100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting taalbeschouwing 2 werkcolleges 17-18 $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting taalbeschouwing 2 werkcolleges 17-18

 33 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak 'Nederlands: Taalbeschouwing 2' gedoceerd door Hanne Kloots. Academiejaar , semester 2. Universiteit Antwerpen - Departement 'Letteren en Wijsbegeerte' - Toegepaste Taalkunde - Vertalers & Tolken.

Preview 3 out of 19  pages

  • Unknown
  • November 4, 2019
  • 19
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Nederlands: Taalbeschouwing 2 – Werkcolleges
Deel I: Morfologie

- Gelede woorden door…
o Flexie/buiging (1e sem.): gram. noodzakelijke aanpassing
(flexiemorfeem/uitgang)
 Vervoeging/conjugatie: stam + uitgang
 Ww.: we schrijven
 Verbuiging/declinatie: stam + uitgang
 Zn.: paard – paarden / Peters laptop
 Bn.: mooie trui
 Lidwoord: de heer des huizes
 Vnw.: subjectsvorm – objectsvorm
 Interne flexie: klankverandering/ablaut
o Woordvorming (2e sem.): gram. niet-noodzakelijke aanpassing
 Zie verder
Woordvorming: samenstellingen en afleidingen

- Definitie: vorming van nieuwe woorden
- Drie types
o Afleiding/derivatie
 Grondwoord + affix/toevoegsel
 Affix = verzamelbegrip voor…
o Prefixen/voorvoegsels
o Suffixen/achtervoegsels
o Infixen
 Ingevoegd in grondwoord zelf
 Komt niet voor in modern Ndl.
o Circumfix (enkel in combinatie, bv. gebergte)
 Prefix + grondwoord: onvriendelijk
 Grondwoord + suffix: huisje
o Samenstelling/compositie
 Grondwoord + grondwoord: dierentuin
 Samenstellende samenstelling: tweepersoonsbed
 *tweepersoon + *persoonsbed
o Samenstellende afleiding
 Samenstelling die op zichzelf niet bestaat + suffix: driewieler
- Productieve procedés
o Op nieuwe woorden toepasbaar
o Niet telbaar + onbeperkt
o Vorming vrouwelijke persoonsnamen
 -e, -in, -ster (grondwoord meestal < ww. bij -ster)
o Vorming verkleinwoorden (diminutiefvorming)
 Allomorfie: vorm diminutiefsuffix wordt bepaald door
fonologische vorm v/h woord waaraan affix gehecht wordt;
hetzelfde morfeem kan verschillende vormen aannemen
 -je: na plosieven (plofklanken) + wrijfklanken (fricatieven) 
obstruenten
 Kopje, snuifje

1

,  -etje: na liquidae (vloeiklanken) + nasale klanken + woorden
met -ing met klemtoon; woorden op -ing waarbij de klemtoon
niet op de voorlaatste syllabe ligt
 Balletje, bommetje, ringetje
 -kje: woorden met -ing zonder klemtoon; woorden op -ing
waarbij de klemtoon op de voorlaatste syllabe ligt
 Woninkje
 -pje: na [m]
 Raampje
 -tje: vlak achter klinker of diftong + na dentalen (achter
klinker/diftong) + na liquidae (achter klinker/diftong)
 Eitje, strootje, traantje, haartje
 Soms twee vormen mogelijk
 Brugje – bruggetje
 Kipje – kippetje
o Vorming abstracta
 -heid: kern = adj. (vrijheid)
 -ing: kern = ww.-stam (bedoeling)
 -atie: kern = ww. op -eren (organisatie)
- Onproductieve procedés
o Niet toepasbaar op nieuwe woorden
o Telbaar + beperkt
o Vorming vrouwelijke persoonsnamen
 -egge (dievegge)
o Vorming verkleinwoorden (diminutiefvorming)
 Klinkerverandering
 Pad – paden – paadje
 -el = oorspr. diminutiefsuffix (kruimel)
o Vorming abstracta
 -nis: kern = adj./ww. (duisternis/ergernis)
 -st: kern = ww. (vangst)
Terminologische kwestie

