100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van het boek 'Familierecht een introductie', derde druk $10.73
Add to cart

Summary

Samenvatting van het boek 'Familierecht een introductie', derde druk

6 reviews
 653 views  28 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting personen- en familierecht van het boek 'Familierecht, een introductie', derde druk 2018.

Last document update: 5 year ago

Preview 8 out of 64  pages

  • No
  • Alles wordt behandeld met uitzondering van h18 en 19.
  • November 2, 2019
  • November 4, 2019
  • 64
  • 2018/2019
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: Stephanson108 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: donne16 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: gewoonbo • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Daantjuh2002 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: pietahardeman • 4 year ago

review-writer-avatar

By: bouchraouayah20 • 4 year ago

avatar-seller
SAMENVATTING
PERSONEN- EN FAMILIERECHT




HASMIK POGHOSOWA

,INHOUDSOPGAVE

H3: Procesrecht blz. 3
H4: Personenrecht blz. 6
H5: Meerderjarigenbescherming blz. 10
H6: Het aangaan van huwelijk en geregistreerd partnerschap blz. 13
H8: Einde van het huwelijk en geregistreerd partnerschap blz. 17
H9: Ongehuwd samenleven blz. 20
H10: Het afstammingsrecht blz. 23
H11: Het adoptierecht blz. 32
H12: Minderjarigheid blz. 35
H13: Gezag blz. 37
H14: Verdeling van zorg- en opvoedingstaken, omgang en informatie blz. 43
H15: Kinderbeschermingsmaatregelen blz. 47
H16: Partneralimentatie blz. 56
H17: Kinderalimentatie blz. 60




2

,H3: PROCESRECHT

3.1: Inleiding
De regels voor de procedure voor de rechter in personen- en familiezaken vormen het familieproces-
recht. Mediation is voor familiezaken ook van groot belang als wijze van conflictoplossing.

3.2: Kenmerken en beginselen
Familiezaken vormen ruim 2/3 van het totaal aantal civiele zaken in eerste aanleg bij de rechtbanken.
De meeste procedures in familierechtzaken zijn verzoekschriftprocedures. Beginnen dus met een ver-
zoekschrift en eindigen met een beschikking. Deze zijn eenvoudig, snel en hebben een informeel ka-
rakter waardoor de rechter met partijen op zoek kan gaan naar de meeste geschikte oplossing. Ook
vinden personen- en familiezaken in beginsel achter gesloten deuren plaats, ook weer ter bescher-
ming van minderjarigen en ter eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, art. 27 jo. 803 Rv.

3.3: Belangrijke ontwikkelingen
Sinds 2005 bestaat voor gerechten de mogelijkheid om partijen naar mediation te verwijzen. In 2009
is deze verwijzingsmogelijkheid voor scheidingszaken bovendien in de wet neergelegd, art. 818 lid 2
Rv.

Ook invoering van het ouderschapsplan in 2009 heeft depolarisering van het scheidingsgeschil en con-
flictpreventie en -oplossing ten doel gehad. De regeling van het ouderschapsplan verplicht ouders im-
mers de gevolgen van de scheiding voor hun minderjarige kinderen in onderling overleg te regelen,
art. 815 lid 2, 3 en 4 Rv.

3.4: Internationaal recht
Verschillende internationale regelingen zijn van belang voor het familieprocesrecht. Art. 12 IVRK =
krachtens dit artikel hebben kinderen het recht om gehoord te worden. Bevat geen minimumleeftijd
voor het horen van kinderen, maar is het criterium dat het kind in staat is zijn eigen mening te vor-
men.

3.5: Bronnen van het familierecht
De regels van het familieprocesrecht zijn te vinden in de wet, procesreglementen en bijzondere regels.
De algemene en specifieke wettelijke bepalingen voor de verzoekschriftprocedure vinden een prakti-
sche uitwerking in door de gerechten zelf opgestelde uniforme landelijke procesreglementen en in
professionele standaarden, waarvan tot op heden alleen de professionele standaard kindgesprekken
van de gerechtshoven is gepubliceerd.

De procesreglementen zijn recht in de zin van art. 79 RO.
Art. 798-813 Rv bevatten de specifieke bepalingen voor vele soorten procedures anders dan schei-
dingszaken. Voor de andere familiezaken dan scheidingszaken kennen de regels van de artikelen 798-
813 Rv een praktische uitwerking in diverse procesreglementen.

