1.1 Inleiding
Cultuur is een lastig te definiëren begrip. Er zijn landenculturen, bedrijfsculturen
en subculturen in een samenleving.
1.2 Cultuur is van een groep
Cultuur heeft altijd betrekking op een groep mensen. En die groep kan steeds
een andere zijn: mensen zijn onderdeel van diverse groepen die allemaal hun
eigen cultuur hebben. Behalve dat je je identificeert met een land, hoor je als
individu bij allerlei culturele groepen. Dit worden subculturen genoemd.
Sommige subculturen kunnen waarden die onderling niet goed samengaan. Dit
kan tot problemen leiden bij de mensen die hiermee te maken hebben.
Bijvoorbeeld geadopteerde donkere Afrikaanse kinderen die in Noord-Europa
opgroeien. De buitenwereld communiceert vaak met hen op basis van hun
uiterlijk of hun etnische achtergrond. Dit kan tot een identiteitscrisis leiden: tot
welke cultuur behoor ik?
Je zou cultuur kunnen definiëren als datgene wat de leden van een groep
onderscheidt van de leden van andere groepen. Het is belangrijk te beseffen dat
een persoonlijke, culturele identiteit altijd bij een groep hoort en ook van die
groep afkomstig is.
1.3 Cultuur is aangeleerd
Cultuur is aangeleerd. Het zit niet in de genen die we van onze ouders hebben
gekregen. Alle mensen voelen dezelfde dingen zoals blijdschap en woede. Maar
hoe mensen deze gevoelens laten zien en hoe ze worden geuit, verschilt per
cultuur. Emoties zijn duidelijk zichtbaar bij Noord-Europeanen: duidelijkheid en de
waarheid. Als iemand ‘boos speelt’, voelt de ander zich opgelicht: de getoonde
emotie was niet de ware emotie. Een Aziaat gaat heel anders om met boosheid
dan een Nederlander. Alle mensen van alle culturen tonen emoties. Hoe met
deze emoties worden omgegaan en hoe ze worden getoond, is aangeleerd
gedrag.
Het aanleren van cultuur gebeurt in eerste instantie in de opvoeding. In tweede
instantie leren mensen cultuur door socialisatie. Door omgang met anderen, op
de kleuterschool, in de omgang met vrienden, op het werk etc. Hoe mensen zich
uiten, alles wat ze doen, communiceren en denken, welke mening ze hebben: dat
geheel noemt Geert Hofstede ‘culturele programmering’. Hij schetst de
analogie van een computer waarin cultuur als het ware het ‘operating system’ is
van de hersenen. Deze ‘software of the mind’ zorgt ervoor dat mensen zich
gedragen volgens de normen van de culturele groepen waarin ze leven.
- Voorbeeld telefoon = alle telefoons doen in principe hetzelfde
o Dit kun je vergelijken met de universele, menselijke natuur waarin
alle mensen gelijk zijn: ze eten bijvoorbeeld allemaal als ze honger
hebben, ze willen allemaal aardig gevonden worden etc.
Alle telefoons doen hetzelfde, maar toch hebben ze niet allemaal hetzelfde
besturingssysteem
o Mensen doen hetzelfde, maar de manier waarop ze dat doen ziet er
anders uit
,1.4 Cultuur is relatief
De dynamiek van cultuur zit hem erin dat iedereen altijd tot meerdere groepen
behoort. Sommige groepen maken deel uit van een groter geheel. Waarmee je je
identificeert hang maar net af van de relatieve positie ten opzichte van de
groep die je inneemt. Ongemerkt is iedereen steeds bezig met zich af te vragen
hoe hij zich volgens zijn culturele normen moet gedragen ten opzichte van de
ander.
In de confrontatie met een andere cultuur verdwijnen de onderlinge culturele
verschillen naar de achtergrond en komt het culturele verschil met de andere
cultuur naar voren, waardoor de culturele dynamiek verandert. Cultuur is
afhankelijk van de rol en positie die iemand inneemt.
1.5 Cultuur is betekenisgeving
Door middel van hun cultuur zijn mensen in staat om betekenis te geven aan de
wereld om hen heen. ‘Cultuur’ dat is de verzameling van afspraken die
stilzwijgend gemaakt is over hoe mensen hun wereld zien. De geheime afspraak
is dat wanneer je beleefd wilt zijn, je de vraag indirect stelt in plaats van direct.
