100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie LWEO VWO6 lesbrief Economisch Beleid $5.22   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie LWEO VWO6 lesbrief Economisch Beleid

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Een samenvatting van de lesbrief Economisch Beleid LWEO VWO6.

Preview 2 out of 10  pages

  • August 23, 2024
  • 10
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Economie LWEO
VWO6 Economisch Beleid



Hoofdstuk 1
Waarom hebben wij een CB?
Vroeger was er directe ruil. Nu wordt er geruild met behulp van geld. Dit heet indirecte ruil.
Hiervoor is vertrouwen nodig in het geld.
Naast ruilmiddel heeft geld nog 2 andere functies: rekenmiddel (rekeneenheid) en
oppotmiddel (spaarmiddel).
De centrale bank zorgt ervoor dat geld zijn waarde behoudt zodat het publiek(consumenten
en bedrijven) het als ruilmiddel kunnen gebruiken.
Ze moeten de geld hoeveelheid beheersen:
- chartaal geld: munten en biljetten
- giraal geld: je betaalrekening, direct opeisbaar (dus niet spaarrekening)
 dit samen neet M1
Als M1 groeit, spreken we van geldschepping. Er komt dan meer geld in handen van het
publiek waardoor bestedingen toe kunnen nemen.
1) Gevaar: bankrun = veel mensen tegelijk hun geld opnemen van de bank omdat ze
geen vertrouwen hebben dat het geld veilig is  de banken moeten genoeg geld
aanwezig hebben

Als M1 daalt, spreken we van een geldvernietiging, bijvoorbeeld door geld op de
spaarrekening te zetten.

Toezicht
Spaarders hebben een lage tijdsvoorkeur (bestedingen uitstellen), leners een hoge
tijdsvoorkeur(bestedingen naar vorenhalen).




Rentemarge = verschil tussen de rente die de bank betaald en ontvangt
Rente is de vergoeding voor:
- debiteurenrisico = risico dat ze het geid niet terug krijgen
- inflatierisico = risico dat de waarde van het spaargeld daalt

Om het vertrouwen in ECB te vergroten is de depositoregeling bedacht: als een bank
binnen de EU failliet gaat, hebben spaarders de garantie dat hun ‘verloren gel’ vergoed wordt
tot max. €100.000

, De ECB heeft als doel om het betalingsverkeer niet te hinderen en vertrouwen te behouden
=> interbancaire leningen!
- Zeer kort ( ± 1 dag)
- Leningen tussen banken
 Als dat niet lukt, kunnen ze lenen bij (E)CB
Inflatie
De ECB heeft een enkelvoudig mandaat: zorgen voor prijsstabiliteit.
Waarom inflatie goed voor economie?
 wakkert bestedingen aan
 daling reële schulden
 vergroot overlevingskans van bedrijven in crisis
werknemers geldilussie: kijken naar hoogte geld bedrag ipv koopkracht

De Amerikaanse bank FED streeft daarnaast ook naar maximale werkgelegenheid voor
voldoende economische groei.

Om de inflatie stabiel te houden, moeten de factoren die invloed hierop uitoefenen nauw in
de gaten gehouden worden:
Kosten inflatie = verkoopprijzen stijgen, omdat producenten gestegen productiekosten
doorrekenen in de verkoopprijzen
Bestedingsinflatie = prijzen stijgen, omdat producenten profiteren van sterk stijgende
bestedingen, waardoor bezettingsgraad oploopt

Rente
Rente omhoog: sparen interessant, lenen oninteressant
Rente omlaag: sparen oninteressant, lenen interessant
ECB heeft monopolie op het creëren van basisgeld.
2) Basisgeld = chartaal geld (publiek + banken) en bankreserves
3) Bank reserves = leningen die ECB verstrekt aan banken omdat banken aan vraag
van publiek moeten voldoen + reserveverplichting

De aanpassing van de rente heeft effect op het basisgeld:
- Rente stijgt  meer sparen minder basisgeld
- basisgeld om hoog(meer geld komen)  openmarkt transactie = obligaties Kopen (geld in
de economie)

Banken komen structureel geld tekort omdat ze aan de verplichte reserves moeten voldoen.
Ze moeten dus lenen bij de ECB: refirente
refirente + rentemarge = rente die klanten betalen aan de bank

Dagelijks wisselen banken onderling geld als persoon A betaald aan persoon B en beide een
andere bank hebben. Banken kunnen daardoor een tijdelijk(1 dag) tekort hebben. Dit
lossen ze op met de interbancaire leningen.

Transmissieproces
Het hele proces dat het monetaire beleid zorgt dat de prijzen aangepast worden, wordt het
transmissie proces genoemd. Dit duurt 1,5 tot 2 jaar (= middellange termijn). Timing is
essentieel en de economie staat niet stil.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnvdwielen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.22
  • (0)
  Add to cart