Complete samenvatting van het vak Insolventierecht. Bevat alle voorgeschreven stof uit het boek, aantekeningen van de colleges en de voorgeschreven jurisprudentie. Alles wat je moet weten voor het tentamen !
Betreft de boeken: Zwaartepunten van het vermogensrecht (Reehuis) en Insolventierecht (Gro...
Overdracht
- Eigendom, beperkte rechten en vermogensrechten → Zijn overdraagbaar 3:83 lid 1 BW
o Overdacht kan niet door een beding worden uitgesloten
o Het kan wel door de wet worden uitgesloten (bv. 7:633 lid 1 → loon)
- Overdracht is een rechtsgevolg van levering 3:84 lid 1 BW
- Vereisten van 3:84 lid 1 BW:
o Levering
o Geldige titel
o Beschikkingsbevoegdheid
➔ Betaling is geen overdrachtsvereiste!
Beschikkingsbevoegd
- Het recht van de vervreemder om het goed te vervreemden of te bezwaren.
o Vervreemden → een ander tot rechthebbende maken (overdracht)
o Bezwaren → het vestigen van een beperkt recht op het goed
▪ (bv. vruchtgebruik, pand of erfpacht)
- Regel is dat alleen de rechthebbende beschikkingsbevoegd is. Hier zijn uitzonderingen op in
geval van bewind of faillissement;
o Bewind: bij diverse vormen van bewind kan de rechthebbende alleen samen
of met toestemming van de bewindvoerder over de onder bewind gestelde
goederen beschikken
o Faillissement: o.g.v. art. 23 Fw is de failliet gedurende het faillissement
beschikkingsonbevoegd met betrekking tot alle in de failliete boedel vallende
goederen
- Een niet rechthebbende is als regel beschikkingsonbevoegd, tenzij;
o De niet rechthebbende beschikkingsbevoegd is krachtens een
rechtshandeling;
▪ Vb. een verkoper in de winkel
o Krachtens de wet bevoegd, voorbeelden;
▪ Pand en hypotheekhouder → recht van parate executie
▪ Executoriale beslaglegger etc.
- Overdracht door onbevoegde is soms toch geldig, 3:86 BW → Derdenbescherming
Een geldige titel voor overdracht
De belangrijkste bron voor overdrachtstitels vormt → de verplichting tot overdracht, die in het leven
geroepen wordt bij een verbintenis scheppende overeenkomst.
- Voorbeelden zijn verbintenissen tot overdracht van een goed op grond van;
o Koop, verbruikleen, ruil en schenking
- Koop is geen wijze van eigendomsverkrijging, want de koop van een zaak doet de eigendom
niet overgaan op de koper.
o Art. 7:1 BW → het roept slechts een verbintenis in het leven (levering)
o Art. 7:26 BW → verkoper wordt schuldeiser van de vordering en koper wordt
schuldenaar
o Art. 7:9 BW → andersom; verkoper wordt schuldenaar voor het leveren en
koper schuldeiser tot overdracht
, - Niet alleen een overeenkomst maar ook een eenzijdige rechtshandeling kan een
overdrachtstitel scheppen.
o Vb. een legaat → na het overlijden rust op de erfgenamen de
verbintenisrechtelijke verplichting de kast aan de legataris over te dragen.
Geldige titel
De titel moet geldig zijn, een levering die niet is gebaseerd op een geldige titel, brengt geen
overdracht tot stand.
- Ontbreekt de geldige titel is dit nietig of vernietigbaar;
o Nietigheid
➔ Niet voldaan aan vormvereiste 3:39 BW
➔ In strijd met de wet, openbare orde of goede zeden 3:40 BW
o Vernietigbaar
➔ Handelingsonbekwaam 3:32 BW
➔ Bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden 3:44 BW
➔ Dwaling 6:228 BW
➔ Actio Pauliana 3:45 BW
- Titel heet nooit bestaan (terugwerkende kracht 3:53 BW)
- Bij ontbinding komt de titel te vervallen
Hoofdstuk 7 (t/m 172) Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid
Voor het tot stand komen van overdracht is levering krachtens een geldige titel door een
beschikkingsbevoegde vereist. Hier zijn twee belangrijke uitzonderingen op, wanneer er wordt
voldaan aan de vereisten van art. 3:86 BW of art. 3:88 BW komt er ondanks het ontbreken van de
beschikkingsbevoegdheid toch overdracht tot stand.