Veel afspraken zijn je aangeleerd tijdens je vroegste jeugd: je ouders, school,
oftewel de hele maatschappij om je heen heeft je deze zaken geleerd
(socialisatie). Al deze dingen samen vormen in je hoofd een enorme verzameling
van informatie over wat de dingen in de wereld om je heen betekenen. Deze
verzameling van informatie in je hoofd noemen we je referentiekader.
Je hersenen hebben slechts minieme informatie nodig om vanuit jouw
referentiekader (je cultuur) betekenis te kunnen geven aan de wereld om je
heen. Voor simpele zaken zoals voorwerpen en producten levert dit weinig
problemen op.
- Voorbeeld = wat in de ene cultuur een zakelijke begroeting is, kan in de
andere cultuur heel anders begrepen worden. Iemand een hand geven is
niet overal hetzelfde.
In andere culturen kunnen zaken een compleet andere betekenis hebben omdat
mensen uit die andere cultuur een ander referentiekader hebben.
1.6 Betekenisgeving door context
Wanneer er essentiële informatie ontbreekt om betekenis aan iets te geven, kan
de context helpen betekenis te geven. De context is de omgeving waarin iets
zich bevindt. Voorwerpen, maar ook woorden, non-verbale communicatie en een
kledingstuk, kortom veel zaken krijgen hun betekenis, of een andere betekenis,
door hun omgeving of context. Wanneer mensen iets gezien hebben, dan
refereren ze dit aan de dingen die zijn opgeslagen in hun geheugen. In het kader
van cultuur kan dit geheugen gezien worden als een soort ladekast waarin
observaties en ervaringen uit het verleden een plaats krijgen. Dit wordt het
kader genoemd. Wanneer mensen iets zien, refereren ze aan het cultureel
bepaalde kader om te bepalen wat het is en wat de betekenis daarvan is. De
betekenis die je aan iets geeft, hangt dus sterk af van de context waarin een
voorwerp of product zich bevindt.
,De betekenis van voorwerpen, producten, gedrag, rituelen en tradities
is afhankelijk van de context.
1.7 Cultuur is een comfortzone
Je eigen cultuur geeft een gevoel van zekerheid, het geeft betekenis aan de
onbekende wereld om je heen. Cultuur is als een soort bril waarmee je naar de
wereld kijkt culturele bril. Alles wat je ziet, vertaal je via je culturele bril. Je
neemt je eigen cultuur als norm om daar betekenis aan te geven. Tegenover het
gevoel van zekerheid, de comfortzone, staat een gevoel van onbehagen.
Wanneer mensen worden geconfronteerd met een andere cultuur, geeft dat
meestal een oncomfortabel gevoel. Mensen kunnen zich aangevallen of beledigd
voelen en laten dan een afkeurende en boze reactie zien.
Wat is normaal? Jouw idee van normaal of mijn idee van normaal? Gezond
verstand is voor elke cultuur anders. Wanneer je te maken hebt met
verschillende culturen, is het slim om je gezonde verstand even te parkeren. Ook
dat wat jij normaal vindt, kun je maar beter even loslaten tijdens interculturele
communicatie.
In de communicatie tussen mensen van verschillende culturen werkt je gezond
verstand juist tegen je. In interculturele communicatie is het beter om te
wachten met het interpreteren van de ander tot je meer over zijn of haar cultuur
weet. De comfortzone heeft te maken met waarden en overtuigingen: wat jij
gelooft dat ‘waar’ is, wat ‘hoort’ en ‘wat kan wel en wat kan niet’. De
comfortzone bestaat uit jouw vertrouwde dagelijkse dingen, patronen en
routines. De culturele comfortzone geeft houvast aan een chaotische wereld en
dat is noodzakelijk.
1.8 Buiten de comfortzone: zo hoort het niet
Ook al groei je op in een omgeving met twee culturen, de cultuur van het land
waarin je opgroeit en naar school gaat, is jouw geprogrammeerde cultuur. Dat
wat iedereen normaal vindt, dat vindt je ook comfortabel. Wanneer in het contact
met anderen een oncomfortabel gevoel de kop opsteekt, is dat een aanwijzing
dat je je buiten je comfortzone begeeft en dat je misschien te maken hebt met
mensen die er andere waarden en overtuigingen op na houden over ‘hoe het
hoort’.
Hoofdstuk 2; Waar komt cultuur vandaan?
