Tijdens jaar 2 van de opleiding Medisch Diagnostiek wordt het vak Medische microbiologie aangeboden. In dit vak worden verschillende bacteriën uitgebreid besproken en behandeld. Ook is dit vak erg gericht op de werking tussen bacteriën en patiënten. In deze samenvatting wordt besproken hoe bacte...
Hoorcollege 1
Bij medische microbiologie wordt er gekeken naar de samenwerking en tegenwerking tussen
mensen en bacteriën.
Welke micro-organismen zijn er?
Bacterie, archeae
Virussen
Schimmels
Gist
Protozoa
Parasitische wormen
Algen
Ongeveer 1 tot 2 kilo draag je bij je aan bacteriën dit is ongeveer 1-2%, dit is ongeveer 10x
zoveel dan je eigen cellen.
Geschiedenis van microbiologie
Tot de 17e eeuw wisten mensen wel dat je bijvoorbeeld ziek kon worden van water maar ze
wisten niet dat er micro-organismen bestonden. In de 17e eeuw was er Antonie van
Leeuwenhoek die de eerste 'microscoop' maakte, in 1684 bekeek hij zijn tandplak en
beschreef hij animalcules. Eind 19e begin 20e eeuw werden er een aantal belangrijke vragen
gesteld. Louis pasteur heeft aangetoond dat bacteriën niet spontaan kunnen ontstaan. Robert
koch hield zich bezig met etiologie (studie naar de oorzaak van ziekten). Hij toonde aan dat
bacteriën ziekten overbrengen, hierdoor ontstond de postulaten van Koch.
De 4 regels hiervan;
De bacterie wordt aangetoond in alle zieke dieren maar niet in gezonde dieren.
De bacterie moet je reinstrijken (isolatie)
Wanneer je die bacterie injecteert in een gezond dier krijgt dat dier dezelfde ziekte als
het zieke dier waar de bacterie van is genomen
Wanneer je de bacterie neemt uit het nieuwe zieke dier dan moet je dezelfde bacterie
weer zien op de reinstrijk.
In dezelfde tijd van Koch en Pasteur waren er ook mensen bezig met preventie, vaccinatie,
epidemiologie en antibiotica. John snow ontdekte in de 19e eeuw dat cholera overgedragen
werd door een besmette pomp. Edward jenner heeft in de 18e eeuw een test gedaan met
pokken als een soort vaccin. Louis pasteur heeft zich ook beziggehouden met vaccins tegen
pathogenen. Alexander fleming heeft het antibiotica ontdekt, dit is de schimmel penicillium
chrysogenum. In de 20e eeuw ontdekte Watson, Crick en Fanklin de structuur van het DNA.
Ook ontdekte Carl woese het 16S RNA.
Hoorcollege 2
Symbiose is het samenleven tussen organismen. Wanneer de organismen hier beide een
voordeel aan heeft dat heet het mutualisme. Wanneer er 1 voordeel uit haalt en de andere
geen voordeel en geen nadeel dan is het commensalisme. Er is amensalism, hierbij heeft een
en geen voordeel en geen nadeel en de ander heeft nadeel. Tot slot is er parasitisme, hierbij
heeft er 1 voordeel en de ander heeft nadeel.
,Voorbeeld;
Mutualisme,
Bijvoorbeeld de darmflora
Commensalisme,
Mijten in je haar, je ervaart hier zelf niks van en zij hebben voordeel
Amensalisme,
Penicilline scheidt een stof uit waardoor bacteriën doodgaan
Parasitisme,
Een lintworm
De normale microbiota of de normale microflora zijn de micro-organismen die je normaal
gesproken bij je draagt en die onder normale omstandigheden geen ziekte veroorzaken. Deze
organismen heb je nodig, dit komt doordat ze stoffen afbreken en uitscheiden. Ook is het
belangrijk dat je vol zit met bacteriën zodat er geen andere bacteriën bij kunnen komen die
schadelijk zijn, ze voorkomen kolonisatie van pathogenen.
Microbiota kan worden opgedeeld in 2 groepen
Residente microbiota,
Deze draag je je hele leven bij je
Transiënte microbiota,
Draag je enkele uren, dagen of maanden bij je
Wanneer je geboren wordt heb je niet of nauwelijks bacteriën bij je. Dit komt pas wanneer de
bevalling begint. De bacteriën veranderen continu tijdens je leven.
Kolonisatie betekent dat bacteriën gaan groeien bij de gastheer waardoor ze kunnen groeien,
dit hoeft niet pathogeen te zijn. Meestal gebeurt dit via de slijmvliezen.
