Methodologie van de sociale wetenschappen (K000325A)
Summary
Samenvatting handboek methodologie van de sociale wetenschappen
6 views 0 purchase
Course
Methodologie van de sociale wetenschappen (K000325A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Dit is een volledige, maar zeer bondige samenvatting van alle lessen methodologie, aangevuld met het handboek.
Het document is slechts 22 pagina's lang en bevat alle leerstof en voorbeelden uit de filmpjes en het handboek, op een overzichtelijke manier geschematiseerd.
Bij vragen of een ande...
Methodologie van de sociale wetenschappen (K000325A)
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
Student1256
Reviews received
Content preview
Doelen vh boek:
H1. Waarom Sociaalwetenschappelijk OZ? 1. Kennismaken met basisprincipes O
2. OZ kunnen evalueren
1. Inleiding 3. VOC aanbrengen
4. Kritisch omgaan met resultaten
Methodologie = verwijst naar de wijze waarop het hele proces van W’ beoefening functioneert
Is institutioneel ingebed: wijze v organisatie en financiering heeft invloed
op ww output!
Dit hoofdstuk: Geeft enkele voorbeelden van wat OZ kan inhouden en hoe we het kritisch kunnen benaderen.
2. Enkele voorbeelden 2. Broken Windows Theory
1. An Inconvenient Truth VS The Great Global Warming Swindle Hiermee probeert burgemeester NY de toenemende criminaliteit
aan te pakken.
Klimaatverandering oplossen? = Crimineel handelen is gevolg v gebrek aan sociale normen,
daarom eerst kleine criminaliteit aanpakken zodat buurten
Oorzaken aanpakken Gevolgen inperken niet verder verloederen.
(zie foto’s p 9-11 HB)
WW studies nodig voor correcte informatie.
Criminaliteit daalt tijdens zijn legislatuur.
1. Inconvenient Truth 2. Global Warming Swindle
= Docu die ongerust is = Docu die probL minimaliseert Maar; gevolg van beleid (maw is er causaliteit) ?
—> Is er op 3 voorwaarden:
Beide gebruiken W’ bewijsmaterialen, maar andere conclusie: 1) Stat verband tussen A en B: ja
- Moderne W’ beoefening w ook gedreven door 2) A gaat vooraf aan B: nee, crimi daalde al voor beleid
machtsverhoudingen, pol inmenging, ideologie, … 3) Geen derde variabele C: nee, ook daling in andere stede
- Klimaatsceptici misbruiken de “waarschijnlijkheid v
wetenschappelijke claims” om twijfel te zaaien. Conclusie: causaliteit kan niet worden aangenomen. De uitsprake
over effectiviteit van het criminaliteitsbeleid zijn niet
Dit geeft aanleiding tot reflectie over… gerechtvaardigd
- Wat W’ kennis inhoud
- Hoe dit tot inzicht in werkelijkheid leidt 4. Polls bij verkiezingen
epistemologische
- Wat Wetenschap, wetenschap maakt. kwesties
Veel vraag naar representativiteit, want veel dingen kunnen uitsla
beïnvloeden:
3. Botsende beschavingen - Negeren van non-respons
- Geen melding van BTI
Samuel Huntington: “Na Koude oorlog zullen conflicten gekenmerkt - Geen vermelding van foutenmarge
worden door culturele en religieuze kwesties” - Vraagverwoording/ presentatie van de antwoordopties
Kritiek: 5. De wetenschapper als bokser
- Anekdotisch bewijsmateriaal, dat niet echt empirisch bevestigd
kan worden. Loic Wacquant deed een participerende observatie in een boksclu
- Monolithische visie op beschaving en onvoldoende rekening in de arme en achtergestelde, zwarte buurten van Chicago om he
gehouden met specificiteit v elk conflict. sociale leven in kaart te brengen.
Les: In historisch-vergelijkend onderzoek is een grondige studie 6. OZ naar verband gamen X agressie
van diverse cases noodzakelijk, niet alleen cases die met je
verwachtingen overeenkomen. Games w steeds realistischer: men is bezorgt over mogelijke neg
effecten van blootstelling aan geweld.
3. De wetenschappelijke aanpak —> kan onderzocht w door media-effectonderzoek.
Het waarheidsgehalte van ww’ inzichten wordt gemaximaliseerd door Maar: weinig consensus doordat het OZprobleem op veel
regels, procedures, waarden en normen. verschillende manieren methodologisch benaderd wordt.
bv. versch motieven, definities, veralgemeningen, vele
- Overtreding hiervan worden streng bestraft intermediaire variabelen, …
Bv. D. Stapel
- Maar ook geen vast proces dat automatisch - Als we daar geen gebruik van maken, spreken we eerder over…
tot absolute waarheden leidt: er moeten bij
bij elk OZ w keuze’s gemaakt w 1) Persoonlijke ervaringen —> Bv. Overgeneralisaties, selectieve
(bv oz’methodes, concepten, wijze v observaties, …
rapporteren,…).