2.1 Inleiding
Cultuur is niet zomaar uit het niets ontstaan. Samenlevingen en de culturen die
daarbij horen zijn langzaam gegroeid, continu veranderd met de tijd. De veelheid
aan culturen is ontstaan uit universele dilemma’s. Dit zijn problemen waar elke
groep mensen mee geconfronteerd werd en waar een manier gevonden moest
worden om ermee om te gaan.
2.2 Universele dilemma’s en basisaannames
Als mensen dezelfde taal spreken, bijvoorbeeld Engels, is dat nog geen garantie
dat ze elkaar ook verstaan. Om elkaar echt te begrijpen is meer nodig: de
bereidheid om jezelf in de ander en in zijn/haar cultuur te verdiepen. Er is een
wetenschappelijke verklaring voor hoe de menselijke cultuur ontstaan is en hoe
het komst dat er zo veel verschillende culturen zijn in de wereld. De gangbare
consensus is dat de eerste culturen ontstaan zijn doordat mensen door de
eeuwen heen tal van problemen hebben moeten zien op te lossen. Deze
problemen waren voor alle groepen mensen gelijk, alleen kwamen mensen tot
, verschillende oplossingen en manieren om ermee om te gaan. deze problemen
worden universele dilemma’s genoemd. Voorbeelden universele dilemma’s:
- Hoe ga je om met tijd?
o Welke culturen gaan strikt om met tijd en welke culturen gaan er
meer flexibel mee om? Dit zijn twee mogelijkheden bij de vraag.
- Hoe ga je om met de ervaring dat er verschillen zijn tussen man en vrouw?
o In de huidige Nederlandse cultuur zijn mannen en vrouwen
gelijkwaardig. Dit wordt in Nederland gezien als een belangrijke
basisaanname.
Feminiene landen zijn landen waar de rollen tussen mannen
en vrouwen in elkaar over lopen en masculiene landen zijn
landen waar de rollen strikt gescheiden zijn.
De gekozen oplossingen voor de universele problemen zijn voor de betreffende
cultuur uiteindelijk basisaannames. Een basisaanname is wat de mensen in een
cultuur geloven dat ‘waar’ is. het is een belangrijke onderliggende waarde voor
een cultuur.
2.3 De evolutie van culturen
Groepen mensen doen aannames over wat ‘waar’ is (basisaannames) om op die
manier om te kunnen gaan met een universeel dilemma. Hoe kan het dat niet
alle groepen dan voor dezelfde aanname hebben gekozen? Het antwoord op deze
vraag ligt in de geschiedenis en de evolutie van de mens.
De huidige wetenschappelijke consensus is dat de moderne mens uit Afrika komt.
Jaren geleden vertrok een grote groep van deze homo sapiens uit Afrika en
verspreidde zich over de wereld. Elk stukje werelddeel presenteerde unieke
omstandigheden waardoor elke groep zich genoodzaakt zal om steeds weer
andere keuzes te maken uit de beschikbare opties. Om uit te leggen hoe culturen
ontstaan zijn, of evolueren, wordt kort toegelicht wat evolutie is. Evolutie is dus
het overleven van datgene wat het meest past in de omgeving. survival of the
fittest. Het doorgeven aan volgende generaties gebeurde ook met de
verschillende keuzes die mensen gemaakt hebben uit de universele dilemma’s
waar ze voor stonden. Een groep koos voor die optie die paste in de omgeving en
sociale structuur van dat moment. En als het werkte, dus als het paste, dan gaf
zo’n samenleving dit door aan de volgende generatie. De natuurlijke
omstandigheden waarin mensen moesten overleven, vormden en bepaalden de
basisaannames in de leefregels, gewoonten en normen van groepen.
Gastvrijheid is voor mensen uit het Midden-Oosten of de Sahara belangrijker
dan voor mensen in West-Europa.
Een ander goed voorbeeld van de evolutie van cultuur is hoe culturen met tijd
omgaan. Noord-Europeanen gaan strikt om met tijd. Hoe zuidelijker men gaat,
hoe minder strikt hiermee wordt omgegaan. Tot in Afrika waar ‘op tijd komen’
nauwelijks enige rol van betekenis heeft.
2.4 Hoe uit de universele dilemma’s een cultuur ontstaat
Een universeel dilemma leidt tot het (onbewust) doen van een basisaanname.
Een basisaanname is een overtuiging, het geloof dat deze keuze de beste keuze
is. Basisaannames zijn niet zichtbaar, ze zijn abstract en worden impliciet bekend
verondersteld. Deze basisaannames krijg je als kind mee van je ouders en de
culturele groep waar je ouders in leven mentale programmering (Hofstede).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hem3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.