De art. 815-828 Rv bevatten de specifieke bepalingen voor scheidingszaken na huwelijk en geregi-
streerd partnerschap.

3.6: De rechter
De toegang tot de rechter is geen rustig bezit. De financiële prikkels betreffen de griffierechten en de
gefinancierde rechtsbijstand. In personen- en familiezaken geldt voor partijen verplichte procesverte-
genwoordiging door een advocaat. Verzoekschrift en verweerschrift kunnen slechts door een advo-
caat in het geding worden gebracht, art. 278, 281 en 282 Rv. Binnen in de procedure mogen partijen
andere stukken wel zonder tussenkomst van een advocaat in het geding brengen. Ze mogen ook zon-
der advocaat ter zitting verschijnen. Zonder advocaat dus geen toegang tot de rechter.


3

,Absoluut bevoegd in eerste aanleg is de rechtbank en daarbinnen is de sector civiel recht sectoraal be-
voegd, art. 42 Wet RO. Krachtens de hoofdregel van art. 262 sub a Rv is relatief bevoegd de rechter
van de woonplaats van verzoeker of van een van de in het verzoekschrift genoemde belanghebben-
den.

3.7: Procesverloop bij familiezaken anders dan scheiding
De wijze waarop het proces bij familiezaken anders dan scheidingszaken verloopt, verschilt al naar ge-
lang de procedure op tegenspraak is enerzijds of niet-op-tegenspraak anderzijds. In het eerste geval is
sprake van een of meer wederpartij(en) die verweer voeren, in het tweede geval niet.

Procesverloop bij zaken zonder tegenspraak
Elke zaak begint met een verzoekschrift ingediend door de advocaat van verzoeker, art. 799 jo. 278 Rv.
Indien het de rechter meteen duidelijk is dat geen verweer gevoerd zal worden door de belangheb-
bende, blijft een mondelinge behandeling in beginsel achterwege. Rechter kan dan het verzoek aan-
stonds toewijzen. Op het verzoekschrift volgt dan meteen een beschikking.

Ook in zaken zonder tegenspraak moeten kinderen in de gelegenheid gesteld worden om gehoord te
worden door de rechter krachtens art. 809 Rv. De mening van het kind kan aanleiding zijn de zaak toch
op zitting te plaatsen.

Procesverloop bij zaken op tegenspraak
In contentieuze zaken is sprake van een geschil tussen partijen. Partijen worden in de wet aangeduid
als verzoeker en belanghebbende, art. 798 Rv. In zulke zaken is de belanghebbende dus de wederpar-
tij. Iemand die door de rechter niet als belanghebbende wordt aangemerkt, maar wiens verklaring in
verband met de beoordeling van het verzoek van betekenis kan zijn, kan door de rechter als informant
gehoord worden. Hij heeft dan niet dezelfde rechten als een belanghebbende.

De contentieuze procedure bestaat uit een schriftelijke ronde en een mondelinge behandeling, ge-
volgd door de beschikking van de rechter. Kinderen vanaf 12 jaar en ouder moeten in de gelegenheid
worden gesteld om door de rechter gehoord te worden, art. 809 Rv.

In zaken op tegenspraak vindt in beginsel een mondelinge behandeling plaats, art. 800 Rv. Deze be-
handeling vindt achter gesloten plaats, art. 803 Rv. Bij de mondelinge behandeling mogen partijen in
persoon of bij advocaat verschijnen. Er is dus geen verplichte vertegenwoordiging voor de mondelinge
vertegenwoordiging. In zaken betreffende minderjarige kan de rechter de Raad voor de Kinderbe-
scherming oproepen om de rechter ter zitting te adviseren, art. 810 lid 1 Rv.

Krachtens art. 809 lid 1 Rv moeten kinderen van 12 jaar en ouder en in kinderalimentatiezaken van 16
jaar en ouder in de gelegenheid worden gesteld om door de rechter gehoord te worden. Kan ook kin-
deren jonger dan 12 jaar horen maar hiertoe is de rechter dan niet verplicht.