2) Populaire media —> Bv. Combinaties van ww en fake News
- Deze bieden garantie dat foute uitspraken die
niet stroken met de werkelijkheid verworpen 3) Ideologische overtuigingen —> Bv. Religie, rassentheorieën,
kunnen worden. interpretatie v OZresultaten (zie
KlimaatOZ)
,4. Wat te verwachten van methodologie? Soorten theorieën:
- Onderscheid inzake het OBJECT waarover de theorieën gaan (bv
crimineel gedrag, eco handelen, … van mensen).
B1. Theoretische inzichten - Onderscheid inzake het NIVEAU waarop de uitspraken zich situeren.
1) Microniveau: Vkl’ing vh interpersoonlijke
2) Mesoniveau: ligt ertussen: Vkl’ing vd processen in bv organisatie
Dit vak gaat 2 bouwstenen 3) Macroniveau: Vkl’ing v ruime sociale systemen.
aanreiken:
Hiervoor:
Hiermee kan je nagaan of je
B2. Data/ gegevens over de - Versch instrumenten nodig
theoretische inzichten
werkelijkheid. - Data moeten volgens bep
overeenstemmen met de
regels verzameld w!
werkelijkheid
(Zie H6 en 7)
H2. Bouwstenen en soorten sociaalW onderzoek
Bij sociaalw’ oz produceren we geldige en betrouwbare kennis door theorie en empirie te combineren (= de empirische cyclus v
1. Bouwsteen 1: Theorie en empirie
Een theorie is een geheel van samenhangende Met empirie proberen we concepten te observeren in de
uitspraken/ proposities die een bepaald fenomeen werkelijkheid
verklaren/ beschrijven
Maar observeren brengt hele reeks uitdagingen mee:
Vb’en: Broken Windows T, Job demand-Control model (= (Zelfs in exacte w is observeren mogelijk: bv compton-
Legt uit welke jobkenmerken ertoe leiden dat werknemers effect)
gestresseerd zijn), …
- In sociale w nog moeilijker omdat we interesse
Een T bestaat uit 2 basisblokken en 5 kenmerken: hebben in dingen die niet rechtstreeks
observeerbaar zijn (bv attitudes)
1. Concepten 1. Uitspraken moeten logisch - Onze waarneming w gekleurd door onze verwachting
= Een label waarmee we versch consistent zijn (mogen elkaar niet en externe invloeden.
fenomenen categoriseren tegenspreken)
(bv criminaliteit of scholingsgraad)
(bv het steiler inschatten ve helling wnr je
2. Theorieën moeten spaarzaam vermoeid bent)
2. Proposities zijn (minder concepten = beter)
= De veronderstelde relatie tussen Daarom zijn er verschillende visies over observeren:
deze concepten 3. Uitspraken moeten - Sommigen vinden dat we zo objectief mogelijk moeten
(bv hoger diploma = minder crimi) verklaringskracht hebben
observeren adhv gestandaardiseerde procedures
= Positivistische traditie (Zie H3)
4. Uitspraken moeten
veralgemeenbaar zijn (in versch - Anderen vinden dat subjectiviteit van die observaties
contexten gebruiken) centraal moet staan.
= Constructivistische traditie (Zie H3)
5. Theorieën moeten empirisch
toetsbaar zijn (VFT-criteria) 2. Bouwsteen 2: de empirische cyclus van oz
JDC is hier goede illustratie van! (Zie p 36 HB)
De empirische cyclus bestaat uit 4 fasen:
1. We observeren
Ze moet meer dan 1 fenomeen beschrijven, maar hoe breed die 2. Op inductieve wijze bouwen we met de observaties
reikwijdte is, varieert van theorie tot theorie: een algemene theorie op
3. Op deductieve wijze leiden we hypotheses af die we
1. Formele theorie = verklaart sociaal fenomeen vanuit enkele kunnen toetsen aan de werkelijkheid
vormelijke basisprincipes (bv rational choice theory - mensen streven 4. We observeren opnieuw om de theorie te verbeteren
alleen na wat nuttig is). (VB: Semmelweis, HB p 41-42)
2. Grand theorie = verklaart sociale fenomenen vanuit 1 conceptueel
kader: de werkelijkheid w in een systeem gevisualiseerd (bv Theorie OBSERVATIE
Marx)
Maar: zo abstract dat het moeilijk empirisch getest kan worden! DEDUCTIE INDUCTIE
Daarom:
THEORIE
3. Middle range theory = bestaat uit reeks aannames waaruit je
hypotheses kan afleiden om erna empirisch te toetsen.
,3. Bouwsteen 3: Evaluatiecriteria voor w’ kennis: betrouwbaarheid, geldigheid en vakmanschap
De uitspraken die voortvloeien uit een wetenschappelijke methode (zoals de empirische cyclus van oz) zijn nog steeds niet waterdicht
en kunnen geplaagd worden door 2 soorten fouten die de betrouwbaarheid (toevallige fouten) of geldigheid (systematische fouten
ih gedrang brengen.
