100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Evolutie en biodiversiteit (B-B1EVBI13) $5.61   Add to cart

Summary

Samenvatting - Evolutie en biodiversiteit (B-B1EVBI13)

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting zijn bijna alle leerdoelen uitgewerkt voor het vak "Evolutie en Biodiversiteit" voor het eerste tentamen.

Preview 3 out of 22  pages

  • August 25, 2024
  • 22
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 21
De basisprincipe van de evolutietheorie uitleggen en toepassen
1. Individuen in een populatie variëren in eigenschappen
2. Overproductie: meer nakomelingen dan het milieu kan dragen (J en S-curve)
3. Competitie: 'struggle for survival’ -> limiteren de groei
4. Erfelijkheid: doorgeven van de gunstige eigenschappen
 Individuen die goed aangepast zijn aan hun omgeving laten gemiddeld meer
nakomelingen na.
 Na verloop van tijd accumuleren gunstige eigenschappen in de populatie

De belangrijkste bewijzen voor evolutie
1. Fossielen: het is een reconstructie van de voorouders. Als je alle fossielen hebt,
heb je geen overgeslagen stappen. Door fossielen zie je de veranderingen van
soorten door de jaren.
2. Homologie: er zijn overeenkomsten tussen karakteristieke eigenschappen
afkomstig van de gemeenschappelijke voorouders.
3. Continental drift: er zijn verschillen in soorten ontstaan tijdens het uiteengaan
van continenten
4. Directe observaties: onder andere door veldstudies en experimenten
5. Nieuwe soorten: je kan soortvorming herleiden naar de voorouders

De concepten homologie en convergente evolutie uitleggen:
 Homologie: een overeenkomstige bouw op een overeenkomstige plaats in een
organisme en in samenhang met overeenkomstige organen.
 Convergente evolutie: de evolutie van dezelfde eigenschappen bij verschillende
niet-verwante taxonomische groepen
 Artificiële selectie: het mechanisme waarmee bepaalde eigenschappen (of een
combinatie van eigenschappen) bewust worden geselecteerd bij het fokken van
dieren of veredeling en teelt van planten.
Enkele evolutionaire veranderingen beschrijven die tijdens domesticatie door de mens
hebben plaatsgevonden.
 Domesticatie: de selectie en aanpassingen van de eigenschappen van planten en
dieren voor menselijk gebruik.
 De mens heeft wilde dieren zo gefokt dat ze uiteindelijk kunnen fungeren als
huisdieren.
 Bananen zaten ooit vol met pitten. Deze zijn pitloos geworden door selectie
van de mens.

Het concept selectie uitleggen op het niveau van genen, individuen en groepen
 Genen coderen voor uiterlijke kenmerken. Door mutaties kunnen bijvoorbeeld
gunstige eigenschappen optreden die zorgen voor een hogere fitness. De genen
worden doorgegeven aan het nageslacht.
 Individuen die beter aangepast zijn aan het milieu overleven beter en hebben
een hogere fitness. (Seksuele selectie vindt over het algemeen plaats op basis van
het individu. Vrouwtjes kiezen bijvoorbeeld het individu dat er het mooiste uitziet.
Maar ik weet niet of ze hierbij ook seksuele selectie bedoelen...)
 Groepen kunnen ook een voordeel hebben ten opzichte van andere groepen.
Ook dit levert een hogere fitness op als je bijvoorbeeld met de groep predatoren
kan verjagen.

Gemaakt door: L. Melissen
Het is niet toegestaan dit bestand verder te verspreiden

,Het concept absolute & relatieve fitness uitleggen en berekenen uit gegeven data
 Absolute fitness: het totaal aantal overlevende nakomelingen dat een
organisme produceert
 Relatieve fitness: maat van voortplantingssucces van een individu in
vergelijking met het gemiddelde voortplantingssucces in de populatie
 Absolute fitness bereken je door W=F*v. Hierin is W de absolute fitness, F het
aantal nakomelingen per vrouwtje en v het percentage (in een kommagetal onder
de 1) jongen dat volwassen is geworden.
 Relatieve fitness bereken je door het percentage van de overleving van de ene
groep te delen door de percentage van de overleving van een andere groep.
(bladzijde 30 werkboek, opdracht 22)

Toelichten hoe het proces van evolutie leidt tot diversiteit en aanpassing
 Als bijvoorbeeld een lichte en donkere vacht gunstig is, kan dit leiden tot
diversiteit binnen de populatie. Lichtere vachten evolueren dan steeds lichter en
donkere worden steeds donkerder (diversifying selection). Ook kan dit gebeuren
als er bijvoorbeeld isolatie ontstaat door een rivier of een berg. Beide groepen
krijgen te maken met andere omstandigheden en passen zich hieraan aan. Zo
ontstaat er ook diversiteit binnen een populatie.

De evolutionaire principes begrijpen die het ontstaan van antibiotica-resistentie
verklaren
 Bacteriën ontwikkelen bij het gebruik van antibiotica een
beschermingsmechanisme. Bij het te vroeg stoppen van antibiotica kunnen de
sterke bacteriën zich verder vermenigvuldigen en zo krijg je steeds sterkere
bacteriën die beter bestand zijn tegen antibiotica. Bacteriën kunnen hun resistentie
zo doorgeven aan andere bacteriën.

