100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafrecht → 9 gehaald $6.47   Add to cart

Summary

Samenvatting Strafrecht → 9 gehaald

 51 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staat mijn samenvatting voor het vak Strafrecht. Dit vak volg je in jaar 2 blok 1 SJD. Ik heb alle voorgeschreven hoofdstukken samengevat. In totaal - 250 bladzijden in 60 bladzijden verwerkt.

Preview 4 out of 57  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h4, h5, h6, h7, h8, h9, h10, h13, h15
  • November 4, 2019
  • 57
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1
1.1
Dit rechtsgebied is sterk verbonden met zaken als moraal, veiligheid en rechtvaardigheid.

1.2
Voor het strafrecht geldt dat het zich bezighoudt met het bestraffen van personen die een
strafbaar feit hebben gepleegd.
De staat heeft het monopolie op straffen. Als een burger een strafbaar feit heeft gepleegd,
moet hij verantwoording afleggen aan de overheid, die hem namens de samenleving straf
kan opleggen. De verhouding tussen het bestuursrecht en het strafrecht is vrij complex. Een
groot deel van de verkeersdelicten worden bestuurlijke sancties opgelegd.

In civielrechtelijke zin kunnen burgers elkaar voor de rechter slepen. In strafrechtelijke zin is
dit anders. De enige die een verdachte van een strafbaar feit voor de rechter kan brengen is
een OvJ. Hij is een vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat belast is met de vervolging
van verdachten.

Eigenrichting is verboden (het recht in eigen handen nemen). Als je iets gebeurt
moet je dus naar de overheid. Je zal aangifte moeten doen, de politie moet dit
onderzoeken en na verloop van tijd zullen resultaten terechtkomen bij een OvJ.
Deze kan besluiten om te dagvaarden → strafproces.

Een geldboete komt in de staatskas, niet bij het slachtoffer. Deze is bedoeld als straf en
heeft niets met de schade te maken. Als de verdachte het bedrag niet vrijwillig betaald, kan
het slachtoffer hem laten dagvaarden door hemzelf. Dit is een moeilijk proces. Hierdoor
bestaat nu een systeem die de slachtoffer van strafbare feiten de mogelijkheid biedt een
schadevergoeding te verzoeken aan de strafrechter - 51f Sv. Dit is een wettelijke
voorziening.

1.3
Het opleggen van een straf heeft twee doelen; vergelding en preventie. De straf is
leedtoevoeging voor het kwaad dat de dader heeft aangericht bij het slachtoffer en de
maatschappij. Dit is een vergeldingsaspect en kan zorgen voor een morele genoegdoening;
de dader heeft kwaad afgeroepen over de samenleving en daarom roept de samenleving
kwaad af over hem.
De preventiegedachte gaat ervan uit dat mensen geen straf willen, dus zullen ze gedrag dat
mogelijk tot straf leidt, zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Er zijn twee soorten:
1. Speciale - herhaling voorkomen. Opleggen van voorwaardelijke straf!
2. Generale - anderen trekken leren uit het feit dat er straf opgelegd kan worden.

1.4
Materieel strafrecht: vraag wat een strafbaar feit is. Welke gedrag niet is
toegestaan en welke personen daarvoor gestraft kunnen worden -
strafbepalingen. Ook behoren algemene leerstukken die betrekking hebben op
de uitsluiten en uitbreiding van strafbaarheid hierbij. → WvSr.
Formeel strafrecht: bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een
norm van het materiële strafrecht (vermoedelijk) is overtreden. → WvSv. Ook
bijvoorbeeld duur voorlopige hechtenis, instellen hoger beroep etc.

