- ¾ MC: géén giscorrectie, meerdere correct soms
- ¼ kleine open vragen (iets invullen)
- Geen merknamen kennen:
Één geneesmiddel met kenmerken, maar niet merknamen, een of twee
vertegenwoordigers
Als moleculen wel apart worden besproken dan wel kennen (anti- epileptica).
- Geen dosissen of specialiteitsnamen kennen.
- Bij de verschillende pathologieën kunnen inschatten hoe de problemen ontstaan (cf.
neurobiologie aandoening -> geneesmiddelen proberen symptomen te onderdrukken)
- Examen: zowel vragen over de basis, medicijnen, effecten, neveneffecten
Overzicht cursus
• Inleidende begrippen
• Antidepressiva
• Antipsychotica
• Hypnotica
• Anxiolytica
• Stemmingsstabilisatoren
• Antiepileptica
• Anti-Alzheimermiddelen
• Aan middelen gebonden stoornissen & hun behandeling
1
, • Geneesmiddelen gebruikt bij ADHD
• Geneesmiddelen gebruikt bij persoonlijkheidsstoornissen
• Geneesmiddelen gebruikt bij eetstoornissen
• De bespreking van het werkingsmechanisme is essentieel om de gewenste en ongewenste
effecten van de psychofarmaca te begrijpen. Verder bespreken we de indicaties, richtlijnen
voor gebruik en meest frequente bijwerkingen.
• Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie www.bcfi.be
Medicatie slaagt bij 7/10 mensen goed aan, maar er kunnen dus patiënten zijn waarbij dit niet optimaal
is. Dit kan zijn dat de dosis nog opgedreven moet worden (bv. omdat sommige personen sneller het
medicament gaan uitscheiden dan andere, verschil in metabolisatie). Voor andere patiënten kan het zijn
waar het geneesmiddel dat wordt voorgeschreven niet de goede keuze blijkt. Dan moet je zoeken naar
een alternatief, je moet dan soms iets nemen dat een andere werking heeft (dus niet iets gelijkaardigs)
omdat je zo op een andere manier probeert. Het kan ook zijn dat bij bepaalde patiënten de therapie niet
werk (bv. zware depressie, zware psychose). Refractaire patiënten = patiënten die niet reageren,
waarbij het niet werkt.
Examen:
Meest voor de hand liggende neveneffecten (degene die je kan begrijpen)
- Amfetamines: verhoogde bloeddruk
- Neveneffecten van dopaminerge
- 3 neveneffecten kunnen opsommen
Molecule en aangrijpingspunten herkennen: wat is medicatie? Wat kan je verwachten?
- Afbeelding: wat zijn de neveneffecten
Werkingsmechanisme
Probleem van ziekte, hoe ziekte moduleren, belangrijke effecten en neveneffecten,
aangrijpingspunten
niet: interacties
Middelen bij persoonlijkheidsstoornissen (lezen), maar niet kennen!
Voor alle PHstoornissen zijn SSRI’s eerstekeus
+ addtioneel
- Kalmerend: benzodiazepines
- Antipsychotica
2
,Inleiding deel 1: anatomie en functie van de hersenen
De ontwikkeling van de hersenen. De grote hersenen gaan snel gevormd worden uit het voorste stukje.
Die grote hersenen wat ons mens maakt, dat is maar een stuk van de hersenen. Daarbinnen heb je
zaken die uitlopen naar de medula en de spinal cord.
- Voor-midden-achterhersenen
- Voorste stuk ontwikkelt zich tot goed ontwikkelde cerebrale cortex: onderscheid met dieren.
- Centrale ZS: hersenen + ruggenmerg
- Perifere ZS: Ortho- en parasympathische ZS
- Neveneffecten kunnen zich uiten ten hoogte van organen in het lichaam, door hersenen én
perifere ZS
L: al een anatomische onderverdeling in voorhersenen, midden. R: verder in de embryonale ontw:
forebrain ontwikkelt zich tot de cerebrale cortex.
NA: in hersenen; adrenaline + noradrenaline in periferie. Als je bepaalde psychofarmaca neemt die op
je hersenen inwerken, dan kunnen er ook effecten zijn op de periferie.
3
, 1. Cerebrum (grote hersenen)
- Frontaalkwab: belangrijk deel van de hersenen
o Onderscheid qua intellectuele
vermogens
o Prefrontale kwab: bv depressie
- Pariëtaalkwab
- Temporaalkwab
o Bv gehoor
- Occipitaalkwab
o Bv visuele centra
Waarom kunnen we als mensen meer? (complexe cortex)
De oorzaak van het feit dat de mens zich qua intellectuele vermogens onderscheidt van andere
diersoorten is door een grote totale oppervlakte van de grote hersenen van de mens, onder andere
door de sulci (instulpingen) en gyri (windingen), bijvoorbeeld sulcus centralis & sulcus lateralis (groeve
van Sylvius).
De grote hersenen: onze evolutie staat verder, dit komt omdat onze totale oppervlakte van de cortex
heel groot is. Als je die zou uitleggen is dat een enorme oppervlakte. Hierdoor hebben we een
mogelijkheid tot intellectuele vermogens die andere diersoorten niet hebben. We kunnen die cortex
opdelen in 4 delen
1. Frontale kwam met prefrontale gedeelte = belangrijk in deze lessen
2. Dan hebben we opzij de temporale kwab (gehoor en stabiliteit)
3. De pariatale kwab (sensorische input)
4. Occipitale kwab: dan heb je cerebellum (kleine hersenen). In de vorige slide is dit het paarse
gedeelte.
Mens: intellectuele vermogens en grote cortexoppervlakte <-> dieren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BMostmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.