In Leerjaar 2 op Fontys Sociale Studies krijg je een toets met meerdere artikelen. In dit document zijn alle lessen en artikelen samengevat van deze periode (Periode 1). Zelf neem ik dit ook mee naar mijn toets
Sociologie: De manier waarop mensen samenleven, sociologische problemen, sociale
problemen.
Meerderheid- Minderheid (Minoriteit): Minderheid bedoelen we niet mee hoeveel mensen
ervan zijn in een land, je hebt het minder dan anderen (minder rechten etc)
Minder of achtergestelde groepen die hun positie willen verbeteren. Een gevoel van
onrechtvaardigheid, onzekerheid of angst is doorgaans een drijfveer om iets te willen
veranderen aan de maatschappelijke verhoudingen Emancipatie
Emancipatie: Streven naar gelijke rechten en zelfstandigheid. Proces waarin een groepering
vanuit een als onrechtvaardig beoordeeld situatie op weg gaat naar een rechtvaardigere
situatie van gelijkwaardigheid en gelijke behandeling.
Emancipatiebeweging hier is sprake van als: 1.Streeft naar verbetering van de
maatschappelijke positie van de sociale categorie of groep die door deze beweging wordt
vertegenwoordigd. 2. De maatschappelijke uitgangssituatie van de desbetreffende categorie
wordt als onrechtvaardig ten opzichte van andere sociale categorieën of groepen ervaren.
Emancipatiebeweging: Bekende in de sociale sector dat gehandicapten meer rechten
wouden hebben.
Rechtvaardigheid en het verdelingsvraagstuk (We hebben niet genoeg van alles, hierdoor
moeten we dingen verdelen):
Aristoteles: Hij vond dat de gene die het meeste kon met een product, dit ook verdienden (zo
moest de beste fluitspeler, een fluit kregen als deze uitgedeeld werd). Als je iets krijgt moet
je iets bijdragen en daar goed mee omgaan. Als iedereen hetzelfde krijgt' dan worden
ongelijken gelijk behandeld' Dit is net zo onrechtvaardig als gelijken onrechtvaardig te
behandelen' ledereen moet krijgen wat hem toekomt, dat wil zeggen dat n moet doen en
moet krijgen naar talent'
Standenmaatschappij: Sociale stratificatie (sociale ongelijkheden door middel van
verschillende standen in de maatschappij)
Gelijkheidsbeginsel: Iedereen is gelijk volgend de wet. Het gelijkheidsbeginsel is een
algemeen principe dat iedere burger (wettelijk) gelijke rechten en een gelijke behandeling in
gelijke gevallen toekent.
Het klimmen en dalen op de sociale ladder
- Intergenerationeel (tussen generaties)
- Intragenerationeel (binnen generatie)
Het dubbele rechtvaardigheidsbegrip: meritocratisering, Je situatie wordt berekend mede
door je verdiensten.
Wat zijn voordelen en nadelen van een meritocratische samenleving?
Voordelen: Je wordt beoordeeld op je kunsten, mensen doen meer hun best om hoger op de
ladder te komen en hierdoor gaat de kwaliteit van werken omhoog
Nadeel: niet iedereen heeft dezelfde startpositie.
Waarom is de maatstaf ‘verdienste’ onrechtvaardig?
, Sommige mensen hebben geen kans om zich verder te ontwikkelen, door te weinig
middelen. Hierdoor is een verdienste oneerlijk. Want de hoog opgeleide hebben veel
verdienste en niet iedereen kan bijvoorbeeld een universiteit betalen
Behoeftebegrip: Niet rechtvaardig omdat niet iedereen hetzelfde startpunt heeft
Behoeftecriterium: mensen moeten zich kunnen ontplooien naar hun behoefte.
Schaarste:
Quality: 1 QALY: 1 jaar langer leven met een relatief goede gezondheid(kost 80.000
euro) als het
Adjusted Minder dan 80.000 kost wordt het vergoed, is het duurder dan wordt het niet
vergoed
Life
Years:
De vijf rechtvaardigheidsbeginselen: Dit zorgt voor achtergesteldheid
- Historisch verworven rechten worden beschermd: als je ouders ergens hebben gezeten,
heb jij voorrang op die plek (bijvoorbeeld jij hebt voorrang bij een universiteit als je ouders
daar vandaan komen)
- Formele gelijkheid wordt gegarandeerd: iedereen heeft recht op onderwijs, alleen door
sommige kenmerken worden mensen buiten gesloten voor dingen (Op sommige scholen
mogen homo’s geen les geven. Je bent wel gelijk voor de wet maar in de praktijk is dit vaak
anders.
