100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
7,0 GEHAALD MET Overzichtelijke college aantekeningen OP2 $9.80   Add to cart

Class notes

7,0 GEHAALD MET Overzichtelijke college aantekeningen OP2

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle college aantekeningen van het vak onderzoekspracticum 2, 11 colleges.

Preview 4 out of 56  pages

  • August 22, 2024
  • 56
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Harold nefs
  • All classes
avatar-seller
College 1 Onderzoekspracticum 2
Onderzoek
- Beschrijvende en inferentiële statistiek
- Steekproef en populatie

Onderzoeksmethoden
- Bepalen de validiteit
Beschrijvende statistiek
- Hoe ziet de gemeten data eruit?
Inferentiële statistiek
- Wat kan ik zeggen over de populatie op basis van een steekproef?

1. Beschrijvend
2. Correlationeel
3. Experimenteel
4. Quasi-experimenteel

Beschrijvend
- Gemiddelde, mediaan, standaard deviaties etc.
- Box plots, staafgrafieken, histogrammen etc.
Inferentiële statistiek
- Betrouwbaarheidsintervallen
- Hypothesetoetsen

Parameters --> populatie
Statistiek --> steekproef
Waarden --> proefpersoon

Standaardnormaalverdeling= x- u/ o/wortel n
T-toets = x – u/ s/wortel n

HYPOTHESETOETSEN
Is het populatiegemiddelde u0?
H0 : u = 100
Ha : u = niet gelijk aan 100

One sample t toets --> hoe bijzonder is mijn steekproef als H0 waar zou zijn?
Bereken t om de nulhypothese te toetsen --> T is t-verdeeld met n-1 vrijheidsgraden

p-waarde = overschrijdingskans = kans dat t behaald of overschreden wordt in de steekproef als H0 waar is
Ha: u > u0
Ha: u < u0
Ha: u niet gelijk aan u0

Is de overschrijdingskans (p) kleiner dan het significantieniveau (a)?
- Steekproef TE bijzonder om H0 nog te geloven --> Dus accepteer Ha, verwerp H0

ONDERZOEKSVRAAG
Wijkt de gemiddelde populatiescore op de test af van 537?
1. Hypothesen
H0 : u = 537
Ha : u is niet gelijk aan 57
2. Toetskeuze
One-sample toets, alpha = 0.05
3. Toetsstatistiek
T toets
4. T)63
5. P<a accepteer Ha, verwerp H0
6. Conclusie

,Populatieparameters op zich zijn vaak niet zo interessant!

Experiment
1. Manipuleer ten minste één variabele
2. Zorg voor vergelijkbare groepen
3. Houd andere variabele strikt gelijk

Oneway design
- Als er één onafhankelijke variabele is: ONEWAY
- De condities worden ook levels genoemd
- Independent variabele (conditie)
 Experimentele conditie
 Controle conditie

Bijvoorbeeld onafhankelijke variabele is fruit, je kunt vier condities/levels hebben bijv. appel, peer enz.
1. Randomized groups design --> SRS, te vaak een toeval component
 Between-subjects design/Between groups design: verschillen tussen groepen of deelnemers meten;
één conditie
 Within subjects design: verschillen in gedrag ten opzichte van de verschillende condities
2. Matched-subjects design:
Proefpersonen in de steekproef worden eerst in groepjes
Hardloop experiment met een beloning (groep 1 is oudere, jongere, hardloper, kind bijv) & groep 2 is
hetzelfde maar dan andere mensen, wel zelfde type
3. Repeated measures design --> conditie I --> meting --> conditie II --> meting
Independent variabele beïnvloeden en afhankelijke variabele meten
 Volgorde wordt ook gemanipuleerd (groep 1 eerst conditie I en dan II & groep 2 eerst conditie II en
dan I) = counterbalancing; de levels van de onafhankelijke variabele in verschillende volgorde
presenteren aan verschillende groepen/participanten
 Sensitization: participanten kunnen anders reageren, omdat ze na het ervaren van verschillende
experimenten met verschillende levels doorkrijgen wat de hypothese is, en dus gebiased zijn
4. Latin Square design: elke voorwaarde verschijnt eenmaal op elke ordinale positie, en elke voorwaarde
gaat vooraf aan en volgt elke andere voorwaarde eenmaal op

Practice effects: treden op wanneer participanten effecten laten zien door middel van herhaling en oefenen i.p.v.
door de betreffende interventie
Fatigue effects: treden op doordat de participant afzwakt, vermoeid/verveeld of minder gemotiveerd raakt
Carryover effects: effect van een bepaalde interventie blijft bestaan nadat de conditie is afgelopen
Order effects: volgorde waarin de condities worden getoond aan de participanten heeft invloed op de resultaten

Pre-post test designs --> verschilscore onderzoeken --> (voor)meting --> treatment --> nameting
 Pretest, posttest1, posttest2
 krusk
 Kan op elk van de drie basisdesigns worden toegepast
Verschilscores hebben voordelen maar ook nadelen