,Sanctierecht: betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. De vraag of voor een bepaald strafbaar
feit een taakstraf mag worden opgelegd en welke voorwaarden de rechter
precies mag stellen wanneer hij een straf voorwaardelijk oplegt → WvSr en
WvSv. Ne bis in idem → niet vervolgen (68) en voorwaardelijke invrijheidsstelling
(15) → eerder vrijkomen

Niet verwarren met wetten in formele en materiële zin! Formele; tot stand gekomen in
samenwerking tussen regering en Staten-Generaal. Materieel; betreffende wet die de
algemene regels bevat die de burger binden

1.5
107 GW: wetgever moet regels van het strafrecht en strafprocesrecht in wetboeken
opnemen. Het strafrecht is het commune strafrecht.
Daarnaast bestaan er ook veel strafbepalingen in andere wetten, zoals
Wegenverkeerswet 1994 en de Opiumwet. → bijzonder strafwetten. Behoren tot
materiële en formele strafrecht.
→ allemaal in formele zin
Wetten in materiële zin: APV van een gemeente.

1.6
Boek 1 Sr: algemene leerstukken van materieel strafrecht; strafuitsluitingsgronden en
poging. Zijn van toepassing op alle delicten die strafbaar zijn gesteld en in beginsel ook op
alle delicten die in de bijzondere strafwetten zijn opgenomen (art 91)
Boek II en III bevatten uitsluitend strafbepalingen: omschrijvingen van gedrag dat strafbaar
is, met daarbij een aanduiding van de maximale straffen die mogen worden opgelegds. Boek
II misdrijven, boek III overtredingen.

Sv heeft 6 boeken:
Boek 1: algemene bepalingen. Belangrijkste bevoegdheden tijdens het
opsporingsonderzoek
Boek II: Strafvordering in eersten aanleg - vervolgingsbeslissing ovj en de hele procedure
voor de berechting van een verdachte door de rechtbank
Boek III: rechtsmiddelen (hoger beroep etc.)

1.7
Welke strafrechtelijke regels in NL gelden, wordt niet alleen bepaald door eigen
overwegingen van de Nederlands wetgever ten aanzien van de noodzakelijk en
wenselijkheid van bepaalde rechtsregels. Nederland kan verplicht zijn, als gevolg
van verdragen, om bepaald gedrag strafbaar te stellen of bepaalde
bevoegdheden in het leven te roepen → internationaal recht. Gaat boven
nationaal recht!

Het strafrecht wordt beïnvloed door besluiten van de EU en door uitspraken van
het Hof van Justitie van de EU. → supranationaalrechtelijk van aard: het gaat om
regels die een internationale organisatie oplegt waar de lidstaten zich aan
moeten houden. Ook uitspraken van EHRM (Europees Hof voor de Rechten van

,de Mens) behoren hierbij.
Hoofdstuk 2 muv 2.7
2.1
Het materiële strafrecht bepaalt welk gedrag strafbaar is. Dit wordt aangegeven door de wet.
De inhoud wordt soms verder ingevuld door de rechtspraak.
De strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een delictsomschrijving - welk
ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft willen stellen, een kwalificatie-
aanduiding - maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet worden benoemd en
een strafbedreiging - welk soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum daarbij is.
Voorbeeld: 255 lid 1 Sr

In veel artikel ontbreekt de kwalificatie-aanduiding. In de bijzondere wetten, zijn
strafbepalingen vaak volgens een ander stramien opgebouwd. Denk aan een verbod in de
delictsomschrijving ipv een gedraging.

2.2
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.
1. Menselijke gedraging (MG)
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. Wederrechtelijkheid (W)
4. Schuld (als verwijtbaarheid - V)
→ vierlagenmodel

De menselijke gedraging betekent dat het moet verricht zijn door een mens. Dit kunnen
zowel natuurlijke als rechtspersonen zijn. Ook moet het echt een gedraging zijn, een
gedachte is niet genoeg. Pas wanneer iemand door middel van een gedraging geheel of
gedeeltelijk uitvoering geeft aan dergelijke voornemens, is voldaan aan deze voorwaarde
voor strafbaarheid. In sommige gevallen kan ook het nalaten om actief op te treden een
strafbare gedraging opleveren.
Dit zal uiteindelijk tot uitdrukking moeten komen in de tenlastelegging (een stuk waarin staat
beschreven welke gedragingen die verdachte zou hebben verricht). De feiten zijn de feiten
die aan de verdachte verweten worden en waarvoor hij terecht moet staan.

