● invloed op keuze job en partner
● via RIASEC model ->verschillen tssn mensen meten
1. structuur van interessen (individueel verschil)
● grote verschillend tssn personen (aard en intensiteit ->kruipt veel tijd in)
● wrm?: motivationeel aspect dat uitgaat van interessen ->moeite voor doen
● predictieve validiteit?
○ minder vr prestaties? (graag doen=goed doen?)
○ vooral tevredenheid
● invalshoek vanuit praktijk: oriënterend vermogen (vb. leerlingenbegeleiding CLB;
studie-oriëntering hoger onderwijs, arbeidsmarkt,...)
● RIASOC: Realistische interesse, Investment/intellectueel (nadenken), Artistiek, Sociaal,
Ondernemend (actie georiënteerd), Conventioneel (regeltjes)
2. persoon-omgeving karakteristieken
● oriëntatie impliceert twee componenten:
○ persoon
○ omgeving: oriënteren adhv omgeving
● assessment: persoon en omgeving ->welk soort model
● assessmentmodel vr de persoon linken aan model vr omgeving:
○ bv. chronisch ziek willen toch op de arbeidsmarkt ->wat kunnen ze nog,... ->welke
vacatures?
● ideaal: eenzelfde model vr persoon en omgeving kan gebruikt w
3. modellen en taxonomieën
● succes P-O koppeling o.a. afhankelijk van breedte en betrouwbaarheid waarmee de
eigenschappen van de persoon en omgeving w gemeten
● afbakening van het terrein dat men wil in kaart brengen is primordiaal vr de constructie
van een taxonomie (vb. indeling vd dieren of planten)
● taxonomie aanpassen/aanvullen ->dat is wetenschap
● taxonomie: omvat de basiscomponenten; een soort grootste gemene deler
4. John Holland
● ontwikkelde het RIASOC model
● in leger geweest en dan prof geworden, ondernemer,... ->veel interesse
○ stond in vr persoonlijke interesse en op tijd stoppen met werken,...
● 1959: artikel in Journal of Counseling Psy
1
, ● 1966: “The psy of Vocational Choice”
● 1973-1997: “Making Vocational Choices”
● model beheerst tot vandaag de agenda van interesse- en P-E fit onderzoekers
● intuitief opgebouwde theorie, die later meer wet uitgewerkt en onderbouwd werd
○ weinig ideeën die al zolang meegaan
● van praktijkpsy tot top academische positie ad Johns Hopkins Uni
● basisassumpties:
○ beroepskeuze is een expressie vd persoonlijkheid
○ interessevragenlijsten zijn persoonlijkheidsvragenlijsten ->niet het geval!
○ stereotypen over beroepen hebben een gelijkend persoonlijkheidsprofiel en
persoonlijkheidsontwikkeling ->psy en sociologische betekenis
○ gegeven hun gelijke profielen zullen dezelfde beroepsbeoefenaars relatief
gelijkaardig reageren, problemen oplossen, en situaties structureren
■ opleiding invloed op hoe je nr de wereld kijkt, ... ->andere richting, anders
nadenken/georiënteerd zijn
■ stereotypen worden automatisch overgeschreven ->miss wel een zekere
manier gevormd: gevormd op bepaalde manier dus stereotypen geloven
○ tevredenheid met hun beroep, stabiliteit in de uitoefening en prestatie zijn functie
van Person-Environment match ->dan tevreden zijn, langer en beter doen
■ fit is dynamische: omgeving en persoon kunnen veranderen
● vier werkassumpties:
○ 6 theoretische menstypen (RIASEC)
○ hetzelfde vr omgeving
○ omgeving kiezen belangstelling activiteiten, belangstellingen en waarden
■ na stage toch job aannemen ook al nt ideale job
■ volgende job meer nr ideale omgeving gaan
■ MAAR omgeving verandert en wordt door persoon gevormd!
○ criteriumgedrag is de resultante van interactie tssn persoon en omgeving
■ tevredenheid resultaten,...
● realistisch: technisch, handig,…
● intellectueel: labowerk, theoretisch en praktisch
● artistiek: nt noodzakelijk creatief, maar interesse tonen!
● ondernemend: commercieel, politiek,...
● sociaal
● conventioneel: kwaliteit, graag regels,...
○ scores als lettercode ->RIASOC lettercode: gebruiken vr opleidingen/beroepen
5. RIASOC-lettercode
● similariteit van een P/O met elk type uitgedrukt in letter
2
,● persoon: Self-Directed Search, Beroepskeuze Zelfonderzoek
● omgeving: zelfbeoordeling, incumbent method, expert method; combinatie
○ studiewijzer maken (SIMON): 30 verschillende omgevingen, mensen uit die
omgeving beoordelen (adhv PCI of gwn vragen om eigen interesses te beoordelen
die de opleiding lang volgen) ->match het met die van de mensen uit die opleiding
(incumbent)
○ ook opleiders studenten laten beoordelen: externe factoren beoordelen (expert
method)
○ studie: interesses begin studie >< einde studie ->idee van navigatie beter kennen
■ jobtitel vragen en RIASEC codes kennen (ONET)
■ job analyse en expert methode
■ vb. Clinical psychologist: ISA
■ verder in loopbaan komt het toch goed overeen omdat beroepen
gedifferentieerd worden
● illustraties lettercodes vr omgeving
○ vr opleiding: SIMON
■ incumbent en expert
● RIASOC calculus assumpties en afgeleiden
○ beschrijvingen zijn prototypisch, maar is nt zo
■ label plakken
○ P en O gelijken op verschillende niveaus
○ types nt los van elkaar
○ onderling: hexagonaal model
○ empirisch te berekenen (vb. correlaties)
○ RIASEC of RIASOC
■ aan elkaar grenzende types
■ alternerende types
■ oppositionele typen
● ER ZIJN UITZONDERINGEN!
3
, 6. consistentie vd lettercode
● verwijst nr ordening van letters met klemtoon eerste letters
● minder consistent naarmate meetkundige afstand tssn eerste twee letters groter is
○ meer consistentie: meer stabiel en gemakkelijker passende job vinden
● consistentie id persoonscode: zegt iets over de stabiliteit vh profiel
● consistentie id omgevingscode: zegt iets over verscheidenheid van eig waarop omgeving een
beroep doet
● doorgaans aangeduid met cijfer van 1 tot 3
7. uitbreiding concepten
● steunend op metrische afstand: Jan: I hoog, rest laag ->minder gedifferentieerd
Piet: R, I hoog
8. differentiatie
● differentiatie: mate waarin pieken zitten
○ voldoende afstand ->duidelijke interesse
○ implicaties voor stabiliteit/betrouwbaarheid vd meting en validiteit van keuzes of
adviezen
■ P: “I know what I want”
■ O: “You know what you gonna get”
● verschillende indexen geconstrueerd
○ verschillend tssn scores op 1ste en laatste letter
○ lachan-index: score eerste letter, tweede en vierde: X1-(X2+X4)/2
9. congruentie
● matchen P en O profielen
● sterke invloed op het PO interactie en matching onderzoek
● fit->congruent
● Zener-Schnuelle index: persoon RIC -> persoon RIC
OIR -> RIO ->minder goed,...
Zowel van persoon nr omgeving kijken!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zahrareclame. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.77. You're not tied to anything after your purchase.