- Het verdienstencriterium: dat wat je zelf presteert daardoor kan je hoger op de ladder
komen. Hoger geschoolden verdienen meer dan laag geschoolden. Het verdienstencriterium
in de arbeidssfeer werkt duurzaam in het nadeel van ongeschoolden en in het voordeel van
geschoolden.
- Het behoeftecriterium : Dat als jij de behoefte hebt om je te ontwikkelen, dat je dan recht
hebt op onderwijs. Maar doordat school geldt kost kunnen sommige mensen het toch niet
betalen (boeken kopen, schoolreisjes)
- Het capaciteits- of verantwoordelijkheidscriterium: niet iedereen heeft dezelfde capaciteit
om een studie te volgen. In onderwijs zit vaak een plicht. Binnen 10 jaar een diploma halen.
Geef aan welke rechtvaardigheidsemotie(s) spelen bij het begrip ‘gelijke kansen’ in het
onderwijs’:
Minoriteit: Minderheden: De invulling van rechtvaardigheid heeft immers alles te maken met de
werking van formele maatschappelijke instítuties. Aldus ontstaat een vicieuze cirkel omdat
achtergestelde en gemarginaliseerde groepen geen toegang hebben tot invloedrijke posities,
ontbreekt het hen aan de machtsmiddelen om de achterstelling en marginalisering op te
heffen. één sociale categorie die in deze ogenschijnlijk onontkoombare cirkel gevangenzit,
noemen we een mínoríteit. Minoriteiten zijn achtergestelde en gemarginaliseerde groepen
die niet beschikken over voldoende maatschappelijke invloed om hun positie te verbeteren.
Maatschappelijke problematiek in plaats van tellen
Machtsgebrek
Discriminatie
Ervaring en verwachting gaan vaak
hand in hand
, Bewustwording en afhankelijkheid Identiteit en conflict De lange mars door de instituten.
• Hoe kan je leden van wat jij als minoriteit beschouwt ervan overtuigen dat zij een
‘achtergestelde’ positie innemen, als deze leden zelf de positie ervaren als ‘natuurlijk’ of ‘juist’?
Hou hem de spiegel voor, laat hem zien hoe anderen het hebben en laat hem zijn eigen leven
laten vergelijken met anderen!
- Verdiep je in de belevingswereld van de mensen op wie je handelingen zich richten en verplaats
ja daarin.
- Onderzoek uitgaande van de belevingswereld van de betrokkenen, welke elementen in de
uitgangssituatie veranderbaar zijn en stel vast of die veranderbaarheid in de ‘gewenste’
richting gaat.
- Ga na wat de desbetreffende personen zelf kunnen bijdragen aan die verandering en
stimuleer dat.
- Doe dit zonder het respect voor deze belevingswereld te verliezen. Jouw eigen bewustzijn is
immers net zo goed het product van willekeurige socialisatie-processen en ervaringen
Het ontstaan van de risicosamenleving zoals Beck die beschrijft (zie paragraaf 8.8) is mede re
herleiden tot het feit dat deze directe relatie tussen rechten en plichten uit het zicht is geraakt. In de
consumptiemaatschappij leeft onvoldoende het besef dat in ruil voor individueel welzijn (de rechten
van individuen in de verzorgingsstaat) een maatschappelijk toegevoegde waarde moet worden
geleverd (de plichten van het individu dat samen met andere individuen die verzorgingsstaat
mogelijk moet maken, bijvoorbeeld door te werken en belasting te betalen)./
Achter gesteldheid: Het resultaat van achtergestelde op grond van verschillende ,verdiensten en
noodzakelijke behoeften ls dat de leden van de achtergestelde categorie duurzaam mind.er toegang
hebben tot bronnen van welvaart en behoeftebevrediging. Zijlopen het risico naar de marge van de
samenleving te worden gedrukt en worden belemmerd in hun persoonlijke ontplooiing. Dit proces
wordt aangeduid met de term marginalisering' Marginalisering is altijd het resultaat van structurele
achterstelling.
De afnemende verbondenheid (Tussen mensen in verschillende situaties, rijken armen etc) heeft
belangrijke sociaalpsychologische effecten: als je belangrijk gevonden wordt door anderen, ontwikkel
je immers ook je zelfbeeld of identiteit. Door sociale controle en aandacht in een stabiele omgeving
ontwikkelen mensen immers hun normbesef. Zo leidt marginalisering tot een dynamiek die leidt tot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jeffry123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.73. You're not tied to anything after your purchase.