Geschiedenis van de Nederlanden
Les 1: inleiding
1. het studie object
Wat bedoelen we met de geschiedenis van de Nederlanden?
Chronologisch: voor het ontstaan van de hedendaagse staten
Geografisch: het gebied van het huidige België, Nederland,
Luxemburg en delen van Frankrijk.
Verscheidenheid en eenheid: waarom gaan we die regio als een
geheel beschouwen aangezien er veel verscheidenheid aanwezig is?
Enkele elementen van verscheidenheid & verbondenheid
verscheidenheid verbondenheid
o Het is geen coherente eenheid o Politiek verbonden in bepaalde
door het modern politieke periodes die een bepaalde
oogpunt. impact hadden.
o Bv. Bourgondische eenmaking &
het verenigd koninkrijk der
Nederlanden.
o Er lopen historische grenzen o De gouden eeuw in de
door het gebied. (bv. De grens noordelijke Nederlanden is deels
van het romeinse rijk zoals de door de migratie van de
rijn en de schelde) zuidelijke Nederlanden.
o Er is een taalkundige variatie in o Geografische verbondenheid
dit gebied doordat er vele rivieren
aanwezig waren. Dit creëerde
een permanente strijd tegen het
water maar wel contact tussen
de gebieden doormiddel van
watertransport.
o Verschillende soorten gronden
zullen aanleiding geven tot
economische activiteiten.
o Er is een aanwezigheid van
religieuze verdeeldheid:
protestantisme vs. Christendom
Relevantie?
Verstedelijking: het was het meest verstedelijkte gebied van Europa.
De stedelijke cultuur die al vroeg aanwezig was, leidt tot
verschillende implicaties.
Economische ontwikkeling: er was productie en handel van
internationale goederen. Hierdoor werd het heel vroeg een
belangrijke handelsplek.
Globalisering: de globale ontwikkeling was sterk verbonden met de
internationale handel.
, Stabiliteit: er was stabiliteit maar op lange termijn.
Politieke ontwikkelingen: ontstaan van de Atlantic revolution met
daarna opvolgend de glorious revolution. De vorst werd gebonden
aan het parlement met daarop volgend de Amerikaanse & Franse
revolutie.
Culturele ontwikkelingen: de schone kunsten en de schilders van de
houden eeuw waren zeer invloedrijk.
2. geschiedenis van de Nederlanden: hoezo?
De Nederlanden steunt op een specifiek paradigma dat groeit uit andere
domeinen. Het draaide om de voorgeschiedenis van wat later België en
Nederland werd. = historische constructies
Er is wel een bepaalde notie van anachronisme aanwezig.
De term een natie verwijst naar een samenhorigheid gevoel van inwoners
in een bepaalde regio.
Natiestaat: is de opvatting dat de
inwoners van een regio een eigen
staat moeten hebben. Een staat die
alle leden van de natie verenigd en
soeverein is = een historisch
product
Het denken in natie staten is verbonden
met de verlichting va de 18de eeuw en de
19de -eeuwse intellectuele cultuur.
Hiervoor werden samenlevingen
ingericht via andere principes en bestond
er niet zo iets als een natie + het nationale gevoel was ervoor op een
andere manier aanwezig.
3. modern nationalisme
Essentialisme vs. Constructivisme
Essentialisme: een intellectuele traditie waar het idee is dat naties
voortvloeien uit een gedeelde taal en cultuur beleving. Een natie zou
uit zichzelf ontstaan.
o Risorgimento nationalisme: verwijst naar de eenmaking van
Italië. Het is een wederopstanding en het streven naar een
natie.
Constructivisme (B. Anderson): het modern nationalisme is een
historisch product van de 19de eeuw met een bewuste politiek die
gevoerd werd.
, o Andere identiteitsvormen staan onder spanning door
versplintering. Dit geeft ruimte voor andere denkkaders. (bv.
Religie)
o Toenemende drukpers en economische integratie. Informatie
werd op grotere schaal verspreid en dit creëert
gemeenschappen die de zelfde boodschap lezen.
o Actieve cultuur politiek door bv. Verplichting van de
legerdienst.
De historici hadden een belangrijke rol in de constructie van de
gemeenschappen en de natie. De taak was om vroege historiografie en de
historische wortels van de natie bloot te leggen doormiddel van een
teleologische geschiedschrijving.
4. staat nationalistische geschiedschrijving
De manier waarop aan geschiedschrijving wordt gedaan speelt een rol in
het propageren en legitimeren van de natie. Er is een sterke beklemtoning
van de ouderdom van de natie van België.
MAAR! beide zijn geen historici maar wel literaire schrijvers.
Theodore Juste (1818-1888) Hendrik Conscience (1812-1883)
o Publiceert de eerste o Door de 19de -eeuwse
geschiedenis van België waar spanningen kwam er een
begint bij de Belgen van streven van een Belgische
Julius Caesar. natie met een plaats voor de
o Histoire de Belgique (1840) Vlaamse natie.
o Een voorbeeld van een o Hij legde de nadruk op de
teleologische Vlaamse identiteit maar niet
geschiedschrijving. in tegenspraak met de
Belgische identiteit.
o Er worden figuren gericht o De impliciete boodschap is
gecanoniseerd die de natie de mythe van de
zouden vooraf spiegelen onderdrukking van vreemde
heersers en de mythe van de
vrijheidsstrijd die
gepropageerd wordt.
o België werd afgebeeld als
een gebied dat altijd
overheerst werd door andere
heersers waardoor er een
, bepaalde vrijheidsstrijd
aanwezig was.
5. de professionalisering van de geschiedschrijving (ca. 1870-1930)
Eind de 19de en begin de 20ste eeuw ontstond er een professionalisering
van de geschiedschrijving onder invloed van het positivisme, ze zal zich
als wetenschap profileren.
MAAR! de bevrijding van het nationalistisch perspectief blijft sterk
aanwezig.
NL: “de vaderlandse geschiedenis” waarin de opstand een zeer belangrijk
identiteitsvormen geweest zou zijn voor Nederland.
BE: Henri Pirenne was de meest bekende historicus die België had. Hij zal
het lange termijn perspectief adopteren. Hij zag de wortels van de
Belgische natie in de hoge middeleeuwen met de nadruk op de sociaal
economische interactie, maar ook als een specifieke nationale fusie van
enerzijds een Germaanse en anderzijds een Romaanse beschaving. Die
breuklijn heeft de regio op een aparte manier verbonden met een eigen
karakter en identiteit.
Pax Belgica tussen Vlamingen en Walen.
6. groot Nederlandse geschiedschrijving
Pieter Geyl (1887-1966)
Verdedigde een andere versie in dezelfde periode: Hij gaat uit van
het concept de Nederlandse stam. Het is een natie gevoel onder de
sprekers van de taal.
o = een Nederlandse politieke unie met zijn eigen
voorgeschiedenis.
Zijn politieke achtergrond lag geworteld in het orangisme na de scheiding
van de Nederlanden.
7. naoorlogse onderzoekstraditie
Er wordt na WO2 afstand gedaan van het nationalistisch perspectief.
Een ontstaan van verbanden tussen de geschiedenis van Nederland
en België. Die fases worden gemeenschappelijk beklemtoont.
o = ontstaan van nieuwe soort geschiedenis met een focus op
de gehele Nederlanden.
8. een politiek perspectief
De fysieke grenzen worden later mentale grenzen maar de grenzen zelf
zijn niet door nationale overwegingen ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imanischepens1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.