Hoofdstuk 1: Omgaan met weerstand
1 Inleiding
Afweer en weerstand hebben een negatieve connotatie bij hulpverleners
→ ‘Ik kom hier om mensen te helpen en die gaan het even moeilijk en ingewikkeld
maken.’
⇒ Zorgontvangers zijn in een onvrijwillige positie gebracht en hij/zij moet hiermee
op weg, voor lange of voor korte duur waardoor spanningen, emoties, nare
gedachten en ook veel reacties kunnen ontstaan
Weerstand kan een nuttig mechanisme zijn, mits de verpleegkundige er op een constructieve
en sensitieve manier mee omgaat en deze professioneel hanteert
→ Signalen opmerken en deze kunnen vertalen om er een correcte interpretatie aan te
koppelen en er vervolgens iets mee doen
2 De aanwezigheid van weerstand
2.1Een gezonde eigenschap: zelfbehoud
Weerstand en verzet = negatieve klank
⇒ Iemand die niet wil meewerken of niet wil luisteren, wordt vaak als ‘lastig’ gezien
→ Bij professioneel omgaan met weerstand is het van fundamenteel belang dat je als
zorgverlener beseft dat weestand ontstaat bij jezelf ⇒ het is nl. jouw beleving van hoe
de ander zich gedraagt WANT die persoon zal zijn eigen gedrag immers nooit als
weerstand aanzien → het getuigt van betrokkenheid van iemand die voor zichzelf en
zijn eigen belangen op komt
De zorgontvanger komt in een afhankelijke positie terecht waardoor de vrijheid voor een stuk
in het gedrang komt
→ Men moet iets bekend loslaten, maar het onbekende schrikt af en men voelt zich
bedreigd
⇒ Roept weerstand op → dit gedrag kan gezien worden als een
beschermingsmechanisme tegen al te gemakkelijk binnendringende psychische
invloeden
⇒ Kritiek en wantrouwen zorgen voor behoud van individualiteit waardoor
weerstand en verzet gedragseigenschappen zijn die voor iedereen noodzakelijk
zijn om aan zelfbehoud te doen
→ Gebeurt niet altijd bewust of met opzet → de persoon zit verstrikt in dit
conflict en heeft niet steeds een duidelijk idee water verder staat te
gebeuren → weerstand ≠ onwilligheid
Veelal is er sprake van tegenstrijdige gevoelens tegenover de hulpverlening:
- Patiënten willen eigenlijk beter worden (hoop), doch is er vrees en angst voor het
onbekende
- De wens om te veranderen houdt ook een bedreiging in: loslaten van het bekende,
loslaten van gewoontes
2.2Uitingsvormen van weerstand: Direct vs indirect
Weerstand = normaal en nuttig
→ Maar het wordt wel een probleem als de weerstand blijft duren of gaat escaleren
⇒ Het contact tussen hulpverlener en zorgontvanger kan aangetast worden
→ De hulpverlener moet de weerstand kunnen herkennen om adequaat te
reageren en het contact te kunnen herstellen
De adequate reactie veronderstelt dus een tijdig ingrijpen MAAR hiervoor moet je als
hulpverlener in staat zijn om de juiste signalen op te kunnen merken
1
,→ Weerstand kan op verschillende manieren geuit worden: argumenteren, onderbreken,
ontkennen of negeren
⇒ Deze reacties kunnen nog eens opgesplitst worden in een directe en indirecte
vorm
2
,2.3Verpleegkundige in de rol van “vertaler”
Weerstand = ‘topje van de ijsberg’ = ervaring van zorgontvanger is niet onmiddellijk
zichtbaar en wordt geuit via ‘zorgproces verstorend gedrag en taal’
De zorgverlener zal in deze situatie optreden als een soort vertaler van ‘gedrag naar de
diepere ervaring’ → van ‘wat ik aan de onmiddellijk oppervlakte waarneem’ naar ‘wat het
dieperliggende proces is dat zich afspeelt’
→ Decoderen van de boodschap en verhelderen van wat er bij de zorgontvanger gebeurt
⇒ Situatie krijgt betekenis, wordt zinvol en werkt verbindend, zelfs helen en
herstellend
→ Dit is geen eenvoudig proces; de verpleegkundige mag niet onmiddellijk
reageren op het gedrag van de zorgontvanger, maar moet kunnen
verdragen terwijl het toch zorgverstorend is
→ Wanneer de vertaalarbeid verricht is, ontdekt de verpleegkundige een
authentiek verhaal: er zit veel meer achter de reactie van de
zorgontvanger
⇒ Uiteindelijk vinden de verpleegkundige en de zorgontvanger elkaar,
vertrouwen en wederkerigheid groeit, samenwerking komt op gang,
afspreken worden gemaakt en de zelfbeleving is positief