3.8: Procesverloop van scheidingszaken
Procesverloop op gemeenschappelijk verzoek
Dit is de route voor partijen die de scheiding en haar gevolgen in goed onderling overleg hebben gere-
geld. Dit is voor de partijen aantrekkelijk: één advocaat dient voor partijen het gemeenschappelijk ver-
zoekschrift in bij de rechter, die gemiddeld vier tot zes weken later de echtscheiding uitspreekt. Dus
geen mondelinge behandeling waardoor partijen kunnen scheiden zonder de rechter te zien, art. 279
Rv jo. 818 lid 1 Rv.




4

,Kinderen dienen ook gelegenheid tot gehoor te krijgen als partijen het eens zijn, dus ook bij de proce-
dure op gemeenschappelijk verzoek. De scheiding komt tot stand door inschrijving van de scheidings-
beschikking in de registers van de burgerlijke stand, art. 1:163 BW.

Procesverloop op eenzijdig verzoek (op tegenspraak)
De contentieuze scheidingsprocedure is die op eenzijdig verzoek. Verloopt grotendeels gelijk aan die
voor overige familiezaken op tegenspraak. Bij de scheidingsprocedure op eenzijdig verzoek bestaat de
schriftelijke ronde in de kern uit het wisselen van het verzoekschrift en het verweerschrift. Indien bij
de scheiding minderjarige kinderen zijn betrokken, dient het verzoekschrift op straffe van niet-ontvan-
kelijkheid een ouderschapsplan te bevatten, art. 815 lid 2 Rv.

Ook de mondelinge behandeling in scheidingszaken vindt plaats achter gesloten deuren, art. 818 lid 6
jo. art. 803 Rv. De rechter kan partijen verwijzen naar mediation krachtens art. 818 lid 2 Rv.




5

,H4: PERSONENRECHT

4.1: Inleiding
Boek 1 BW bevat bepalingen die op de persoon zelf betrekking hebben. Gaat om het ontstaan van de
persoonlijkheid en andere algemene bepalingen, het naamrecht, de woonplaats van een persoon.

4.2: Algemene bepalingen
Ieder persoon is drager van rechten en plichten. Hoofdregel is pas als het kind levend ter wereld is ge-
komen, maar art. 1:2 BW maakt het mogelijk dat een kind al voor de geboorte als rechtssubject wordt
beschouwd, bijv. bij erfrecht. 2 beperkingen:
- Kind wordt geacht nooit te hebben bestaan als het dood ter wereld komt
- Kind wordt alleen als reeds geboren beschouwd als zijn belang dat vordert

Art. 1:3 BW = bloedverwantschap en aanverwantschap.
Bloedverwantschap = ontstaat tussen personen die juridisch van elkaar afstammen of tussen perso-
nen die een gemeenschappelijke stamvader hebben. Biologische band niet vereist.
Aanverwantschap = ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap: tussen de ene echtgenoot
of partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot of partner. Dit eindigt niet door einde hu-
welijk of geregistreerd partnerschap, art. 1:3 lid 3 BW.

4.3: Naamrecht
In ons land bestaat de naam uit een of meer voornamen en een achternaam. De naam vormt een deel
van de persoonlijkheid, heeft een identificatiefunctie en geeft informatie over de familie of streek
waaruit de persoon afkomstig is. Meeste gevallen de achternaam van de vader maar ook mogelijk om
de achternaam van de moeder te kiezen. De bij het eerste kind te maken keuze geldt voor alle kin-
deren.
- Art. 1:4 t/m 1:7 BW regelen het verkrijgen en wijzigen van voor- en achternaam
- Art. 1:8 en 1:9 BW betreffen het onder omstandigheden onrechtmatig voeren van de achter-
naam van een ander

Belangrijk beginsel = eenheid van familienaam; kinderen in eenzelfde gezin zouden zoveel mogelijk
dezelfde achternaam moeten hebben. Wijzigingen van de naam zijn maar beperkt mogelijk.

Het recht op een voor- en achternaam valt binnen de werking van art. 8 EVRM.
Voornaam: arrest Guillot vs. Frankrijk
Achternaam: arrest Burghartz vs. Zwitserland
Voor kinderen geldt dat zij op grond van art. 7 IVRK recht hebben op een naam.

De keuzevrijheid voor ouders om hun kind de door hen gewenste voornamen te geven, kent slechts 2
beperkingen:
- Ambtenaar van de burgerlijke stand zal geen voornamen inschrijven die ongepast zijn
- Ambtenaar van de burgerlijke stand zal geen voornamen inschrijven die overeenkomen met
een bestaande achternaam, tenzij het gaat om een geslachtsnaam die tevens als voornaam
wordt gebruikt, art. 1:4 lid 1 en 2 BW.

