Dit is een samenvatting van deel 2 van het boek Ontwikkelingspsychologie geschreven door Robert S. Feldman. Deze samenvatting bevat hoofdstuk 5 t/m 7 van het boek. Per paragraaf is het samengevat en aan het einde van elk hoofdstuk is nog een begrippenlijst te vinden voor een goed en duidelijk overz...
-----------------------------------------------------------------------------------------------
De babytijd
Deel 2
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 5: De fysieke ontwikkeling in de babytijd...........................................................................1
Paragraaf 5.1 Groei en ontwikkeling ...................................................................................................1
Paragraaf 5.2 De motorische ontwikkeling .........................................................................................3
Paragraaf 5.3 De ontwikkeling van de zintuigen .................................................................................6
Belangrijke begrippen hoofdstuk 5: ................................................................................................7
HOOFDSTUK 6: De cognitieve ontwikkeling in de babytijd .....................................................................9
Paragraaf 6.1 Cognitieve ontwikkeling volgens Piaget ........................................................................9
Paragraaf 6.2 De informatieverwerkingstheorie van cognitieve ontwikkeling .................................10
Paragraaf 6.3 De wortels van onze taal .............................................................................................12
Belangrijke begrippen hoofdstuk 6: ..............................................................................................13
HOOFDSTUK 7: De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de
babytijd ..................................................................................................................................................16
Paragraaf 7.1 De basis van sociaal gedrag .........................................................................................16
Paragraaf 7.2 Relaties aangaan .........................................................................................................17
Paragraaf 7.3 Verschillen tussen baby’s ............................................................................................19
Belangrijke begrippen hoofdstuk 7: ..............................................................................................21
HOOFDSTUK 5: De fysieke ontwikkeling in de babytijd
Paragraaf 5.1 Groei en ontwikkeling
Vier principes van groei:
1. Cefalocaudale principe
- Gaat over de richting van de groei
- Volgens dit principe volgt groei een patroon dat begint met het hoofd daarna de bovenste
lichaamsdelen en zich daarna uitstrekt naar de rest van het lichaam
- Cefalocaudaal -> betekent ‘van hoofd tot staart’
- Vandaar eerder kunnen kijken dan kunnen lopen
2. Proximodistale principe
- Voltrekt onze ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons lichaam naar buiten toe
- Eerst romp, dan armen en benen, dan vingers en tenen
- Binnen naar buiten
- Proximaal -> binnenste van je lijf (schouders, romp)
- Distaal -> uiteinde van het lijf (vingers, tenen)
3. Principe van hiërarchische integratie
- Ontwikkelen eenvoudige vaardigheden zich doorgaans afzonderlijk en onafhankelijk van
elkaar
- Later worden deze vaardigheden geïntegreerd in complexere vaardigheden, bijv. Iets
kunnen grijpen
- Handbewegingen -> iets vastgrijpen
,4. Principe van de onafhankelijkheid van systemen
- Niet alles loopt tegelijk, maar groeisystemen kunnen ook los van elkaar ontwikkelen, ieder
op zijn eigen tempo
- Geeft aan dat verschillende lichaamssystemen een verschillend groeitempo kennen
Verschillende lichaamsdelen kennen een verschillend groeitempo, tempo en timing groei ene
onderdeel is onafhankelijk van groei andere onderdelen
Zenuwstelsel= hersenen en zenuwen,
Neuronen zijn de basisscellen van een zenuwstelsel.
- Net als de andere cellen in ons lichaam hebben neuronen een cellichaam dat een nucleus of
celkern bevat.
- Neuronen hebben één vermogen dat ze onderscheidt van andere cellen: ze kunnen met
andere cellen communiceren.
- Hiervoor hebben ze dendrieten -> aan één uiteinde een cluster van vertakkingen.
- Aan de andere kant hebben neuronen een lang uiteinde (axon).
- Bij geboorte 200.000.000 neuronen
- Steeds meer verbindingen tijdens de eerste 2 jaar
- Netwerk wordt complexer
- Er zijn te veel neuronen
- Neuronen die onnodig zijn of niet gebruikt worden, sterven af
- Neuronen raken elkaar niet, maar communiceren met andere neuronen via chemische
boodschappers (neurotransmitters).
- Neurotransmitters reizen door de minuscule ruimten tussen neuronen (synapsen).