(cor)relationeel onderzoek
Group membership is een subject variabele omdat je het niet kunt manipuleren maar het kan wel dingen
verklaren
Bv. Geslacht is een variabele met ten minste drie mogelijke waarden (man, vrouw, anders) maar is niet
gemanipuleerd door de onderzoeker
- 1 subject (verklarende) variabele --> oneway analyse

Experimenteel --> gemanipuleerd
Correlationeel --> natuurlijke groepen

One Way: kijken naar hoe 1 onafhankelijke/verklarende variabele samenhangt met een andere variabele
Two-group design: twee levels/condities van de onafhankelijke variabele worden gemeten
Factorial design: 2 of meer onafhankelijke variabelen/factoren zijn gemanipuleerd

One-sample t test --> 1 groep of conditie

,Paired t test --> 2 groepen of condities & gematched of zelfde proefpersonen
Independent samples t test --> 2 groepen of condities & andere proefpersonen
ANOVA --> meer dan 2 groepen of condities
College 2 Onderzoekspracticum
Probleemstelling
Hoe kun je aannemelijk maken op grond van een steekproef dat er een verschil is tussen twee
populatiegemiddelden
- Het verschil in de populatiegemiddelden voor/na een behandeling
 Elk proefpersoon twee metingen
- Verschil in populatiegemiddelden tussen jongens en meisjes

Laat zien dat de kans op het verschil in steekproefgemiddelden onwaarschijnlijk is, als de populatiegemiddelden
NIET verschillen
- Wat is de p-waarde, kans om het steekproefverschil te vinden als er in de populatie niet echt een
verschil was

Paired T-toets --> twee keer iets meten uit dezelfde proefpersonen
Independent samples t-toets --> twee verschillende proefpersonen

PAIRED T-TOETS
Is er een verschil tussen de populatiegemiddelden voor en na een behandeling?
Twee groepen zijn afhankelijk van elkaar en hebben invloed op (de scores van) elkaar
- Verschil tussen twee metingen bij dezelfde proefpersonen (gematched)
- Deze vraag kun je met de kennis die je al hebt oplossen
- Verschilscores
- Of het gemiddelde verschil tussen voor en nameting afwijkt van 0 = het gemiddelde verschil tussen
voor en nameting
- Het verschil in de gemiddelden is gelijk aan het gemiddelde van de verschillen
- X1 gemiddelde – X2 gemiddelde = X1 – X2 (gemiddelden)




Is het gemiddelde verschil significant groter dan 0?
One-sample t-test gebruiken
Teststatistiek t = x gemiddelde – u0 / s/wortel n
- Paired t-test (ahankelijk) op verschilscores
- Steekproefgemiddelde van de verschilscores
- Kan Xd (difference/verschilscores) gemiddelde redelijkerwijs gevonden worden als het gemiddelde
verschil in de populatie 0 zou zijn
- Kleine d betekent difference en dan gaat het dus om verschilscores

Confidence interval (CI)

, Voor het verschil in populatiegemiddelden
Beste schatting +/- foutenmarge
- Beste schatting voor het verschil in populatiegemiddelden is het steekproefgemiddelde van de
verschilscores
- De foutenmarge is de standaardfout van de verschilscores vermenigvuldogd met de kritieke t
grenswaarde (t met een sterretje)




- Standard error gebruik je alleen wanneer de standaarddeviatie geschat is = s/wortel n
- CI = x gemiddelde +/- t met een sterretje x s/wortel n
- Met 95% zekerheid kan ik zeggen dat:
 Het verschil tusen de twee populatiegemiddelde ligt tussen … en … hartslagen per minuut
 Onderste regel van tabel D; betrouwbaarheidsintervallen & vrijheidsgraden




PAIRED T-TOETS
1. Onderzoeksvraag
Is er een verschil in gemiddelde frequentie van agressiviteit op dagen met volle maan vs. andere dagen?
2. Hypothesen
H0: umoon = uother
Ha: umoon is niet gelijk aan uother
3. Toetskeuze
Gepaarde t-toets, alpha = 5%
4. Toetsstatistiek




5. P-waarde
Zie tabel D: t(14) = 6.45; p<.001
6. Beslissing
P < a --> H0 verwerpen, H1 accepteren
7. Conclusie
Er is een significant verschil in gemiddelde agressiefrequentie op “vollemaandagen” (M = 3.02, SD=
1.50) en “andere dagen” (M= .59, Sd = .44); t(14) = 6.45, p < .001. De resultaten suggereren dat
patienten op vollemaandagen gemiddeld meer agressie laten zien dan op andere dagen.

Wat als er geen koppeling tussen metingen zijn te maken
Afkomstig van verschillende proefpersonen niets met elkaar te maken hebben
T-TOETS VOOR ONAFHANKELIJKE GROEPEN

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wiekevanluijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81113 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.80
  • (0)
  Add to cart