100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur Neuropsychologische Interventiemethoden $10.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur Neuropsychologische Interventiemethoden

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Ha allen, hierbij een samenvatting van de literatuur voor het vak Neuropsychologische Interventiemethoden dat wordt gegeven in periode 5 en 6 van de master Klinische Neuropsychologie. Het document is geschreven in het Nederlands, maar daarbij niet vooraf gecheckt op spelling. Ik heb het vak, wat ee...

[Show more]

Preview 4 out of 43  pages

  • No
  • 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17
  • August 24, 2024
  • 43
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1

Hfst 2 - Neuropsychologische behandelmodellen: tussen theorie en praktijk

Veelal wordt het doen van uitspraken over het toekomstig functioneren van patiënten gezien
als de belangrijkste taak van de neuropsycholoog. Hierom is het van belang dat deze zowel
aandacht heeft voor de emotionele-, gedragsmatige en sociaal-maatschappelijke aspecten
van het functioneren. In de praktijk is het niet gemakkelijk gebleken om de vertaalslag van
de onderzoeksresultaten en de stoornis naar de gevolgen voor iemands dagelijks leven te
maken.

Voor het ordenen van informatie per individuele patiënt kan het ICF-model gebruikt worden.
Binnen het kader van het ICF-model wordt er op 3 verschillende niveaus gekeken;
1. Het perspectief van het menselijk organisme, onderverdeeld in functies en
anatomische eigenschappen.
2. Het perspectief van het menselijk handelen; activiteiten.
3. Het perspectief van de mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven;
participatie.
➔ Wanneer er sprake is van problemen in het functioneren wordt er verwezen naar
stoornissen, beperkingen en participatieproblemen.
➔ Daarnaast is er aandacht voor persoonlijke en externe factoren welke van invloed
kunnen zijn op elk domein.
➔ Het ICF-model gaat ervan uit dat de uitkomst een wisselwerking is tussen iemands
gezondheidsproblemen en de context waarin de problemen zich voordoen. Immers is
de impact van een ziekte/aandoening voor ieder persoon verschillend afhankelijk van
de context.

Kanttekeningen
- Om een behandeling vorm te kunnen geven is er soms meer informatie nodig dan in
het ICF-model past.
- Er is wat creativiteit vereist om geobserveerde stoornissen of gedragingen onder te
brengen in het ICF.
- In het ICF-model is er geen ruimte om de kwaliteit van leven of de tijd sinds het letsel
weer te geven.
- Er kan geen onderscheidt gemaakt worden tussen iemands eigen kijk op zijn/haar
functioneren en het oordeel van anderen.

Definities binnen de ICF - blz. 27

Voorbeeld)

,Cognitieve vs. neuropsychologische revalidatie
Begrippenkader Fasotti (blz. 32)

Neuropsychologische revalidatie: behandeling van mensen met hersenletsel gericht op
de cognitieve (directe) maar OOK de indirecte gevolgen; de gedragsmatige, sociale en
emotionele problemen van hersenletsel. Neuropsychologische revalidatie heeft als doel het
zo goed mogelijk leren omgaan met de problemen.

Cognitieve revalidatie: behandeling gericht op de directe gevolgen van hersenletsel in de
zin van cognitieve stoornissen. Met cognitieve revalidatie krijgt de patiënt handvaten om te
kunnen compenseren voor de cognitieve stoornissen. Cognitieve revalidatie is gericht op het
verminderen van de cognitieve problemen.

Cognitieve training: deel van de cognitieve revalidatie dat zich richt op het aan patiënten
aanleren van vaardigheden waardoor de cognitieve stoornissen kunnen worden verminderd.
Onder cognitieve training vallen; functietraining, vaardigheidstraining en strategietraining.

(1) Functietraining
- Uitgangspunt: het herstel van cognitieve functies vindt plaats door herhaalde
oefening en stimulering.
- Nadeel: er is nooit generalisatie naar het dagelijks leven aangetoond. De skills die
worden aangeleerd zijn zo specifiek afgestemd op bepaalde omstandigheden, dat
deze in het dagelijks leven niet kunnen worden ingezet. Dus de effectiviteit van
functietraining is nog niet bewezen.

