Leidinggeven op basis van vakmanschap / Leidinggevende team/afdeling/project
Leidinggeven
All documents for this subject (1)
20
reviews
By: azizbt6 • 4 months ago
By: lunakarssen • 6 months ago
By: treziemeuwissen • 6 months ago
Translated by Google
Thanks for your positive feedback! If you are interested in the summary of personnel policy, it is also available via Stuvia.

By: ek013 • 8 months ago
By: treziemeuwissen • 7 months ago
Translated by Google
Thanks for your feedback. Too bad you only give 1 star. Fortunately, most users are satisfied (5 stars), so hopefully the summary will eventually be useful for you too!
By: vansilfhoutmartijn • 1 year ago
By: ashwinbp79 • 2 year ago
By: treziemeuwissen • 2 year ago
Translated by Google
Thanks for your positive feedback! If you are interested in the summary of personnel policy, it is also available through Stuvia.
By: shellyhuiskamp123 • 2 year ago
By: treziemeuwissen • 2 year ago
Translated by Google
Thanks for your positive feedback! If you are interested in the summary of personnel policy, it is also available through Stuvia.
By: thomaskoekkoek461 • 2 year ago
By: treziemeuwissen • 2 year ago
Translated by Google
Thank you for your positive feedback! If you are interested in the summary of personnel policy, it is also available via Stuvia.
Show more reviews
Seller
Follow
treziemeuwissen
Reviews received
Content preview
Samenvatting leidinggeven
Theorieboek - Vakman Leidinggeven niveau 4
Organisatiecultuur: Een samenhangend geheel van opvattingen, gewoontes en gedragingen van de
leden van een organisatie.
Formeel: Doelen die een organisatie nastreeft, werkprocessen, regels en procedures.
Informeel: Voornamelijk gedrag, hoe gaat men met elkaar om.
Hoe gaat men met klanten om.
Factoren die van invloed zijn op de organisatiecultuur:
1. De omgeving
2. De branche
3. De geschiedenis
4. Eventuele fusies
Organisatiecultuur bestaat uit de elementen:
1. Normen en waarden: de norm betreft een gedragsregel, de waarde betreft een opvatting over wat
wenselijk gedrag is.
2. Rituelen: personeelsfeesten / vrijdagmiddagborrel
3. Uitingen: werkkleding / huisstijl / manier waarop aandacht word gegeven aan iemand zijn
verjaardag.
Cultuurpatronen:
- Rolcultuur: Medewerkers houden zich aan de regels. Hierdoor minder flexibel en creatief. Veelal
hiërarchische organisaties. Andere benaming betreft beheerscultuur (politie en belastingdienst)
- Taakcultuur: Prestatie gericht, dit is belangrijker dan de regels. Medewerkers krijgen doelen en
worden hierop afgerekend. Deze cultuur betreft flexibel. Deze cultuur komt voor in de financiële
sector.
- Persoonscultuur: Individuele medewerker staat centraal. Vaardigheden en behoeften medewerker
zijn het belangrijkste. Werkzaamheden verdeeld op basis van voorkeuren en wensen. Andere
benaming betreft mensgerichte cultuur/familiecultuur. (Google)
- Machtscultuur: Gevochten om functies. Iedereen wil een topfunctie. Vaak in startende bedrijven.
Managementlagen:
1. Strategisch management: Planning/doelen m.b.t. lange termijn (5 - 10 jaar).
Strategie en beleid voor de hele organisatie. Strategie betreft de manier
hoe mensen en middelen ingezet worden om doelen te bereiken.
Uitgangspunt betreft de weg die de organisatie de komende jaren wil
inslaan (bedrijfsvisie). Termijnen voor de visie worden steeds korter door
snelle ontwikkelingen.
Voorbeelden: nieuwe vestiging, bedrijfssanering, fusies, omzetgroei,
nieuwe koers, andere producten.
2. Tactische management Planning/doelen m.b.t. middellange termijn (1 - 5 jaar).
Vertaalt strategie en beleid naar werkvloer. Formuleert doelstellingen. Het
tactisch management monitort en stuurt bij.
Voorbeelden: omzetdoelen, kostenbesparing, personeelsbeleid,
promotiebeleid.
Als zelfstandige ondernemer ben je zowel strategisch, tactisch als het operationeel management.
2
, Missie (wie, wat, waar, waarom):
1. Wie zijn we wat doen we? (werkterrein)
2. Waarom en voor wie bestaan we? (bestaansrecht)
3. Wat willen betekenen voor klanten?
4. Waar staan we voor? (normen en waarden)
5. Wat willen we bereiken? (ambitie)
Visie (hoe):
1. Hoe ziet deze omgeving er in de toekomst uit? (omgevingsbeeld)
2. Wat willen we bereiken in de toekomst? (gedroomde positie)
3. Hoe kunnen we de gedroomde positie bereiken? (formule)
Missie en visie worden vastgesteld door het strategisch management.
- Visie is de basis van strategische doelen.
- Tactische doelen beschrijven de processen om doelen te bereiken, ook subdoelen genoemd.
- Operationele doelen welke activiteiten zijn nodig om strategische en tactische doelen te bereiken.
SMART:
Specifiek: duidelijk en concreet (minimaal 10%)
Meetbaar: nulmeting (vanaf nu)
Aanvaardbaar: medewerkers moeten erachter staan
Realistisch: haalbaar
Tijdsgebonden: start- en einddatum
PDCA-cyclus: Regelkring waarmee je activiteiten plant, controleert en bijstuurt.
Ook wel kwaliteitscyclus of kwaliteitscirkel van Deming genoemd.
Deze cyclus kan op alle niveaus worden toegepast. Deze cyclus wordt continue doorlopen.
Plan: formuleren van een plan, (SMART), Operationeel doel waarmee strategische doelen worden omgezet
naar doelen en acties.
Do: Uitvoering plan, verdeel het werk in stukken of deelprojecten, individuele doelen medewerker.
Check: Voortgang doelen/acties controleren.
Act: Bijsturen daar waar nodig.
Personeelsplan: Overzicht aantal en het soort mensen dat de organisatie nodig heeft.
Kwalitatief: kijk je naar gewenste en verwachte kwaliteiten .
Kwantitatief: hoeveelheid
Personeelsplan gaat uit van:
1. Vraag naar arbeid
2. Aanbod van arbeid
3. De fit: vraag en aanbod is precies gelijk, het is passend.
Personeelsplan onderdelen:
1. Uitgangspunten personeelsplan: formuleren uitgangspunten. Voorbeelden: soort bedrijf,
strategische/externe ontwikkelingen, reorganisatie.
2. Bezettingsprognose: hoeveel personeel is er nodig, welke kwalitatieve ontwikkelen?
3. Huidige personeelsbezetting: verzuim, gaten vallen, bezettingsproblemen voorkomen.
4. Bepalen instroombeleid: vacatures, vast- uitzend- of huurkrachten verhouding.
5. Bepalen doorstroombeleid: opleidingen en training, meer deeltijd, doorgroeien.
6. Bepalen uitstroombeleid: seniorenmedewerkers, stimuleren vertrek, opleiding aanbieden
om elders te gaan werken.
7. Bepalen financiële plaatje: huidige personeelskosten, arbeidsproductiviteit, omzet per fte,
verwachtingen budget.
Personeelsbehoefte: de vraag naar personeel.
Kwalitatief: eisen waaraan personeel moet voldoen om werk te kunnen uitvoeren
Kwantitatief: hoeveelheid medewerkers die nodig zijn
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller treziemeuwissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.