Ik volg het semester Eventmanagement aan de Hanzehogeschool. De minor Eventmanagement verschilt niet in literatuur.
De samenvatting is van het boek: Blekkingh, Bas W. (2014). Authentiek leiderschap, ontdek en leef je missie. De samenvatting is inclusief PowerPoints en een tentamen vraag die in de l...
Leidinggeven en besliskunde
Voorwoord
Authentiek leiderschap gaat verder dan alleen management. Het gaat over het doorgronden van
drijfveren en het ontdekken van je missie, met als doel jezelf en anderen te inspireren.
Authentiek betekend volgends Van Dale: Echtheid en daardoor betrouwbaarheid.
In je authenticiteit zit je missie verborgen (hetgeen wat je op de aarde komt bijdragen).
In de context van dit boek = Leiderschap = Echt en betrouwbaar beïnvloeden vanuit je missie.
De zeven-schillenmodel
Ieder schil heeft een eigen problematiek en een eigen oplossingsrichting. Je gaat ‘steeds dieper de
schillen in’.
Door de ‘tocht’ van buiten naar binnen wordt je nieuwsgieriger naar je kern, je authenticiteit. Als de
kern gevonden is kan ook de reis van binnen naar buiten worden gemaakt. Je missie stuurt dan je
gedrag en je probleemstelling veranderd.
Door het model kan je problemen in kaart brengen en oplossen. Je leert je ego’s doorgronden en je
ontdekt en leeft je missie.
Hoofdstuk 1 De omgevingsschil
De zeven-schillenmodel
1. Omgeving - Waarnemen
2. Gedrag - Doen
3. Vaardigheid - Kennen/kunnen
4. Norm - Gedragsregel
5. Ego - Positioneren
6. Waarden - Daar sta je voor
7. Authenticiteit - Missie, creatiedrijfveer
Ervaring leert dat in deze schil de meeste problemen in gepositioneerd worden.
1.1 Jouw omgeving
Vb: Je ontmoet iemand in de bar, je gaat niet direct de diepte in met je gesprekken. Meer over waar
je woont, wat voor werk je doet dus over thuisomgeving en werkomgeving.
Het zegt niet zoveel over wie je bent maar meer over hoe jij naar die omgevingen kijkt. De meeste
mensen zetten hun problemen op deze schil. Problemen zoals een zurende buurvrouw etc.
Dus wat voor invloed heeft de omgeving op jou. De omgeving zoals jij die waarneemt.
1.2 Selectieve perceptie
Met selectieve perceptie neem je dus alleen waar wat jij – op dat moment – in je omgeving belangrijk
vindt. “Belangrijk” zegt meer iets over wat jou op dat moment het meest bezighoudt en dat is
meestal een onbewust proces.
Voorbeeld: Doe je horloge af zonder te kijken, teken deze na zoals jij hem herinnerd.
,Je hoofd is ook in staat om zaken te verdraaien. Denk bijvoorbeeld aan de dingen die wel op je
horloge stonden maar niet hebt getekend of andersom. Er heeft dan ergens een associatie
plaatsgevonden die er in werkelijkheid niet is. Dit is een filter die slechts die gegevens uit de
omgeving doorlaat die je belangrijk vindt aldus selectieve perceptie. Je filter is er omdat ons systeem
de overload aan gegevens niet kan verwerken
Figuur 1.1 Filterverwerking
1.3 Probleemstelling op de omgevingsschil
Probleemstelling die op de omgevingsschil thuishoort = Een problematische omgeving beschrijving.
Er zijn grote en klein problemen (zeurende buren vs. Hongersnood), een gemeenschappelijk kenmerk
is dat oorzaak of ‘schuld van het probleem in je omgeving ligt.
Je denkt vanuit de probleemstelling: mijn omgeving is het probleem
Je moet onderzoeken of je waarneming en de daaraan gekoppelde emotie wel klopt. Je hebt een
filter, dus je hebt niet alles meegekregen. Onderscheid je waarneming van je normering. Beschrijf
eerst de feiten zoals jij die in de omgeving waarneemt, ofwel puur je waarneming.
