Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 2 (6471IPO2B)
All documents for this subject (20)
Seller
Follow
wiekevanluijk
Content preview
College 1 Leerproblemen IPO 2B
Dyslexie
Hoe ontwikkelen Leerproblemen (LP) zich?
- Aanleg EN
- Omgevingsfactoren
- Interactie tussen kind-kenmerken & ervaringen thuis en op school
Inzicht in ontstaan LP zorgt voor handreikingen interventie
Individuele diagnostiek en behandeling
Dyslexie: automatisering van woordidentificatie (lezen) en of schriftbeeldvorming (spellen)
ontwikkelt zich niet dan wel zeer onvolledig of zeer moeizaam
- Lezen en spellen van woorden is problematisch
- Woordherkenning gaat lastig
- Nadruk ligt op: automatiseringsprobleem
Dyslexie: stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het
accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau
- Stoornis
- Probleem: vaardigheidsniveau ligt significant lager
- Probleem: is hardnekkig, langdurig probleem ondanks adequate remediërende instructie en
oefening
- Nog geen afbakening (t.o.v. andere en nog geen verklaring
Protocol Dyslexie Diagnostiek en behandeling
Beschrijving en oorzaak is duidelijker geformuleerd; cognitief en te maken met fonologische en
orthografische taalverwerking
1. Achterstandscriterium
2. Resistentiecriterium (hardnekkigheid)
3. Exclusiviteitscriterium (andere oorzaken kunnen worden uitgesloten)
Prevalentie van dyslexie
Leerling-populatie aan het eind van de basisschool --> 10% ernstige lees-en spellingproblemen & ¾%
dyslexie, verhouding jongens: meisjes 3:2
Co-morbiditeit --> meerdere aandoeningen wanneer je al bijv. dyslexie hebt
Decoderen: letters en klanken die ze ziet decoderen tot een woord
Zwakke lezer: meer tijd nodig om een woord te herkennen, context raden en geen normale zinnen
volgen maar meer losse woorden (filmpje)
- Decoderen werkt niet zo goed
- Zwakke lezer --> context werkt inhiberend (bijv. de coole/kale gast liep het hotel in met zijn…
rol-board/rol-later
- Wanneer je niet snel genoeg leest, kun je de context en dus het begrip minder goed
begrijpen
,Automatisering van woordherkenning: hoeveel woorden een kind kan lezen binnen 1 minuut
Zwakke lezer --> Veel fouten en spellend lezen
Sterkte lezer --> vloeiender lezen
Eind groep 5 --> 1 woord per seconde & 2 woorden per seconden in een zin (steun aan de context)
Steeds meer orthografische kennis verwerken --> woorden die je kent lees je makkelijker, woorden
of klankcombinaties herken je en lees je dus makkelijker, bijv. po achter elkaar pro ook gr st
Meer moeite met woorden op klankniveau
Kleinste klankeenheid = foneem
Dyslexie --> meer moeite met pseudowoorden/onzinwoorden, meer fouten
Langzamer lezen wanneer je de betekenis niet kent
Fouten met de fonemen en proberen te gokken en maar iets zeggen, wisselt klanken om en voegt
letters toe
Fonologisch bewustzijn: de vaardigheid om klankeenheden in woorden te herkennen en te
manipuleren ongeacht de betekenis
Benoemsnelheid: de snelheid waarmee de namen van symbolen gegeven kunnen worden
Dyslexie --> achterstand in fonologisch bewustzijn & lage benoemsnelheid
Fonologisch bewustzijn:
Robuust onderscheid van woorden
- In zinnen
- Woorden kunnen combineren tot samengesteld woord
- Woord halen uit samengesteld woord en zeggen welk woord resteert (zakdoek zonder doek
is zak, heeft betekenis)
- Onderscheiden van lettergrepen/klankgroepen (re-gen-jas), heeft geen betekenis meer
Klank kunnen koppelen aan een letter, fonemen kunnen herkennen
Beginnende lezers leren van dit koppelen
Continuüm: bewustzijn van grote, concrete klankeenheden tot bewustzijn na de kleine, abstracte
klankeenheden
Verfijnt onderscheid van woorden
- Eindrijm Roos en Boos
- Beginrijm Boom en Boot
- Fonemisch bewustzijn: B-oo-m, onderscheiden van de kleinste klankeenheden
Foneemanalyse: pen heeft er 3 ijs heeft er 2
Foneemdeletie: een foneem weglaten, ‘wat is boog als ik de b weglaat’ Plaatjes of objecten kunnen
ondersteunend zijn
Co-articulatie: de invloed van klanken in een woord op elkaar
Allofonen: dezelfde fonemen kunnen anders klinken in verschillende woorden
(Stoep, stop, staal)
, Kleuters
Vanaf groep 3 zie je dat het verschil gaat groeien, later moeite met lezen, ontwikkelt moeizamer en
blijft onder de ontwikkeling van goed lezende, fonologisch tekort
BENOEMSNELHEID
- RAN test, cijfers of objecten of kleuren lezen, kijken naar de snelheid van de klank die
kinderen koppelen wanneer zij een cijfer/object/kleur zien en hier een klank aankoppelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wiekevanluijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.