Dit is een proeftentamen met vragen en antwoorden over het vak Inleiding bedrijfskunde van het boek Bedrijfskunde Integraal Hoofdstuk 1 tot en met 8. Oefen dit proeftentamen goed voor het behalen van goede resultaten.
Let op: het echte tentamen bestaat uit 40 vragen, de verdeling van de vragen
over de hoofdstukken is niet evenredig en hoeft dat bij het tentamen ook niet te
zijn.
1. Wat is een voorbeeld van een primaire functie?
a. Het inkopen van printerpapier bij een koekjesfabriek
b. Het verzamelen van papierafval bij een webdesign bureau
c. Het produceren van printers in een printerfabriek
d. Het bouwen van een website bij een bouwbedrijf
2. Stelling I: De toegevoegde waarde van producenten is hoger dan die van
dienstverleners.
Stelling II: Productiebedrijven kunnen zowel fysieke als niet fysieke waarde
toevoegen in het productie proces.
a. Beide stellingen zijn juist.
b. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
c. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
d. Beide stellingen zijn onjuist
3. Stelling I: Datgene waar het in een bedrijf om gaat noemt de bedrijfskunde de
kernactiviteiten van een bedrijf
Stelling II: De kernactiviteit van een bedrijf, ook wel core competence
genoemd, is hetzelfde als het primaire proces
a. Beide stellingen zijn juist.
b. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
c. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
d. Beide stellingen zijn onjuist
4. Wat is een productiegrondvorm?
a. Proces- of continuproductie
b. Stukproductie
c. Massaproductie
d. Alle drie zijn productietypologieën
1
, 5. Welke uitspraak over productiegrondvormen is juist?
a. Stukproductie komt voor bij fabrieken waar de twee stromen niks met elkaar te
maken hebben en langs elkaar heen worden geproduceerd.
b. Stukproductie komt voor bij bedrijven die unieke producten maken die uit veel
verschillende producten zijn samengesteld. Dit kan bijvoorbeeld de productie
van een booreiland zijn.
c. Stukproductie komt voor bij bedrijven die maar één processtroom hebben,
zoals de productie van papier.
d. Stukproductie komt vaak voor in de grondstoffen- en procesindustrie waar van
een enkel product meerdere producten geproduceerd worden.
6. Een belangrijk onderdeel van het productieproces is het klantenorder-
ontkoppelpunt, ook wel KOOP genoemd. Wat wordt er met KOOP bedoeld?
a. Het punt in het productieproces vanaf waar het proces wordt bestuurd door
collectieve orders.
b. Geen van de antwoorden is juist.
c. Het punt in het productieproces vanaf waar het proces wordt bestuurd door
individuele orders.
d. Die plek in het productieproces vanaf waar het product in theorie verkocht zou
kunnen worden.
7. De volgende vraag gaat over JIT (Just-in-Time). Welke uitspraak is juist?
a. JIT zorgt voor een verhoging van de buffervoorraad
b. JIT vindt alleen plaats bij massaproductiebedrijven.
c. Het idee van JIT is dat inkoop en productie afgestemd worden zodat er
nauwelijks voorraden zijn.
d. Een groot nadeel van JIT is dat de speculatieve voorraad hoog moet zijn.
8. Een lijnorganisatie heeft betrekking op:
a. De manier waarop processen van input, transformatie en output worden
geschakeld;
b. de verschillende niveaus die je in een organisatie kunt onderscheiden en de
taken en verantwoordelijkheden die bij elk niveau horen;
c. de manier waarop verschillende ondersteunende dienstenzijn
samengebundeld en de manier waarop ze zijn ondergebracht in het bedrijf
d. de dienstverlening van de organisatie en de stiptheid waarmee die wordt
verleend.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studie4life. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.