(2) Vaardigheidstraining
- Uitgangspunt: wordt gebruikt voor het trainen van praktische vaardigheden op
taakniveau, dus in specifieke taken/activiteiten. Ook dit wordt gedaan door de
vaardigheid te herhalen.
- Het verschil met functietraining is dat er niet gepoogd wordt om de onderliggende
functie te verbeteren; er wordt gepoogd om de prestatie op de taak te verbeteren.
Bijvoorbeeld het trainen van rekenen, klokkijken of het gebruiken van het therapie
rooster.
- We hebben het over vaardigheidstraining wanneer hetgeen dat geleerd wordt
betrekking heeft op een of meer specifiek getrainde vaardigheden.
- Vaardigheidstraining heeft betrekking op één specifieke situatie!

(3) Strategietraining
- Uitgangspunt: er wordt compensatiegedrag geleerd dat van toepassing kan zijn op
meerdere taken/situaties waarin een beroep wordt gedaan op de cognitieve functie.
- Hierbij gaat het om het aanleren van een gehele “nieuwe” uitvoeringswijze van taken
welke in diverse situaties kan worden gebruikt.
- Echter is het hiervoor wel nodig dat de patiënt op taakniveau een vaardigheid kan
uitvoeren, wanneer iemand bijvoorbeeld een nieuwe strategie aanleert voor het
invullen van de agenda is het wel noodzakelijk dat iemand in de basis weet hoe je
een agenda gebruikt. Vaak zullen vaardigheidstraining en strategietraining dus wat
door elkaar lopen.

, - De vaardigheden die aangeleerd worden bij strategietraining kunnen ingezet worden
in meerdere situaties!

Vijf interventiemethoden volgens Gross & Schutz (blz. 42)
1. Omgevingsaanpassing: uitgangspunt; de omgeving is makkelijker aan te passen dan
de patiënt; er worden geen eisen gesteld aan het leervermogen en de medewerking
van de patiënt zelf.
2. Stimulus-response conditionering: gedragsmodificatie, gedrag dat beloont wordt zal
relatief stabiel blijven en gedrag dat negatief bekrachtigd wordt verdwijnt.
3. Vaardigheidstraining: Gross & Schutz stellen dat er niet alleen van uit wordt gegaan
dat een patiënt kan leren en in een bepaalde situatie bepaald gedrag kan laten zien,
maar ook dat de vaardigheden die hiervoor nodig zijn, verbeterd kunnen worden. De
vaardigheden worden gedefinieerd als cognitieve vaardigheden en niet in termen van
taken en activiteiten.
4. Strategietraining: gaat ervan uit dat niet-werkende strategieën kunnen worden
vervangen door werkende strategieën.
5. Cognitieve cyclus model: iemand stelt een doel, heeft een verwachting, maakt een
plan, zet dit plan in gang en evalueert het plan aan de hand van het oorspronkelijke
doel. Hierna wordt er weer opnieuw een doel gesteld en zo vervolgt de cyclus zich.

Neuropsychologische interventies, gerangschikt van functies naar participatie volgens het
ICF-model (blz. 45).

Hfst 8 - Geheugenstoornissen

De rol van de neuropsycholoog is uitgebreid van een primair diagnostische naar een meer
descriptieve rol. Hiertoe behoort het formuleren van een prognose over terugkeer naar de
arbeidsmarkt, opleiding en andere premorbide rollen. Daarnaast heeft de neuropsycholoog
de mogelijkheid tot het geven van psycho-educatie aan de patiënt en naasten over de aard
van de specifieke geheugenstoornissen, de gevolgen voor het dagelijks functioneren en de
verwachtingen ten aanzien van behandelmogelijkheden. Hier kunnen vervolgens richtlijnen
en tips uit voortvloeien hoe om te gaan met de geheugenproblemen (Voorbeelden van tips
en richtlijnen - blz 164).

