5 krachten model
● internal rivalry is binnen een bepaalde markt/sector. kan om prijs concurentie of
nonprijsconcurentie gaan
● entry= concurentiepositie is niet sterk als mensen makkelijk kunen toetreden.
exogene en endogene toetredingsdrempels. exogeen=diploma mag alleen
uitgegeven worden door uni. endogeen= je hebt voorpsrong door r en d
● substituten en complementen
● supplier power= kunnen opeens veel hogere prijs vragen omdat hun product nodig is
voor de koper. denk aan spijkers ikea
● buy power= kunnen naar andere leveranciers
5 krachten word gevochten voor groter marktaandeel
co-opetetion en vealue net vecht je samen voor een grotere taart. dus een grotere markt
sommige industrieen zijn een paar grote bedrijven de baas. vb= smartphones telekom en
luchtvaart
maar andere veel klein= schoenen, restaurants
sommige ook groot met paar niche zoals bier= heineken maar ook jopen
,wat is beter?
grootte van bedrijven kan uitgelegd worden door schaalvoordelen. hoeveel dalen de
gemiddelde kosten als er meer word geproduceerd? wat zijn de mk.
er kunnen ook schaalnadelen zijn
schaalvoordelen is niet hetzelfde als ervaringsvoordeel
ervaringsvoordeel= na 10 jaar kan je eenelfde aantal klanten goedkoper bedienen omdat je
er beter in bent geworden
bronnen van schaalvoordelen
1. spreiden vaste kosten zoals machines of bestelbus. dit is waarschijnlijk als et
kapitaalintensief is
2. hoge productiviteit van variabele producitekosten. specialisatie zorgt er bijvoorbeeld
voor dat er beter gewerkt wordt maar word met meer productie minder duur en word
dan terugverdiend. VB: professoren op uni geven 1 vak. op basisschool geven ze
alle vakken. omdat markt groot genoeg kan deze specialisatie
3. andere bronnen.
economies of density= kostenbesparingen door intensiever gebruik van een
netwerk. postnl bezorgd in mijn straat meerdere pakketjes per dag. dan bespaar je
veel meer dan als je een pakketje per dorp doet.
inkoop= kortingen als je heel veel tegelijk besteld
r&d= onderzoek. bij nieuwe producten hoge vaste kosten en kunnen gespreid
worden door meer productie
advertenties= het maken ervan kost geld en op hoe meer mensen die gericht word
hoe minder die maakkosten gemiddeld zijn
fysieke eigenschappen= ontwerp heeft lagere gk bij hogere output
voorraad= als je uitverkocht bent is onhandig want gemiste omzet en ontevreden
klanten. maar aanhouden voorraad=kosten want kan afgeaardeerd worden
als je voorraadratio hoog is zijn er dus hogere gk. dus als je groot bedrijf bent kan je
genoeg voorraad behouden zonder een hoge ratio
synergie= bestaan als een bedrijf kosten per eenheid kan besparen door een grotere
varieteit aan producten te produceren
je kan synergie bekijken door kosten te vergelijken van een bedrijf die 2 producten maakt of
2 bedrijven die allebei 1 maken
synergie treed bijvoorbeeld op bij coca cola ie ook zero en fanta enzo doen
apple bij marketing= umbrella branding
maar ok schaalnadelen= grote ondernemingen hebben hogere abeidskosten door bv
vakbonden. maar ook topchef met michelinster kan niet opgeschaald worden
veel diversificatie treedt op. veel conglomeraten(veeldiversificatie die niet met elkaar
verband houdt)
dan kan je met cash cows andere divisies die later winstgevend zullen worden financieren
een managementsysteem overal toepassen
,argumenten= diversificatie is goed voor risicospreiding( slecht argument je kan beter dan
gwn aandelen andere sectoren kopen)
college 3
verticale grezen= welke activiteiten voert de onderneming zelf uit en welke besteed je uit.
verticale keten= van zand tot klant
alles inhouse= shell of microsoft
bol.com doet bijna niks zelf behalve verkoop
maak of koop beslssing is extreem er kan ook iets tussen zitten zoals een contract met de
maker. of eigenaar van dat bedrijf als dochteronderneming
de onderdelen zoals bomen helemaal in het beginm= upstream
laaste stpapen is downstream
kopen is handig als er schaalvoordelen zijn waardoor de partij waarvan je het koopt
gespecialiseerd is
shirking=bewust handelen van managers en werknemers die ingaan tegen belkangen eigen
bedrijf
agency kosten= zijn kostenvan shirking en om shirking tegen te gaan. VB= productieverrlies,
monitoren prestaties en sancties. HR is hier vaak voor
agency kosten zijn dus een reden om te kopen
beinvloedingskosten= lobbyen langere meetings maar er worden ook slechtere beslissingen
door genomen wat allemaal kosten zijn
contracten hebben rechten plichten en oplossing voor gerechtelijke stpapen
dienen als bescherming tegen shirking
contracten zijn altijd onvolledig
door menseleijke beperking
subjectieve teksten
assymetrische informatie
soms is maken handiger omdat de coordinatie erg belangrijk is bv bij vliegtug
de producten met de moeilijkste contracten zijn makkelijker om zelf te maken
transactiekosten zijn een reden om te maken. deze houden in het opstellen van contract en
het onderhouden van relatie
idiosyncratische investeringen een reden om te maken
=speficiefieke investering. gebonden aan de handelspartner. levert productieverlies op als je
naar andere partner gaat
, =waarom maken want veel macht voor leverancier
hold up=termen van contract met specifieke investeringen heronderhandelen nadat
investeringen gemaakt zijn
1. partijen beschermen zichzelf hierdoor moeizame onderhandelingen vaak
heronderhandelen
2. investereingen om ex-post onderhandelingspositie te verbeteren→ meer
kosetn
3. wantrouwen= slechte coördinatie+weinig info delen
4. lagere ex-ante investeringen: poging vermijden hold up kosten→ hogere
productiekosten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cashoekstra1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.