Uitgebreide economie samenvatting over het boekje 'Welvaart' van LWEO. In de samenvatting komen onderwerpen langs zoals het BBP, economische vergelijkingen, arbeid, beroepsbevolking, brede welvaart, de arbeid inkomensquote en het groene BBP.
bbp (bruto binnenlands product) = De waarde van de productie/verdiende
inkomen van een land in een jaar.
Welvaart →de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Als er meer wordt geproduceerd voor dezelfde prijs neemt de welvaart toe →er zijn
meer geproduceerde goederen, dus er kan in meer behoeften worden
voorzien→reële groei
Economische groei is de groei van het reële bbp.
Reële bbp →Groei van het nominale bbp gecorrigeerd door
prijsveranderingen.
Ontwikkeling algemeen prijspeil per jaar in NL →prijsindexcijfer /
consumentenprijsindex (CPI)
Inflatie →Percentage waarmee het algemeen prijspeil jaarlijks stijgt.
Reëel indexcijfer = nominaal indexcijfer : prijsindexcijfer x 100
→RIC = NIC:PIC x 100
Productiefactoren:
- Arbeid
● De inzet van iedereen die werkt.
● Arbeidsinkomen →Het loon van werknemers de winst van
zelfstandigen.
- Kapitaal
● Dingen zoals geldkapitaal, machines en gebouwen, ondernemerschap
(en natuur?)
● Inkomen uit kapitaal →Rente, pacht, huur, winst (dividend op
aandelen)
Primaire inkomens = beloningen voor productiefactoren
Diensten van derden →ingekochte diensten
Onderlinge leveringen = leveringen van bedrijven aan elkaar.
,Produceren is het toevoegen van waarde.
Productiewaarde van een bedrijf meten→Objectieve & subjectieve methode
Subjectieve methode →Productie(waarde) = som van de primaire inkomens
+ afschrijvingen
Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van de (oer)producent naar de
consument.
Schakel in de bedrijfskolom (bedrijfstak)→bedrijven die dezelfde soort productie
verrichten.
Tussen deze bedrijfstakken vind je markten.
De totale productie van de bedrijven in een bedrijfskolom bereken je door de
toegevoegde waarde van alle (aparte) bedrijven bij elkaar op te tellen.
Commerciële bedrijven →particuliere bedrijven die hun producten afzetten
op de en een prijs vragen.
Niet commerciële instellingen →dingen zoals de overheid, ziekenhuizen,
verzorgingstehuizen etc. Zij leveren hun producten niet via de markt en er
wordt voor deze producten ook geen marktconforme prijs gevraagd.
Er zijn geen omzetgegevens bekend van niet commerciële instellingen.
Productiewaarde overheid en niet commerciële instellingen berekenen
→loonsom van alle werknemers (leraren, ambtenaren etc.)
Categoriale inkomensverdeling = verdeling van het nationaal inkomen tussen
arbeid en kapitaal.
, Arbeidsinkomen →loon van werknemers en inkomen van zzp'ers
Kapitaal inkomen →beloning voor het beschikbaar stellen van kapitaal, dit
bestaat uit huur, pacht, rente en winst uit dividend.
Arbeidsinkomensquote (AIQ) laat zien hoeveel procent van het nationaal inkomen
wordt verdiend met arbeid.
Arbeidsinkomensquote (AIQ) = arbeidsinkomen : nationaal inkomen x 100%
Formule is hetzelfde voor kapitaalinkomensquote (KIQ).
KIQ en AIQ is samen 100%
Hoge AIQ →bedrijfstak gebruikt veel arbeid →relatief arbeidsintensief
Lage AIQ →bedrijfstak gebruikt 'weinig' arbeid →relatief kapitaalintensief
AIQ wordt vaak gekoppeld aan loonontwikkeling.
→AIQ daalt als het loon achterblijft bij de ontwikkeling van de
arbeidsproductiviteit
→loonkosten per product dalen →meer inkomen voor kapitaalbezitters →
AIQ daalt
Lonen zijn vaak niet flexibel doordat men te maken heeft contracten en cao's.
Korte termijn: meer aankopen van goederen/diensten →meer winst →lagere
AIQ
Lange termijn : meer aankopen van goederen/diensten →meer winst →lonen
maken inhaalslag→toename AIQ
Hoge AIQ betekent een lage KIQ.
Een hoge AIQ kan wijzen op lagere winstmarges, waardoor er minder investeringen
zijn.
Oorzaken dalende AIQ in OESO-landen sinds jaren 80:
- Flexibele schil
● Bedrijven vervangen steeds vaker vaste arbeidscontracten door
flexibele arbeidscontracten. Dit remt de loonontwikkeling omdat
flexibele werknemers een zwakke onderhandelingspositie hebben.
- Stijging kwaliteit van kapitaal goederen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller idenbesten9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.