Voorbeeld: Mijn directeur neemt mijn suggesties niet serieus. Vraag je af:
1. Is dit altijd zo? Niet zwart-wit denken
2. Klopt mijn oordeel, mijn norm? – Is het terecht dat ik mij zo voel? Of kan het aan de kwaliteit
van mijn suggesties liggen?
Je maakt het joun probleem en niet die van de omgeving. Je kan nu meerdere kanten op, klagen,
aanpakken, accepteren of weggaan. De keuze ligt bij jou.
1.4 Communiceren vanuit selectieve perceptie
Door te accepteren dat jij niet de objectieve waarheid bepaalt en doordat je dit weet over te brengen
op anderen, schep je voor je omgeving ruimte om een volwassen gesprek te voeren.
Probeer bij onderlinge communicatie het oké te vinden dat, wat jij ervaart slechts jouw perceptie is
en niet de waarheid.
, Hoofdstuk 2 De gedragsschil
De gedragsschil gaat over het gedrag dat je vertoont in je omgevingsschil.
2 Voorbeelden: Mensen die in hun omgeving gedrag vertonen met als doel die omgeving te
beïnvloeden:
Henk is bang om te falen, daarom doet hij nooit zijn mond open.
Annemarie zoekt aansluiting bij anderen door vaak te vertellen hoe zwaar ze het heeft.
Het is een belangrijke schil doordat het de diepste schil is die een ander van jou kan waarnemen. De
ander ziet, hoort en voelt je gedrag. Het gedrag dat jij vertoont is een gevolg van processen die zich
buiten en binnen jezelf afspelen.
2.1 Hoe komen wij aan gedrag
Gebeurtenissen in je omgeving die door je filter heen gaan, worden in je binnenwereld omgezet in
informatie. Alle verhalen die jij kent van ‘vroeger’ zijn selectief opgeslagen. Deze verhalen
representeren jouw ‘waarheid’. Ieder verhaal heeft zijn eigen normering: veilig, onveilig, lelijk mooi.
2.1.i Zelfbeeld
Één van je belangrijkste verhalen in je binnenwereld = Je zelfbeeld.
Je zelfbeeld is een verzameling van verhalen over jezelf. Het zegt iets over hoe jij denkt dat je je
gedraagt in bepaalde situaties, wat je dan doet, denkt en voelt. Iedereen heeft verschillende
zelfbeelden. Voorbeeld: enerzijds ben je zelfstandig, anderzijds heb je veel bevestiging nodig.
Je zet je filter altijd open voor informatie die je zelfbeeld bevestigd, zowel positief als negatief. Stel, je
zelfbeeld is ‘ik ben slecht in presenteren’ dan vallen je zaken (door je filter) op als:
Iemand keek op zijn horloge (hij wil al weg)
Twee mensen fluisteren tegen elkaar (ze vinden het niet interessant)
Je neemt dan alleen waar, wat jij op dat moment in je omgeving belangrijk vindt. Je filter staat open
voor gegevens die je eigen verhaal bevestigen aldus je zelfbeeld bevestigen.
Als je het omdraait, en zegt ‘ik ben goed in presenteren’. Valt je dit op:
Iemand keek op zijn horloge (ze vinden het jammer dat de tijd bijna om is)
Twee mensen fluisteren (ze bespreken onderling over een onderwerp van de presentatie)
Beiden zelfbeelden nemen dus wel dezelfde zaken waar met een totaal andere emotie.
2.1.ii Associatie en evaluatie
Verschillende verhalen in je binnenwereld groeien in een razend tempo. Met andere woorden, je
leert sneller op de gebieden waar je bewust en onbewust meer voor openstaat (je interesse). Hierbij
spelen associatieve en evaluatieve processen een belangrijke rol.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fmstudentt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.