Axenisch betekent dat een gebied vrij is van micro-organismen.
Ribosomen bestaan uit RNa en eiwitten, en een grote en kleine subunit. Het RNA van de
kleine subunit wordt 16S rRNA genoemd. Met 16S rRNA kun je de organismen indelen in
Phylum.
Er zijn ongeveer 80 phyla, de meeste gekweekte bacteriën zijn;
Actinobacteria
Firmicutes
Proteobacteria
Bacteroidetes
Een Bacteroidetes is een gram-negatieve bacterie. Veel van de bacteriën die je in je darmen
hebt behoren tot de bacteroidetes.
De proteobacteria zijn gram-negatieve bacteriën die je vaak in je lichaam aantrekt.
De enige gram-postieve pfyla van bacteriën zijn actinobacteria en firmicutes.
De huid is een droog orgaan en heeft een lage pH 4-6, hier leven wel micro-organismen maar
die leven dan op de buitenlaag op in de haarzakjes. Dit betekent dat de diepere lagen axenisch
, zijn. Op de huid leven vooral Gram-positieve bacteriën, deze kunnen over het algemeen wat
beter tegen de wat slechtere omstandigheden.
Ook zitten er ontzettend veel micro-organismen in je mond. In je mond zit lysosym, dit doodt
bacteriën. Wanneer je je mond niet schoon genoeg houdt kan je een biofilm (plakkerige laag
micro-organismen) krijgen wat zich uit in tandplak. Dit leidt uiteindelijk tot gaatjes.
In je bovenste luchtwegen zie je veel bacteriën, de slijmlaag en de cilliën beschermen
hiertegen. In de trachea en bronchi zijn al zeer weinig microbiota en in de alveoli zit niks en
dit is dus axenisch. De bacteriën die in de bovenste luchtwegen geen kwaad kunnen, kunnen
dieper in de longen wel ziekten veroorzaken.
De blaas en nieren zullen onder normale omstandigheden geen bacteriën bevatten, in je
onderste gedeelte van de urinewegen zie je wel bacteriën. Dit zijn vaak avirulente bacteriën,
deze veroorzaken bijna nooit ziektes.
Vagina bevat normaal gesproken veel lactobacilli, de baarmoeder is daarentegen is axenisch.
De meeste bacteriën die je in je spijsverteringskanaal hebt zijn anaerobe bacteriën, hoe verder
je in het kanaal komt hoe anaerober ze zijn. In je maag zitten bijna geen bacteriën maar bevat
wel Helicobacter pylori, deze bacterie kan gastritis en maagzweren veroorzaken. Na de maag
zul je steeds meer bacteriën tegenkomen richting de darmen. De pH gaat namelijk bij de
dikke darm omhoog en het wordt steeds anaerober.
Ongeveer 30% van je ontlasting bestaat uit bacteriën. De bacteroidetes en firmicutes
domineren hierin, ook zit hier actinobacteria en proteobacteria. Door middel van 16S rRNA
is een analyse uitgevoerd waardoor ze de bacteriën konden scheiden.
De meeste bacteriën in je darmen zijn anaeroob, ook heb je facultatief anaeroben dit zijn
bacteriën die de zuurstof opneemt ter bescherming van de anaerobe bacteriën. Ook kunnen
facultatief anaerobe leven zonder zuurstof een voorbeeld hiervan is E. coli.
Door de complexe interactie tussen de micro-organismen voorkomt het de groei van
pathogenen. Soms gaat dit mis en heb je kans op Clostridium difficile, vaak komt dit door
antibiotica. De omliggende bacteriën gaan dood en clostridium difficile groeit opeens heel
hard.
Onder sommige omstandigheden kunnen normale microbiota ziekte veroorzaken, dit wordt
opportunistische pathogenen genoemd. Dit kan worden veroorzaakt door 4 mogelijkheden;
Wanneer een bacterie op een andere plek terecht komt
Bijvoorbeeld E.coli in de blaas
Wanneer het immuunsysteem minder goed werkt
Wanneer de samenstelling van de normale microbiota verandert
Stressvolle omstandigheden
Micro-organismen die schade kunnen aanrichten noemen we pathogenen, deze behoren niet
tot de normale microflora. Pathogeniciteit is de capaciteit van een pathogeen om een ziekte
te veroorzaken. Tot slot heb je strikte pathogenen deze behoren niet tot de normale flora.
De plekken waar pathogenen zich ophouden heten reservoirs voor infectieziekten. Een
infectieziekte die uit een dierlijke reservoirs komt heet zoönoses.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ienzewuster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.