Hoofdstuk 22
Begrijpen dat een fylogenetische boom evolutionaire afstammingen in beeld brengt
 Een fylogenetische stamboom is in de evolutiebiologie een schema dat de
evolutionaire geschiedenis van een bepaalde groep verwante biologische soorten
(of andere taxa) weergeeft. De relaties zelf worden de fylogenie genoemd. De
boom laat het patroon zien waarmee de soorten van een gemeenschappelijke
voorouder afstammen. Ze laat zien wanneer bepaalde taxa en afstammingslijnen
verschenen en hoe nauw deze taxa met elkaar verwant zijn.
Begrijpen dat de huidige levende soorten niet elkaars afstammelingen kunnen zijn
 Een fylogenetische boom is geen stamboom. Een stamboom geeft
afstamming, een fylogenetische boom overeenkomst.
Mate van verwantschap hangt af van hoe recent de voorouder is
 Verwantschap tussen taxa in een fylogenetische boom wordt bepaald door
afstamming van een recente gemeenschappelijke voorouder. Hoe recenter de
voorouder, hoe meer verwantschap er is tussen de twee soorten. Dit komt,
omdat hoe meer aftakkingen tussen soorten aanwezig zijn, hoe meer
de kenmerken tussen die soorten van elkaar gaan verschillen. Je lijkt meer op je
moeder, omdat je de helft hebt van haar genen, van je oma heb je nog maar een
kwart van de genen.


Gemaakt door: L. Melissen
Het is niet toegestaan dit bestand verder te verspreiden

, Toelichten dat de kenmerken van de soorten die momenteel leven het resultaat zijn van
een cumulatief proces gedurende hun evolutionaire ontwikkeling
 Cumulatief houdt in dat alle resultaten van het begin af aan bij elkaar zijn
opgeteld. Het is de som van alle delen vanaf de start van een proces op een
bepaald moment.
 Alle soorten zijn begonnen bij een gemeenschappelijke voorouder. In deze
fylogenetische boom zijn er aftakkingen ontstaan doordat er verschillende
eigenschappen ontstonden. De kenmerken van soorten is dus een optelsom van
alle ontstane kenmerken vanaf de eerste gemeenschappelijke voorouders.

Rol uitleggen van genetische isolatie bij het ontstaan van de fylogenetische
boomstructuur
 Isolatie door bijvijvoorbeeld een rivier of een berg. De soorten komen niet
meer bij elkaar en er vindt geen genetische flow of genetische drift plaats.
Hierdoor zullen er 2 soorten ontstaan en er zal dus een afsplitsing te zien zijn in
de fylogenetische boom.

Uitleggen hoe het parsimonie-principe wordt toegepast bij het bepalen van de meest
waarschijnlijke verwantschap
 Parcimonie (spaarzaamheid) is een basisprincipe in de wetenschappelijke
methode. Volgens dit principe geldt dat als twee verklaringen plausibel zijn, de
eenvoudigste (de verklaring waarvoor de minste aannames nodig zijn) de
voorkeur heeft.
 Ook bij de constructie van een fylogenetische stamboom is spaarzaamheid
een belangrijk principe.
 Het proces dat de eigenschappen tot stand brengt kan niet direct
geobserveerd worden. Er moeten dus aannames gedaan worden om tot een
geloofwaardige fylogenie te komen. Hierdoor ontstaan er ook verschillen in de
fylogenetische bomen. De juiste fylogenetische boom is dus degene waarbij de
minste aannames gedaan hoeven te worden.

Het onderscheid uitleggen tussen homologie en homoplasie inclusief hun onderliggende
oorzaken
 Beide termen verwijzen naar sets van biologische kenmerken die worden
gedeeld door twee of meer soorten (vandaar het voorvoegsel homo ), maar één
term geeft aan dat het gedeelde kenmerk afkomstig was van een
gemeenschappelijke vooroudersoort, terwijl de andere term verwijst naar een
gedeeld kenmerk dat onafhankelijk is geëvolueerd. in elke soort.
 Homologie: De term homologie verwijst naar biologische structuren of
kenmerken die vergelijkbaar of hetzelfde zijn. Deze kenmerken komen voor op
twee of meer verschillende soorten wanneer die kenmerken kunnen worden
herleid tot een gemeenschappelijke voorouder. Een voorbeeld van homologie
wordt gezien in de voorpoten van kikkers, vogels, konijnen en hagedissen.
Hoewel deze ledematen er bij elke soort anders uitzien, delen ze allemaal
dezelfde set botten.
 Homoplasie: Homoplasie daarentegen beschrijft een biologische structuur of
kenmerk dat twee of meer verschillende soorten gemeen hebben en dat niet is
Gemaakt door: L. Melissen
Het is niet toegestaan dit bestand verder te verspreiden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lennekemelissen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.61
  • (0)
  Add to cart