- Hiervoor is trouw van de verkrijger vereist, wist hij of kon hij redelijkerwijs vermoeden dat de
vervreemder niet beschikkingsbevoegd was, dan heeft hij geen bescherming.
o Vereisten art. 3:86 lid 1 BW;
▪ Er is sprake van levering van een roerende zaak, niet registergoed of
een recht aan toonder of order
▪ De levering vindt plaats overeenkomstig art. 3: of 93
▪ De levering geschiedt anders dan om niet
▪ De verkrijger is op het moment van levering te goeder trouw (3:11)
- Houderschap legitimeert;
Bij roerende zaken is het lastig om te achterhalen of de vervreemder ook de rechthebbende
is. Hiervoor zijn er twee bewijsvermoedens;
1. O.g.v. art. 3:109 BW → degene die de zaak onder zich heeft wordt vermoed deze voor
zichzelf te houden. (dus bezitter idzv art. 3:107 lid 1)
2. De bezitter wordt vermoed de eigenaar te zijn → art. 3:119
o De derde die te goeder trouw is en de vervreemder ziet als eigenaar, wordt
hierdoor beschermd. De oorspronkelijke eigenaar ziet zijn goed hiermee verloren
gaan, maar heeft vervolgens een vordering op de vervreemder.
- Bij twijfel is nader onderzoek zijn noodzakelijk, regels hiervoor in art. 3:11 BW:
o Mogelijkheid onderzoek doen, maar geen onderzoek doen → niet te goeder
trouw
, o Mogelijkheid tot onderzoek, en onderzoek is positief, geen twijfel → dan te
goeder trouw
o Niet de mogelijkheid om voldoende onderzoek te doen om twijfel weg te
nemen, risico voor de derde, indien achteraf blijkt dat de
beschikkingsonbevoegdheid ontbreekt → niet te goeder trouw
- Wegwijzerplicht, art. 3:87 BW ziet op het vaststellen van de identiteit van de vervreemder
o Deze bepalingen ontneemt de derde verkrijger zijn beroep op art. 3:86 lid 1
indien hij desgevraagd binnen 3 jaar na zijn verkrijging niet de gegevens van de
vervreemder kan verstrekken.
- De derde verkrijger heeft ook geen bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid indien hij
het goed anders dan om niet heeft gekregen.
o De derde moet dus iets hebben gepresteerd voor de levering
- Bij diefstal wordt de derde verkrijger ook niet beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid
van de vervreemder.
o 3:86 lid 3 BW → geen bescherming i.g.v. diefstal
o Eigenaar kan binnen 3 jaar revindiceren, ook al wordt aan de 4 vereisten voldaan.
o Tenzij:
▪ Verkrijger een consument is en vervreemder is een professionele
winkellier o Sprake is van verkrijging van geld, toonder-/orderpapieren
Hoofdstuk 8 (t/m 191)
Levering
Voor overdracht is levering vereist, alleen een geldige titel voor overdracht van een goed brengt nog
geen rechtsovergang met zich mee.
- Art. 3: 84 lid 1 BW: Aan de titel (overdrachtstitel) moet uitvoering worden gegeven.
- Art. 3:90 lid 1 BW: levering van roerende zaken niet registerzaken geschiedt door
bezitsverschaffing.
Feitelijke macht:
- Bezit = houdt het goed voor zichzelf 3:107 BW
- Houder = houdt het goed voor een ander 3:108 BW
- Degene die het goed onder zich houdt 3:109 BW → wordt vermoed bezitter te zijn
Leveringswijzen (3:89 t/m 3:98 BW)
- De wijze van levering is afhankelijk van de te leveren goed. De levering kan alleen geschieden
door een op de wet voorgeschreven manier.
o Onroerende zaken en andere registergoederen (art. 3:89 lid 1 en 4)
➔ Worden geleverd door een notariële akte, gevolgd door de inschrijving daarvan
in de openbare registers
o Art. 3:3 → onroerende zaken
o Art. 3:10 → registergoederen
o Roerende zaken, niet registergoeder →Bezitsverschaffing 3:90 BW
▪ Bv. meubelen, fietsen, auto’s etc.
o Rechten aan toonder/order → door levering van het papier waarin de
vordering is “belichaamd” Art. 3:93 BW
o Andere tegen één of meer personen uit te oefenen rechten worden geleverd
d.m.v. een akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar → art. 3:94
, o Goederen waarvoor geen voorschrift is → worden geleverd d.m.v. een akte
art. 3:95
Via welke wijze is de levering gedaan?