- ‘Uitgang’ = gram. noodzakelijke aanpassing (vervoeging, verbuiging)
- ‘Suffix’ of ‘achtervoegsel’ = gram. niet-noodzakelijke aanpassing, enkel
betekenis grondwoord verandert
Theorievragen HB p.37-39
1. Bestaan er niet-gebonden suffixen?
a. Nee, bestaat niet. Suffixen zijn gebonden morfemen.
2. Ken je een niet-productief woordvormingssysteem?
a. Abstracta op -nis of -st, bv. duisternis of vangst
b. -el als diminutiefsuffix, bv. kruimel; trommel
c. -egge als suffix bij de vorming van vrouwelijke persoonsnamen, bv.
dievegge
d. Klankverandering bij diminutiefvorming, bv. schip – schepen –
scheepje
3. Is het morfeem -pje in boompje een uitgang of een achtervoegsel? Spreken
we m.a.w. v/e diminutiefsuffix of v/e diminutiefuitgang?


2

, a. Het morfeem -pje is een achtervoegsel. Het is geen gram.
noodzakelijke aanpassing. Het verandert enkel de betekenis van het
grondwoord (‘kleine boom’). Het is m.a.w. een diminutiefsuffix.
4. Verklaar het verschil tussen de volgende diminutieven: soldering >
solderinkje / zoldering > zolderingetje
a. Bij soldering ligt de klemtoon op de voorlaatste syllabe en voeg je
het suffix -kje toe bij diminutiefvorming
b. Bij zoldering ligt de klemtoon niet op de voorlaatste syllabe en voeg
je het suffix -etje bij diminutiefvorming
5. Is elk woord dat uit twee lettergrepen bestaat een geleed woord?
a. Nee, bv. arend (twee syllaben, maar morfologisch één geheel).
Kruimel heeft historisch gezien wel twee morfemen (-el als
diminutiefsuffix), maar in het hedendaags Nederlands zien we het
morfologisch als één geheel.
Deel II: spelling
Samenstellingen en afleidingen
Algemene regel = aan elkaar: bijzondere gevallen

- Algemene regel: waxinelichthouder, bospaddenstoelensaus,
zeventienjarigen, Mexicaansegriepdode, langeafstandloper,
middellangeafstandsraket
o Aan elkaar schrijven, tenzij leesbaarheid vermoeilijkt wordt (dan
gebruiken we een woordteken)
- Afleiding werkwoordelijke uitdrukking (meestal -ing)
o Aaneengeschreven, uitdrukking zelf losse woorden
(inbeschuldigingstelling, totstandkoming vs. in beschuldiging stellen,
tot stand komen)
- Afleiding met voorvoegsel Latijnse/Griekse herkomst: re-interpretatie, pre-
industrieel, coauteur, co-editie, anticonceptie, anti-Amerikaans, vicevoorzitter,
pseudoklassiek, locoburgemeester, semiautomatisch, semi-empirisch
o Aaneen, tenzij er botsende klinkers zijn
 Botsende klinkers: laatste klinkerteken v/h voorvoegsel en het
eerste klinkerteken v/h grondwoord verkeerd zouden gelezen
kunnen worden als één klank of tweeklank. In een bepaald
woord moeten ze apart uitgesproken worden, maar in andere
woorden kunnen ze één klinker of tweeklank voorstellen. p.28
syllabus
 Koppelteken na non, no en ex
- Vnw. bw.
o Er/daar/waar/hier + vz. (op, om, naar, aan…)  betekent vz. +
het/dat/dit/wat
o Aan elkaar schrijven
 Met (n)ergens of overal niet aaneen
o ! Verschil tussen vnw. bw. en verbindingen !
 Vnw. bw.: Wie heeft ermee gewerkt?  Wie heeft er met
zoiets gewerkt?
 Verbinding: Wie heeft er meegewerkt?  Wie heeft
meegewerkt?
- Samengestelde ww.: inrijden

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studywithme789. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81
  • (0)
Add to cart
Added