De zorgverlener moet bewust zijn van en kennis/inzicht hebben in de psychologische
mechanismen die zich onder en boven water afspelen wanneer we met weerstand
geconfronteerd worden
= Afweer van een persoon of defensiemechanismen
→ Afweer = alledaagse reacties wanneer mensen een bepaalde waarheid niet
onder ogen kunnen komen → we reageren obv wat we geleerd hebben in ons
leven en wat we geërfd hebben = soort automatische, ingebakken bescherming
en reactie
We hanteren dan voor onszelf kenmerkende onbewuste afweer- of defensiemechanismen
→ Freud is begonnten met deze te herkennen en beschrijven en later auteurs hebben
deze verfijnd en aangevuld :
- Ontkenning: de realiteit niet onder ogen zien, alsof het probleem er niet is
- Verschuiving: een soort van afreageren van frustraties in een andere context
- Verdringing: pijnlijke herinneringen werden weggeduwd en zijn niet meer
onmiddellijk oproepbaar
- Rationalisatie: via redeneren de pijnlijke waarheid verdraaien
- Minimaliseren: minder erg inschatten dan hoe het werkelijk is
- Generaliseren: veralgemenen
- Regressie: terugvallen op gedrag uit een eerder ontwikkelingsstadium
- Projectie: toeschrijven van eigenschappen aan iemand of iets anders en deze
tezelfdertijd bij jezelf -Projectie: ontkennen en wegduwen
3 Beïnvloedende regulerende factoren
Deze beïnvloedende en regulerende factoren blijken telkens weer vierdelig te zijn:
- Het team en het werkklimaat waarin je terecht komt, bepaalt een stuk jouw optreden
bij zorgontvangers die weerstand vertonen of zorg weigeren
3
, - Jouw eigen attitudes en relatiestijl zijn van groot belang
- De omgeving waarin je werkt kan ook meer of minder stresserend zijn voor de
zorgontvanger
- Kenmerken die de zorgontvanger-rol met zich meebrengt, die weerstand oproepen
en/of helpen ontwikkelen
Veel onderzoeken beschrijven ook een hiërarchie ↑
→ Factoren met betrekking tot de zorgontvanger zijn minder sterk beïnvloed dan het
afdelingsklimaat
3.1Team en afdelingsklimaat
Deze factor is een ‘onrechtstreekse regulerende’ factor
→ Verpleegkundigen op eenzelfde afdeling ontwikkelen eigen manieren van omgaan met
moeilijke momenten
⇒ Ze ontwikkelen samen, onbewust en onuitgesproken, eigen
afdelingsgewoonten en creëren zo een sfeer rond ‘hoe we hier met
zorgontvangers omgaan’
→ Wanneer iemand nieuw aansluit bij de groep is er een grote druk en
invloed om te conformeren = sociaalpsychologisch proces,
socialisatieproces dat de individuele stijl in het omgaan met weerstand
beïnvloed
Een gelijksoortige dynamiek is het leefklimaat dat erg sturend kan zijn voor het interveniëren
van verpleegkundigen
= BULLDOZER-benadering en klimaat → werkt erg nefast in het omgaan met weerstand
en lokt agressie uit
→ Kenmerkt zich door verpleegkundige interventies, gericht op of gekenmerkt
door:
- Orde, veiligheid, controle over de afdeling en gang van zaken – eigen
rust
- Zorgontvangers moeten meewerken en de regels volgen
- Betutteling of verwaarlozing – wisselend van zorgontvanger tot
zorgontvanger
- Weinig inspraak voor de zorgontvanger
- Procedure-cultuur “zo werkt het hier”
- Alles is voor je bestwil en daar twijfel je toch niet aan?
- Er wordt veel genegeerd en/of ‘niet ernstig genomen’
- Er zijn veel regels of net andersom; er is geen houvast: wat heb je nu
(weer) gedaan?
- Er is veel gezaghebbende en dreigende communicatie: als je niet … dan
zullen we moeten …- je moet meer eten, anders zal de dokter …
(‘communicatie met het vingertje in de lucht’) of ontwijkende
communicatie (weggaan, geen exploratie, vermijden, zwijgen, negeren)
→ verpleegkundige = vuurtoren die waakt over de goede gang van zaken en
dirigeert als er iets niet conventioneel verloopt
Daartegenover staat de benadering van vertegenwoordigers als BALLATDANCER:
- De verpleegkundige is een nauwkeurig afgestemd instrument in een holding &
healing environment
- Bieden van nabijheid, vertrouwen en veiligheidsgevoel
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellendsm1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.