longen bedekken. Deze twee lagen worden bij
elkaar gehouden door een dunne laagje van pleuravocht.
De weg die lucht aflegt: mond/neus -> bovenste luchtwegen -> keelholte -> strottenhoofd ->
luchtpijp
Strottenhoofd bevat: stembanden en bindweefselbanden.
De luchtpijp is semi-flexibel en wordt opengehouden door 15 tot 20 C-vormige kraakbeenringen. De
luchtpijp eindigt in de thorax, waar het vertakt in een paar primaire bronchiën. Eén bronchus naar
elke long. In de longen zelf vertakt het steeds verder. Met elke deling van de dwarsdoorsnede neemt
het totale oppervlak van de dwarsdoorsnede toe.
De totale oppervlakte van de dwarsdoorsnede is het laagst in het bovenste gedeelte luchtwegen en
het grootst in de bronchiolen.
De snelheid van de luchtstroom is omgekeerd evenredig met het totale dwarsdoorsnedegebied van
de luchtwegen. Het is dus het grootste in de bovenste luchtwegen en het langzaamst in de terminale
bronchiolen.
1. Wat is het verschil tussen cellulaire ademhaling en externe ademhaling
ademhaling?
2. Noem de componenten van de bovenste luchtwegen en die
van de onderste luchtwegen.
3. Noem de componenten (inclusief spieren) van de borstkas.
Maak een lijst van de inhoud van de thorax.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lennekemelissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.40. You're not tied to anything after your purchase.