De wettelijke omschrijving betekent dat de gedraging pas strafbaar is als zij in de
strafwet terug te vinden zijn → legaliteitsbeginsel. Veralgemeniseerde
bepalingen zijn ook goed, de wetgever kan niet alle soorten opnemen in de wet.
Er moet dan een vertaalslag worden gemaakt. De feitelijke gedraging moet een
juridische duiding krijgen.
Hier doen zich interpretatiefouten voor, zoals bij 310. Wat is een goed? En wat is
wegnemen? → Elektriciteitsarrest. Economische waarde?
In iedere individuele strafzaak zal de rechter de bewezen verklaarde feitelijke
gedraging uit de tenlastelegging juridisch moeten benoemen → kwalificatie.
Hierna moet hij bepalen welke wettelijke delictsomschrijving van toepassing is.

Wederrechtelijkheid is in strijd met het recht. Het is onzinnig iemand te straffen van wie niet
kan worden gezegd dat zij een norm uit het recht hebben geschonden. De gedraging moet
wederrechtelijk zijn. Er bestaan ook rechtvaardigingsgronden. Dit is bij uitzonderingen het

, geval. Bijvoorbeeld een inbreker die je wil wurgen, jij pakt een mes van het aanrecht en
vermoord de inbreker met 1 steek. Dit is noodweer, hij werd gewurgd. Is dus niet
wederrechtelijk - grond.

Niemand mag gestraft worden zonder dat hij (een bepaalde mate van) schuld
heeft. Schuld is verwijtbaarheid. Hiervan is sprake als men van iemand in
redelijkheid kon vergen dat hij zich anders gedroeg dan hij deed. → reëel
gedragsalternatief zorgt voor verwijtbaarheid. Deze dient aanwezig te zijn door
het vervullen van de delictsomschrijving. Dit kan ook niet zo zijn;
schulduitsluitingsgrond. Een voorbeeld is ontoerekeningsvatbaar door iemand
die wanen ziet. Iemand met een geestelijke stoornis is niet verwijtbaar.

2.3
Art 1 Sr: legaliteitsbeginsel
De strafbepalingen moeten ten alle tijden in het geschreven recht terug te vinden zijn. Een
gemeente kan gedragingen strafbaar stellen in APV (zoals wildplassen).

De rechter moet in een vonnis daarom altijd precies aangeven waarin de wet het feit dat de
verdachte heeft gepleegd strafbaar is gesteld (kwalificatie).

Art 16 Gw en lid 1 Sr: Geen strafbaar feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan
voorafgegane wettelijke strafbepaling → het gedrag is pas strafbaar als het ten
tijde van het begaan van het feit in de wet strafbaar gesteld is. → verbod van
terugwerkende kracht.

Art 1 lid 1 Sr heeft tot doel rechtszekerheid te bewerkstelligen. De rechtszekerheid eist onder
andere dat omschrijven van wettelijke strafbepalingen voldoende helder zijn. Er moet dus
duidelijk blijken wat precies verboden is. Hierdoor leven mensen niet in onzekerheid want ze
weten wat strafbaar is en wat niet. Ook zetten onduidelijkheden deuren open voor willekeur
en misbruik. Toch blijft er enkele vaagheid. Het is niet direct duidelijk (239 lid 1) welke
concrete gedragingen onder de werking van dit artikel vallen. Dit moet je interpreteren.
Hiervoor bestaan enkele methoden:
1. Wetshistorische interpretatie: totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling in
kwestie - memorie van toelichting
2. Grammaticale interpretatie: taalkundige betekenis en zinsverband
3. Systematische interpretatie: systematiek van de wet
4. Teleologische interpretatie: Doel van de wetgever)

Omdat de wet algemene regels moet geven, is zij noodzakelijkerwijs wat vaag. In individuele
zaken zal een rechter moeten uitmaken of het concrete gedrag van een verdachte onder
een delictsomschrijving te brengen valt. In moeilijke gevallen zal hij de wet moeten
interpreteren.

2.4
Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid/schuld zijn elementen. De onderdelen van de
delictsomschrijving zijn bestanddelen. Dit vindt men in de wettekst. Elementen staan niet in
de wet opgenomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malou-sjd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47  1x  sold
  • (0)
  Add to cart