Indien bij de aangifte geen voornamen worden opgegeven of de opgegeven voornamen ongepast zijn,
zal de ambtenaar van de burgerlijke stand het kind ambtshalve een of meer voornamen geven. Zijn de
ouders onbekend (bijv. vondeling) dan neemt de ambtenaar in de geboorteakte een voorlopige voor-
en achternaam op, art. 1:5 lid 10 BW.

In het geval dat het kind slecht 1 juridische ouder heeft, verkrijgt het de achternaam van die ouder,
art. 1:5 lid 1 BW. Indien een kind door erkenning of door gerechtelijke vaststelling van het ouderschap


6

,een tweede juridische ouder verkrijgt, hebben de ouders samen het recht van naamskeuze. Er kan dus
alleen voor het eerste kind een achternaam gekozen worden van beide ouders, art. 1:5 lid 8 BW. Dit
geldt ook als de tweede ouder een moeder is, art. 1:5 lid 13 BW (waar de meemoeder gelijkgesteld is
met de vader).
Is bij erkenning een eerste naamskeuze gemaakt, dan kunnen de ouders samen ter gelegenheid van
de voltrekking van hun huwelijk of geregistreerd partnerschap op een later moment alsnog een keuze
voor de naam van de andere ouder maken, art. 1:5 lid 2 BW.

Art. 1:5 lid 1 BW betreft de situatie dat het kind na adoptie twee juridische ouders heeft. De wet on-
derscheidt hier partneradoptie en reguliere adoptie. Bij partneradoptie waarbij het kind er door adop-
tie 1 juridische ouder bij krijgt, is de regel dat het kind de naam behoudt die het had, tenzij de beide
ouders samen kiezen voor de achternaam van een van de ouders.

Art. 1:5 lid 4 en 5 BW betreffen het verkrijgen van een achternaam in het geval een kind door ge-
boorte twee juridische ouders heeft. Ouders kunnen tot uiterlijk bij de aangifte van de geboorte geza-
menlijk verklaren welk van hun beider achternaam het kind zal hebben. Zwanger hoeft de vrouw nog
niet te zijn. Als er bij het eerste kind niet uiterlijk bij de aangifte van de geboorte een naamskeuze is
gemaakt, dan krijgt het kind automatisch de achternaam van de vader of in geval van 2 moeders, de
achternaam van de meemoeder (art. 1:5 lid 5 en 13 BW).

Indien een kind 16 jaar of ouder is op het moment van het ontstaan van de familierechtelijke betrek-
king met beide ouders, is de naamskeuze aan de oudere minderjarige gelaten, art. 1:5 lid 7 BW.

Indien een van de ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet zijn ge-
daan is overleden, kan de andere ouder indien de naamskeuze nog niet is gedaan, de betreffende ver-
klaring afleggen, art. 1:5 lid 9 BW.

Art. 1:7 BW = wijziging van de achternaam van een persoon die soms bestaat uit schrappen of toevoe-
gen van een letter, is mogelijk in een aantal gevallen en geschiedt door de Koning:
- kennelijk onwelvoeglijk
- bespottelijke namen
- veelvoorkomende namen
- niet-Nederlandse namen
- onjuist gespelde namen
- Friese namen
De geslachtsnaam van een minderjarige kan op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger of een
pleegouder worden gewijzigd in die van de ouder, de partner van de ouder of de pleegouder, waarbij
in alle gevallen is vereist dat sprake is van minimaal 3 jaar opvoeding en verzorging. De minderjarige
van 12 jaar of ouder heeft hierbij een vetorecht.

In het algemeen is het voeren van een andere dan de eigen geslachtsnaam geoorloofd. Onrechtmatig
kan het worden als men door de naam van een ander te voeren, de schijn wekt die ander te zijn of tot
de familie van die ander te behoren, art. 1:8 BW jo. art. 1:9 BW. Personen die gehuwd zijn of een gere-
gistreerd partnerschap hebben, zijn bevoegd de naam van de echtgenoot of partner te gebruiken, al
dan niet in combinatie met de eigen achternaam. Deze bevoegdheid blijft bestaan na beëindiging van
het huwelijk of geregistreerd partnerschap, zolang de persoon geen nieuw huwelijk of geregistreerd
partnerschap is aangegaan. Als er geen kinderen uit het huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn
geboren, kan de rechtbank, wanneer daartoe gegronde redenen bestaan, de voormalige echtgenoot
of partner deze bevoegdheid ontnemen.