BETROUWBAARHEID: DE AFWEZIGHEID VAN TOEVALLIGE FOUTEN GELDIGHEID/ VALIDITEIT : DE AFWEZIGHEID VAN SYSTEMATISCHE FOUTEN
(error) (bias)
= fouten die geen regelmatig patroon hebben en bij herhaaldelijke meting = vertekening met een consistent patroon
geneutraliseerd worden. bv. Een verkeerde operationalisering
bv. Respondent die per ongelijk een verkeerde bolletje inkleurt bij een
survey door onoplettendheid. Er zijn 3 soorten geldigheid/ validiteit:
1) Meetgeldigheid
= Mate waarin je instrument meet wat je wil meten
2) Interne geldigheid
VAKMANSCHAP als 3e evaluatiecriteria = Mate waarin de relatie tussen concepten correct is voorgesteld (bv
er zijn geen schijnverbanden die de relatie beïnvloeden)
= De wetenschappelijke gemeenschap gaat als waken over de kwaliteit
van wat ze als wetenschappelijke kennis laten doorgaan door elkaar te 3) Externe geldigheid/ veralgemeenbaarheid
evalueren. = Mate waarin de resultaten representatief zijn voor een ruimere
populatie.
Dit gebeurt in peer reviews.
Empirische EG: Resultaten vd steekproef zijn representatief
voor de populatie.
Theoretische EG: Resultaten zijn ook representatief voor
populaties op een ander tijdstip, plaats, …
4. Soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek
Onderscheid obv het TOEPASSINGSGEBIED Onderscheid obv de ONDERZOEKSMETHODOLOGIE
Theoriegericht/ fundamenteel / Praktijkgericht/ toegepast onderzoek Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek
academisch onderzoek
= Is gericht op het oplossen van = Gebruik van numerieke gegevens = Gebruik van niet-numerieke
= Is gericht op de ontw van theorie. praktische/ MS problemen. gegevens
- Operationalisering van
- Doel: Kennisproductie - Doel: vragen voorzien van een theoretische concepten door ze - Data in verschillende vormen
- Doelpubliek: collega wetenschappers wetenschappelijk en empirisch een getalscore te geven. - Ook verschillende methodes van
- Nut: legt (onbedoeld) de basis voor onderbouwd antwoord dataverzameling
nieuwe denkwijzen en latere - Doelpubliek: beleidsmakers e.a. - Groot aantal respondenten - Vaak met kleiner aantal
praktische innovaties. - Methodes zoals Surrey s en exp respondenten
2 soorten - Bekomen data w statistisch - Gaat niet uit van de
Bv. Ontw van de atoombom bouwde 1) Evaluatieonderzoek geanalyseerd veronderstelling dat er een obj
verder op Einsteins relativiteitstheorie = gaat effectiviteit van sociale - Gaat uit vd veronderstelling dat er waarheid bestaat; probeert inzich
(= was theoriegericht oz). interventies na door een een obj waarheid bestaat. te krijgen in pers belevingen en
cyclus van 7 stappen te interpretaties.
doorlopen (zie VB (Hierbij doe je voornamelijk aan
Sesamstraat, HB P. 52) deductie) (Hierbij doe je voornamelijk aan
= goed voor hypotheses te testen. inductie)
2) Actiegericht onderzoek = goed voor theorievorming
= wil kennis verspreiden om
politieke actie te stimuleren. Daarom kan je je onderzoeksvraag best zowel via kwantitatieve al
kwalitatieve technieken benaderen (= Triangulatie)
H3. Filosofische achtergrond - Epistemologische beginselen
1. Positivisme en constructivisme POSITIVISME/ NATURALISME CONSTRUCTIVISME
Dit H onderzoekt wat we als wetenschap kunnen
- O: Realistisch - O: Nominalistisch
beschouwen = Werkelijkheid bestaat los van je = de ‘werkelijkheid bestaat niet, maa
(= wetenschapsfilosofisch debat) waarneming en we kunnen er universele afh van de waarnemer.
Want: we kunnen de onderzoekslogica beter begrijpen als wetmatigheden in vinden. Ras bv is een vlottende betekenaar die
we weten welke filosofische assumpties aan de Ras bv is gwn een objectieve observatie ve verandert naargelang de context.
verschil in huidskleur.
grondslag liggen. - E: Empirisch, maar pluralistisch. Er
- E: Empirisch, maar we kunnen de geen 1 realiteit, maar verschillende.
In dit debat zijn er versch visies over… werkelijkheid wel alleen objectief —> ‘Kennis is steeds ‘kennis in
- De aard vd werkelijkheid/ wat is: ontologische principes waarnemen. context , die kritisch
- Wat we van die werkelijkheid kunnen kennen: benaderd moet worden.
epistemologische principes - M: kwantitatieve methodes zoals
- Hoe we kennis kunnen verwerven: methodologische Surrey s en exp. - M: kwalitatieve methodes zoals
principes diepte int en participerende obs.
’ ’’ ’ ’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student1256. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.57. You're not tied to anything after your purchase.