Snoeien van synapsen: afstervende synapsen. Dit gebeurt doordat ervaringen die de baby opdoet
bepaalde zenuwverbindingen niet stimuleert. Zo worden de ongebruikte neuronen geëlimineerd en
sterven ze af.
Na de geboorte blijven neuronen toenemen. Ze krijgen steeds meer dendrieten en hun axonen
worden bedekt met myeline -> een vettige substantie die, net als de isolatie om een
elektriciteitsdraad, bescherming biedt en de overdracht van zenuwsignalen versnelt -> hierdoor
maken de hersenen een indrukwekkende groei door
Sommige neuronen verplaatsen zich naar de hersenschors -> de bovenste laag van de hersenen
- Auditieve hersenschors: groeispurt betrokken bij het gehoor van synapsen en myelinisering
- Visuele hersenschors: groeispurt betrokken bij het zicht van synapsen en myelinisering
↑ Dit gebeurt na drie à vier maanden.
De schedel beschermt de hersenen, maar hersenen zijn de hoogst gevoelig voor bepaalde typen
letsel. Zeer ernstig letsel is te zien bij baby’s die lijden aan het shakenbabysydroom.
Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of een fysieke structuur
veranderbaar is, vooral als gevolg van ervaringen is een belangrijk kenmerk van de hersenen. Zonder
plasticiteit is het onmogelijk om opgedane kennis op te slaan. Eerste paar levensjaren is de
plasticiteit het grootst, want veel gebieden van de hersenen zijn nog niet voor specifieke taken
ontwikkeld.
- Ontwikkeling hersenen grotendeels genetisch bepaald
- Maar: ook zeer gevoelig voor omgevingsinvloeden
- Prikkelarme omgeving: andere hersenstructuur en lager gewicht hersenen
- Wat helpt voor goede groei: knuffelen, praten, spelen
, Een gevoelige peridode is een specifieke, afgebakende tijd, meestal vroeg in het leven, waarin een
organisme het gevoeligst is voor de omgevingsinvloeden die betrekking hebben op een bepaald
facet van de ontwikkeling. Kan verband houden met de ontwikkeling van specifieke delen van de
zintuigen. Kritieke periode -> als het kind blijvend kan stagneren in de ontwikkeling van bepaalde
capaciteiten als het niet wordt blootgesteld aan bepaalde omgevingsstimulansen.
Een baby ontwikkelt verschillende lichaamsritmen: zich herhalende, cyclische gedragspatronen.
Sommige ritmen zijn direct zichtbaar. Ook heeft een baby verschillende stadia van waken, zoals
waken, alertheid en huilen. Hierin wordt de gedragstoestand van een baby duidelijk: de mate waarin
hij zich bewust is van zowel interne als externe stimulatie.
Rapid eye movement-slaap (REM-slaap) is een periode tijdens de slaap die oudere kinderen en
volwassenen doormaken en die geassocieerd wordt met dromen. Functie REM-slaap -> activering
hersenen (groei); autostimulatie (zenuwstelsel)
- Sommige onderzoekers denken dat het een manier is voor de hersenen om zichzelf te
stimuleren -> autostimulatie -> een manier waarmee hersenen zichzelf stimuleren.
Wiegendood, ook bekend als sudden infant death syndrome (SIDS) is een syndroom waarbij
ogenschijnlijk gezonde kinderen in hun slaap sterven. Ze sterven een rustige dood, doordat ze
ophouden met ademhalen.
- Wiegendood maakt uit van een bredere categorie: Sudden unexpected infant death (SUID) ->
plotselinge onverwachte kindersterfte: de dood van een kind jonger dan 1 jaar zonder direct
duidelijke oorzaak
Paragraaf 5.2 De motorische ontwikkeling
Reflexen zijn niet-aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige responsen die automatisch optreden in
de aanwezigheid van bepaalde stimuli.
- Aangeboren, evolutionair zinvolle reflexen
Hieronder fundamentele reflexen bij baby’s:
- Helpen baby’s zich aan te passen aan nieuwe omgeving
Reflexen die bij de geboorte aanwezig zijn, zijn grotendeels tegelijk en verdwijnen weer na ongeveer
6 maanden. De afwezigheid van bepaalde reflexen is op een gegeven moment juist een teken van
een gezonde neurologische ontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amyquak06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.