7

, 4.4: Woonplaats
Woonplaats = dit is in veel gevallen de plaats waar hij is ingeschreven in de persoonsregistratie of
waar hij in de regel verblijft. Paren die voornemens zijn in het huwelijk te treden op grond van art.
1:44 BW het voorgenomen huwelijk aan te geven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
woonplaats van een der partijen.

Art. 1:13 BW stelt dat het sterfhuis van een overledene daar is waar hij zijn laatste woonplaats heeft
gehad. Het doet er dus niet toe waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Het begrip woonplaats kun
je onderscheiden in de werkelijke (eigenlijke) woonplaats en de gekozen woonplaats.

Werkelijke woonplaats = heeft betrekking op de algemene uitoefening van burgerlijke rechten en de
nakoming van burgerlijke verplichtingen. Dit kan de zelfstandige woonplaats zijn, maar ook de afge-
leide woonplaats.

Zelfstandige woonplaats, art. 1:10 lid 1 BW: ‘te zijner woonstede’, dus zijn vaste woonadres. Het is
niet noodzakelijk dat de persoon altijd te zijner woonstede verblijft.
- Indien geen vast woonadres kan worden aangewezen, stelt art. 1:10 lid 1 BW dat de woon-
plaats van een natuurlijk persoon zich bevindt ter plaatse van zijn werkelijk verblijf.
- Art. 1:11 BW geeft aan dat iemand zijn woonplaats verliest door daden waaruit blijkt dat hij
hier afstand van wil doen.

Gekozen woonplaats, art. 1:15 BW: heeft betrekking op bijzondere rechtshandelingen en rechtsbe-
schikkingen. Deze kan onderverdeeld worden in de noodzakelijk gekozen woonplaats en de vrijwillig
gekozen woonplaats. Het hang van de inhoud van het wettelijke voorschrift of de overeenkomst af
welke rechtsgevolgen aan de keuze voor een bepaalde woonplaats zijn verbonden.

4.5: Burgerlijke stand
Art. 1:16-1:29f BW zijn van belang.
In iedere gemeente worden registers van geboortes, huwelijken, geregistreerd partnerschappen en
overlijden bijgehouden, art. 1:17 BW. Eenieder kan de ambtenaar van de burgerlijke stand verzoeken
om een uittreksel van een akte die in een van de vier registers is opgenomen. Bevat geen gegeven
over de afstamming van de persoon. Een afschrift van de akte bevat deze informatie wel.

De taken van de ambtenaar van de burgerlijke stand betreffen het opnemen van akten van burgerlijke
stand en latere vermeldingen in de registers en de registers in stand houden, art. 1:16a BW. Hij is be-
voegd om de overgelegde bescheiden te verifiëren en kan eventueel weigeren de akte op te maken
indien hij de gegevens die ter beschikking worden gesteld onvoldoende acht.

Een geboorteakte wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente
waar het kind is geboren. Art. 1:19e BW zegt dat de aangifte moet worden gedaan door de juridische
vader of de moeder uit wie het kind niet is geboren. Als een kind wordt geboren uit een informele re-
latie en de man dus niet van rechtswege de vader is, is hij toch verplicht aangifte te doen als hij bij de
bevalling aanwezig was, art. 1:19e lid 3 BW. Binnen 3 dagen na de dag van de bevalling.
- Als het geslacht van het kind niet kan worden vastgesteld, wordt in de geboorteakte opgeno-
men dat het geslacht twijfelachtig is en dient binnen 3 maanden een nieuwe geboorteakte te
worden opgemaakt, art. 1:19d BW.

Tot het doen van aangifte van overlijden is ieder bevoegd die uit eigen wetenschap kennis draagt van
het overlijden, art. 1:19h BW. Lid 2 zegt dat de aangifte ook kan worden gedaan door de uitvaarton-
dernemer.




8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hasmikpoghosowa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.73  28x  sold
  • (6)
Add to cart
Added