Door aan het begin van een eventuele behandeling de mogelijkheden en onmogelijkheden
te bespreken, worden onrealistische verwachtingen voorkomen en leert de patiënt dat de
effectiviteit van de behandeling samenhangt met meerdere factoren en niet alleen afhangt
van de expertise van de behandelaar. Om de effectiviteit van een behandeling te toetsen
dient er herhaaldelijk een NPO te worden afgenomen. Aan de hand van de resultaten kan er
dan worden bepaald of de geheugenstoornissen geringer zijn geworden of niet. Hierbij moet
men wel rekening houden met eventuele leereffecten.

Benaderingen van geheugenproblematiek gebaseerd op het begrippenkader van Fasotti
(blz. 32).

(1) Het herstel van geheugenfuncties met cognitieve training
In functietraining of cognitieve training worden technieken toegepast die het herstel van de
beschadigde geheugenfuncties tot doel hebben, en die ervan uitgaan dat het geheugen

, vergelijkbaar is met een spier; bij herhaaldelijke stimulatie/training wordt de spier sterker.
Echter is een algemene verbetering van de geheugenfuncties met deze methode nooit
overtuigend aangetoond. De prestaties op de getrainde taken verbeteren, echter blijkt dit
niet generaliseerbaar naar het dagelijks leven.

Hoe komt dit?
- De behandelstrategieën zijn niet aan de individuele doelstellingen van de patiënt
aangepast.
- Deze benadering gaat ervan uit dat neuroplasticiteit zorgt voor het herstellen van de
cognitieve beperkingen bij herhaaldelijk trainen, echter is de klinische toepassing van
deze plasticiteit en regeneratie nog niet duidelijk.

De effectiviteit van het gebruik van farmacologische behandeling bij geheugenproblemen is
niet consistent gebleken bij mensen. Ook werken medicijnen vaak symptoomverminderend
maar genezen ze de onderliggende ziekte niet.

(2) Compensatie door het optimaliseren van de resterende vaardigheden en toepassen
van geheugenstrategieën (intern, verbaal en visueel)
Op dit moment is het toepassen van vaardigheids- en/of strategietraining de meest gebruikte
benadering. Het uitgangspunt bij deze benadering is dat de resterende functies nog steeds
aanwezig zijn, maar minder efficiënt functioneren en door middel van interventie op een
optimaal niveau kunnen worden gebracht. In dit opzicht wordt bij deze benadering het
geheugen ook als een “mentale spier” beschouwd.

Compensatie: elke interventie, strategie of techniek die tot doel heeft om patiënten en
naastbetrokkenen in staat te stellen om geheugenstoornissen te verminderen, te omzeilen of
met de consequenties ervan voor het dagelijks leven te leren omgaan.

Ondanks de aangetoonde waarde van strategieën en technieken blijkt het in de klinische
praktijk niet eenvoudig te zijn om mensen te overtuigen van het nut van compenseren en
daarnaast wordt duidelijk dat niet iedere patiënt de techniek efficiënt leert toepassen.

Model Wilson & Watson (1996) compensatiegedrag (blz 169)
1. Allereerst is het van belang om het compensatiegedrag te begrijpen; er is een
discrepantie tussen de omgevingseisen en het eigen vermogen. Hoe erg iemand hier
last van heeft hangt af van de context en de ernst van de geheugenstoornis.
2. Het moet duidelijk zijn hoe de beperkingen in het geheugen relateren aan de eisen
van het dagelijks leven, en welke mechanismen in gang kunnen worden gezet om te
kunnen voldoen aan deze eisen. Hiervoor zijn drie mogelijkheden; (a) men probeert
het effect van de beperkingen te verminderen door meer inspanning te leveren en tijd
te investeren, (b) men kan vervangende vaardigheden aanleren waarmee aan de
eisen in het dagelijks leven kunnen worden voldaan zonder dat de beschadigde
functie daarmee belast wordt, (c) men kan nieuwe verwachtingen en doelstellingen
voor zichzelf formuleren in vergelijking met voor het hersenletsel.
3. Er wordt bepaald op welke manier en in welke mate het compensatiegedrag verschilt
van het gedrag van mensen zonder beperkingen in dezelfde situatie.
4. De consequenties van het compensatiegedrag worden geformuleerd in termen van
effectiviteit. Of het toepassen van de compensatiestrategieën effect heeft hangt af

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fayhoffman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.26
  • (0)
  Add to cart