1. Feitelijke machtsverschaffing → 3:114 BW
2. Tweezijdige verklaring → Art. 3:115
o Constitutum possessorium (CP) → vervreemder wordt houder 3:115 sub a
o Traditio brevi manu → verkrijger was al houder 3:115 sub b
o Traditio longa manu → derde was houder voor vervreemder, wordt voortaan
houder voor verkrijger 3:115 sub c
Voorbeelden:
Levering met de korte hand (traditio brevi manu) sub B
Bij een levering met de korte hand is de verkrijger reeds de houder (namens de eigenaar/bezitter),
en kan levering dus geschieden zonder feitelijke overgave van de zaak. Een voorbeeld: A huurt een
fiets bij B. A besluit dat hij de fiets eigenlijk wel wil houden en wil de fiets van B kopen. B gaat
akkoord met de koop. Bij een normale levering zou A de fiets eerst terug moeten geven aan B,
waarna B hem aan A kan leveren. Bij de levering met de korte hand blijft de fiets bij houder A en
wordt A door een tweezijdige verklaring bezitter van de fiets.
Levering met de lange hand (traditio longa manu) sub c
Tegenhanger van de hierboven genoemde levering met de korte hand is de levering over de lange
hand. Bij een levering met de lange hand wordt een zaak overgedragen die zich op het moment van
levering onder een derde bevindt. Een voorbeeld is als A zijn fiets laat repareren bij fietsenmaker F
en ondertussen zijn fiets verkoopt aan B. Met een levering over de lange hand is niet nodig dat A
eerst zijn fiets bij F weghaalt, vervolgens aan B levert, waarna B de fiets weer bij F terugbrengt, maar
kan A de fiets aan B leveren via F. Hiervoor is enkel een tweezijdige verklaring nodig en een
mededeling aan F. In plaats van voor A houdt F de fiets nu voor B, en B kan de fiets dus na de
reparatie bij F ophalen. Het bezit gaat over zodra F de overdracht erkent of zodra A of B de
overdracht aan F mededeelt.
Levering constitutum possessorium sub A
De derde vorm van indirecte levering is de constitutum possessorium, vaak afgekort tot c.p. (letterlijk
‘houderschapsverklaring’). Bij een levering c.p. wordt het bezit overgedragen, maar blijft de zaak
onder de vervreemder. De nieuwe bezitter wordt dan middellijk bezitter via de vervreemder en de
vervreemder verandert van bezitter naar houder namens de nieuwe bezitter. Een voorbeeld: A koopt
een fiets van B, maar B wil de fiets eigenlijk nog twee weken gebruiken. A en B komen overeen dat B
de fiets nog twee weken onder zich mag houden, maar A wil wel dat B de fiets direct aan hem levert.
In een situatie zonder c.p. zou het volgende gebeuren: A koopt de fiets van B. B levert de fiets aan A,
waarna A de fiets weer aan B geeft op grond van een bruikleenovereenkomst. Bij c.p. blijft de fiets
dus in de feitelijke macht van B, maar gaat de eigendom wel vast over op A. B is hierdoor
onmiddellijk houder, niet-eigenaar en A is eigenaar, middellijk bezitter.
Bij een levering c.p. komt ook het verschil tussen de termen ‘bezitsverschaffing’ en ‘bezitsoverdracht’
weer naar boven. Een levering c.p. is een vorm van bezitsoverdracht, een term die, zoals we
hierboven gezien hebben, minder ruim is dan bezitsverschaffing. Voor c.p. geldt dat de vervreemder
het bezit van het goed moet hebben. Een houder kan daarom niet c.p. leveren buiten de bezitter om.
Een houder kan immers wel het bezit van een goed verschaffen, maar kan dit niet overdragen omdat
hij zelf geen bezitter is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kennyian. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.